Afrikaans
Joris Cornelissen
Rondetafelconferentie voor Afrikaans: het taalwonder Afrikaans
De Ghanees-Zuid-Afrikaanse socioloog Kwesi Kwaa Prah (Centre for advanced studies of African Society) noemde het Afrikaans een van de drie taalwonderen van de afgelopen honderd jaar. Samen met het Hebreeuws en Bahasa Indonesia is het Afrikaans erin geslaagd om in amper vijftig jaar te groeien van ‘kombuistaal’ naar een volwassen taal, die in alle geledingen van de maatschappij gebruikt wordt. De andere Zuid-Afrikaanse talen zouden volgens de taalsocioloog het Afrikaans als voorbeeld moeten nemen. De woorden waren een hart onder de riem voor de vele Afrikaanstalige Zuid-Afrikanen op de conferentie voor Afrikaans, die op 28 mei in Amsterdam is gehouden.
Vertegenwoordigers van 35 overheden, fondsen en universiteiten uit Zuid-Afrika, Vlaanderen en Nederland, waaronder Buitenlandse Zaken van Nederland, De Zuid-Afrikaans-Nederlandse Kamer van Koophandel en de Nederlandse Taalunie, kregen een aantal spraakmakende Zuid-Afrikaanse projecten voorgeschoteld. Concrete projecten op zoek naar verdere financiering en concrete steun uit Nederland en Vlaanderen. Projecten die de behoefte aan onderwijs in het Afrikaans koppelen aan individuele ontwikkeling van Zuid-Afrikanen en aan verdere ontwikkeling van Zuid-Afrika: goed moedertaalonderwijs als basis voor een goede toekomst.
De gepresenteerde succesvolle lees- en leerprogramma's van de Universiteit van Stellenbosch (Dorothea van Zyl) en de projecten van de Stigting Bemagtiging (= emancipatie) deur Afrikaans (Christo van der Rheede) slagen erin om mensen uit arme Afrikaanstalige gemeenschappen, veelal uit de zogenaamde bruin gemeenskap, via aanvullend onderwijs in het Afrikaans een goede startpositie op de arbeidsmarkt en daarmee toekomstperspectieven te bieden.
Het programma van Stichting die Helpende Hand, onderdeel van de vakbond Solidariteit, liet zien dat armoede in Zuid-Afrika geen kleur meer heeft, getuige de naar schatting half miljoen blanke Zuid-Afrikanen die inmiddels onder de armoedegrens leven. De schokkende beelden van vergeten, schrijnende blanke armoede kregen de zaal muisstil. Die Helpende Hand voorziet in basisbehoeften, waaronder eten en een met schrijfgerei en boeken gevuld skooltassie voor jonge schoolgaande kinderen. Inmiddels heeft het ook een goed draaiende technische vakschool, waarbij het Afrikaans wordt gebruikt, want Engels is voor veel Zuid-Afrikaanse kinderen een probleem. Het mes snijdt hier aan twee kanten, want het gebrek aan technisch geschoolde vaklui in Zuid-Afrika is enorm. Ambassadeur Rob de Vos zei dan ook dat het Nederlandse ontwikkelingsbeleid ten aanzien van Zuid-Afrika de komende jaren vooral gericht zal zijn op technisch vakonderwijs. Ten aanzien van het Afrikaans memoreerde De Vos dat Nederland best wat meer culturele diplomatie en durf aan de dag mag leggen als het gaat om ondersteuning van het Nederlands erfgoed, waaronder het Afrikaans.
Ondersteund door de klanken van de vuvuzela (= toeter) presenteerde Willem Botha, directeur van het Afrikaanstalige Woordenboek (WAT), een praktisch en eigentijds project: digitaal lesmateriaal voor arme scholen. Goed lesmateriaal in andere talen dan het Engels is schaars op scholen waar bovendien door AIDS flinke gaten zijn geslagen in het lerarenbestand.
Alana Bailey van de onafhankelijke burgerrechtenorganisatie Afriforum gaf inzicht in de strijd voor burgerrechten, waaronder ook taalrechten. Christo Van de Rheede lichtte tot slot het pas ontstane idee van een gratis Afrikaanstalige universiteit toe, gebaseerd op onderwijs op afstand. Voor veel arme Zuid-Afrikanen is een universitaire opleiding onbetaalbaar en bovendien zijn velen het Engels onvoldoende machtig. Het grote Zuid-Afrikaanse dagblad Die Burger heeft een uitgebreid artikel aan de rondetafelconferentie in Amsterdam gewijd en duidde de conferentie als volgt:
‘Dis altyd moeilik om die historiese betekenis van 'n gebeurtenis sonder die voordeel van tydsafstand in te skat. Tog wil dit lyk of dié konferensie in die annale van die geskiedenis opgeteken sal word as 'n dag waarop die betrekkinge tussen Nederlands en Afrikaans - en veral hul sprekers - 'n nuwe, positiewe fase binnegegaan het. Dit was 'n dag waarop die stryd vir Afrikaans beslissend geïnternasionaliseer is.’
Het zijn lovende woorden en het succes van de conferentie zal nog groter worden als het zich vertaalt in concrete steun van Nederlandse en Vlaamse organisaties en overheden aan een van de genoemde onderwijsprojecten en daarmee aan de opgroeiende Zuid-Afrikaanse kinderen. De komende tijd zal dáár hard aan worden gewerkt. Voor meer informatie kunt u terecht bij Afrinetwerk: ingrid.scholtz@yahoo.co.uk.