ook veel met uitspraak te maken heeft, moet in dit boek ook over uitspraak geschreven worden. Tops heeft voor dit populariserende boek een eigen goed doordacht en goed leesbaar fonetisch systeem ontworpen.
Na een inleiding, die u beslist niet mag overslaan, legt de auteur uit waar spelling vandaan komt, waarom we schrijven met een alfabet van exact 26 letters en waarom dat alfabet eigenlijk helemaal niet geschikt is voor een taal als het Nederlands. We vernemen hoe er chaos ontstaat als gevolg van klankveranderingen in het Nederlands. Letters die aanvankelijk een bepaalde klank voorstellen, blijven behouden terwijl die klank in de loop van de eeuwen verandert. De spelling wordt vastgelegd en geüniformeerd.
Hele hoofdstukken worden gewijd aan de drie basisbeginselen van de Nederlandse spelling: de standaarduitspraak, de gelijkvormigheid en de etymologie. De auteur spit de drie beginselen bijzonder grondig uit, zodat duidelijk wordt wat er allemaal in onze spelling een rol speelt. Zelfs wie de spelling van het Nederlands grondig beheerst, graag aan dicteewedstrijden deelneemt, over de Nederlandse spelling doceert..., zelfs zo'n lezer van dit boek dus valt van de ene verbazing in de andere. Tops staat stil bij ogenschijnlijk onbelangrijke details, die bij nader inzien eigenlijk verbijsterend of verbluffend zijn. Een voorbeeld. Het Groene Boekje beschrijft de regel voor de spelling van de onvoltooid verleden tijd en het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden, de kofschipregel dus, maar vermeldt doodleuk niet dat
geweest een uitzondering is op die regel. Het zou
geweesd moeten zijn (want
wezen wordt
geweesd zoals
frezen gefreesd wordt). Een tweede voorbeeld. We schrijven
hij wordt op basis van het gelijkvormigheidsbeginsel met een
t die volgt op de
d van de stam. Het ziet er gek uit, een
t na een
d zo op het einde van een woord, maar we hebben het zo geleerd en staan er niet meer bij stil. Op basis van diezelfde gelijkvormigheid zouden we kunnen afspreken om de kofschipregel af te schaffen en dus ook
gewetd (voltooid deelwoord van
wetten) te schrijven. ‘Dat laatste ziet
er krankjorum uit, maar het is niet krankjorumer dan
(hij) wordt.’ (p. 101).
Het gaat dan verder ook nog over hoofdletters, accenten, koppeltekens, trema's en afkappingstekens. De auteur sluit ten slotte zijn bijzondere boek, dat ik heel graag gelezen heb, af met allerlei bespiegelingen over spellingzorg, over ons teveel aan respect voor de officiële spelling, over spellinghervormingen en over waarom we het wel nooit eens zullen worden over spelling. Het boek is vooral een bijzonder boek omdat de auteur er wonderwel in slaagt om via het onderwerp spelling, dat van a tot z uitgespit wordt, de lezer heel wat wetenswaardigheden uit de taalwetenschap bij te brengen.
Guy A.J. Tops, Waarom die lettertjes in de soep? - Inzicht in spelling, Davidsfonds/Literair, Leuven, 2008, 222 pp., ISBN 978 90 6306 582 9. Prijs: €17,50.