| |
Nieuwspraak
Marc De Coster
Bam-mam
Begin jaren tachtig van de vorige eeuw, toen het leven nog vrij simpel was, leerden we de bom-moeder kennen. Het fenomeen van de bewust ongehuwde moeder sloeg bij oudere conservatieve mensen in als een ‘bom’. In contactadvertenties zag je plotseling teksten opduiken als Bom in spe zoekt donor. Dat was even schrikken! De afgelopen jaren werd vrij kwistig met dit etiket omgesprongen. Het alleenstaand moederschap bleek vaak een tweede keuze. Meestal ontbrak het aan (goede) mogelijkheden om samen met een partner kinderen te krijgen en ze ook op te voeden. Anno 2008 is het leven veel gecompliceerder geworden. Alsof het allemaal nog niet ingewikkeld genoeg is, werd in 2005 de bam-mam geïntroduceerd: de bewust alleenstaande moeder. Op bam-mam.nl lees je er alles over. Daar wisselen alleenstaande moeders en zaaddonoren hun ervaringen uit. Terwijl de bom het gezin veel te traditioneel vindt en de vader gewoon overbodig, komt de bam hem gewoon niet tegen. Ze heeft wel een kinder- | |
| |
wens, maar heeft geen zin om tot haar overgang op hem te wachten. Die man kan ook later nog komen. De beroemde single mom Madonna was ooit een bam-moeder.
| |
Chip tuning
Zo noemt men het opfokken van auto's door het aanpassen van de chip waarmee alle functies van de auto-onderdelen worden aangestuurd, om het vermogen (van de auto) omhoog te brengen. Op die manier kan van een 1600 cc vrij eenvoudig een 1800 cc gemaakt worden. De praktijk bestond al eerder, maar werd pas in 2001 erg populair. Een zoektocht op internet levert honderden sites met aanbiedingen op.
| |
Consumanderen
We kenden al de term consuminderen in de betekenis ‘zuinig zijn; op alles besparen’. Dit woord werd begin jaren negentig van de vorige eeuw populair gemaakt door het bekende Nederlandse vrekkenpaar Van Veen-Van Eeden, als tegenpool van consumeren’. Nader onderzoek wijst evenwel uit dat Herman Verheij, werkzaam bij het ministerie van VROM, het woord bedacht en voor het eerst gebruikte in een artikel in De Kleine Aarde van 1991. Anderhalf jaar eerder dook consuminderen al op tijdens een beleidsweekend van De Kleine Aarde. Veel later gebruikte het echtpaar het woord regelmatig in hun Vrekkenkrant. Het begon als een filosofie en alternatieve levenswijze, maar stilaan ging men het ook eufemistisch gebruiken in de zin van ‘vrekkig zijn’. En nu is er dan het neologisme consumanderen: ‘anders consumeren, met het oog op de klimaatverandering’. De term wordt al een tijdje in de Vlaamse pers gebruikt, maar in 2007 werd hij door prins Willem-Alexander ook in Nederland geïntroduceerd. Wie weet wordt consumanderen ooit nog eens het woord van de eeuw!
| |
Dementendoosje
Tijdens de Tour de France van 2008 kwam het dementendoosje ter sprake: een speciaal samengesteld pillendieet (vitaminen en koolhydraatsupplementen) dat verschilt van renner tot renner. Sprinters hebben bijvoorbeeld andere behoeften dan klimmers. Welke vitaminen een renner moet slikken, kan ook veranderen in de loop van de Tour. Dergelijke dementendoosjes zijn noodzakelijk geworden sinds het WADA (World Anti-Doping Agency, een onafhankelijk dopingagentschap, op 10 november 1999 opgericht en bestuurd door het IOC) vanaf 1 januari 2008 het infuus verbiedt. Door de vele dopingschandalen kan een renner na de wedstrijd niet meer opgelapt worden met een intraveneuze spuit (die alle voedingsmiddelen bevat). Hierdoor besloot het WADA dat alles via de maag moet passeren. Op het dementendoosje zit ook een wekkertje dat de renners eraan herinnert dat ze 's avonds om de vijftig minuten een portie moeten innemen. Een andere benaming is medikit.
| |
Doula
Een beroep dat al bestond in de oudheid, in Australië en Amerika helemaal geaccepteerd is, maar in Vlaanderen en Nederland tamelijk onbekend is, ja het bestaat. Hoewel, in Nederland begint het sinds 2001 stilaan een beroep in opkomst te worden. Ik heb het over de doula, ook wel de bevallingscoach of het pufmaatje genoemd. Vrouwen die erg opzien tegen een bevalling, kunnen zich laten bijstaan door zo'n doula, Grieks voor ‘verzorgster’ of ‘zij die vrouwen bemoedert’. Kunnen mannen die taak dan niet aan, zult u vragen. Wel, volgens onderzoeken zouden wij, heren der schepping, minder geneigd zijn een bevallingscursus te volgen of we zouden vaak te emotioneel en te gespannen zijn. We zouden ook vaker de kamer uit lopen en ongeduldiger zijn. Hoezo sterk geslacht? In tegenstelling tot de echtgenoot laat zo'n doula de barende vrouw zich meer op haar gemak voelen. Ze kan ook veel beter dan een man inspelen op de fysieke en geestelijke inspanningen van de vrouw. Dat kan bijvoorbeeld door lieve dingen te zeggen, grapjes te maken of houdingsadviezen te geven. Wij mannen klappen in zo'n situatie natuurlijk vaker dicht. In Amerika is zo'n pufmaatje voor de bevalling allang een bekende verschijning. De doula speelt de rol van regisseur: ze geeft aanwijzingen aan de vrouw en haar partner, ze zet een muziekje op en ze puft mee. Hierdoor is ze in feite een ervaringsdeskundige. In tegenstelling tot een verloskundige, kraamverzorgster of verpleegkundige (die niet bij de hele bevalling aanwezig kan zijn) wijkt de doula niet van de zijde van de vrouw. Een Amerikaans onderzoek heeft aangetoond dat noodgrepen als tangverlossing of keizersnede minder vaak nodig zijn als een doula de kraamvrouw heeft bijgestaan. Een doula assisteert ook het hele gezin. Vaak gaat het om een 24 uursservice,
waardoor ouders de noodzakelijke nachtrust hebben. De zorg is per gezin op maat gemaakt. In 2006 kregen vier doula's als eersten in Nederland hun certificaat. Ze volgden hiervoor een opleiding in Utrecht. De opleiding is bij onze noorderburen nog wel niet erkend. Voor 750 euro wordt praktische hulp voor, tijdens en na de bevalling geboden.
| |
E-bike
Erg in tegenwoordig is de e-bike, een elektrische fiets, d.i. een fiets met een elektromotor die tijdens het trappen ondersteuning geeft. De e-bike is vooral geliefd bij ouderen. In het weekblad Elsevier lazen we onlangs: ‘Aangezien er steeds meer ouderen bij komen, is sprake van een booming business: vorig jaar zijn in Nederland volgens Bovag Tweewielerbedrijven 90.000 e-bikes verkocht, een verdubbeling ten opzichte van 2006.’
| |
| |
| |
Huisboetiek
In 2002 maakten de media vaak melding van een goed georganiseerd Joegoslavisch inbraakcircuit. In Joegoslavische kringen in Nederland en België bleek er een levendige handel te bestaan in gestolen goederen. Een nieuw eufemisme is de huisboetiek, waar gestolen goederen te koop zijn. Kopers betalen er een derde van de winkelprijs.
| |
Klip en klaar
‘Soms kost de levensloopregeling klip en klaar geld.’ Dat zinnetje stond niet lang geleden in Het Financieele Dagblad. Elders is er sprake van een klip en klaar antwoord of een antwoord dat allerminst klip en klaar is. De uitdrukking betekent: ‘klaar en duidelijk; rechtstreeks; zonder omwegen’. De op alliteratie berustende formule werd in het Duits (klipp und klar, met variant klapp und klar) al opgetekend in 1873 (bij de dichter Paul Heyse). Van Dale vermeldt de uitdrukking niet en ook het Woordenboek der Nederlandsche Taal doet er het zwijgen toe. Het is natuurlijk een germanisme en daar zijn taalpuristen niet dol op. De grote Koenen maakt er wel melding van (in 1986). Informanten uit Hilversum herinnerden zich dat ze klip en klaar al gebruikten in hun jongensjaren (op de lagere school) in de jaren twintig van de vorige eeuw. Kamervoorzitter Vondeling, in de jaren zeventig de hoeder van onze taal in het Nederlandse parlement, zei ooit in een antwoord op een vraag van Mies Bouwman dat klip en klaar een heel bekende en gewone uitdrukking was. Ook al stond ze niet in de woordenboeken! In de jaren zeventig zou de uitdrukking nieuw leven zijn ingeblazen door oudpremier Joop Den Uyl. Zijn voorganger Dries Van Agt (een liefhebber van archaïsch taalgebruik) had tevoren al de Nederlandse taal verrijkt met het woord verkinderlijken. Velen meenden dat Den Uyl de geestelijke vader was van klip en klaar. In politieke kringen was Den Uyl beslist niet de eerste die deze van oorsprong Duitse uitdrukking reanimeerde. Een partijgenoot, PvdA'er en oud-burgemeester Wim Thomassen, hield in september 1945 als secretaris van de Nederlandse Volks Beweging een rede voor de Jongeren Werkgemeenschap in Hilversum. Hij gebruikte klip en klaar in die rede zo dikwijls dat hij in het blad van de
J.W.G. op 22 september 1945 als volgt werd omschreven: ‘De dominerende figuur op deze bijeenkomst was dan ook ‘klip en klaar’ de heer Thomassen.’
| |
Ongeoorloofde beïnvloeding
Dit is een eufemisme voor ‘omkoping’. Zo schreef Het Parool in 2002: ‘Ook bij twee andere vestigingen van Wolter en Dros was sprake van ‘ongeoorloofde beïnvloeding’ van ambtenaren, bleek vandaag tijdens de bouwenquête.’
| |
Oudeherenkwaal
Nare ziekten kun je maar beter met een mooi woord inkleden. Oudeherenkwaal is een verdoezelende benaming voor ‘prostaatkanker’ (waaraan vooral oude mannen lijden). Men spreekt ook wel over de herenkwaal. Een mooi voorbeeld vinden we in het boek Vin-je dat we een hoed op moeten? Persoonlijke herinneringen aan een bijna vervlogen levensstijl (2003) van de Nederlandse schrijfster Agnies Pauw Van Wieldrecht: ‘De ‘oude-herenkwaal’ in andere kringen meestal de ‘oude-mannenkwaal’ genoemd, (stand uit zich toch overal!) werd slechts in afwezigheid van vrouwen genoemd. Ook onder deze vriendelijke benaming werd het pas in de jaren zeventig, en petit comité en zeer aarzelend, door vrouwen in de mond genomen en nooit, nooit bij zijn anatomische naam.’
| |
Pafpaal
Sinds 2004 is het in Nederland verboden te roken op overdekte spoorperrons. Wie per se een grafnagel, kankerstok of paffertje wil opsteken, moet hiervoor terecht bij speciale, gemarkeerde zuilen. In feite gaat het om afgezaagde lantaarnpalen met asbakken erin. Pafpalen worden ze in de volksmond genoemd. Een nettere term is rokerszuil. De roker als laatste paria?
| |
Stockholmsyndroom
Ooit had ik het in dit tijdschrift over het Stockholmsyndroom. Ik haalde daarbij het redelijk absurde voorbeeld aan van vrouwen die met de regelmaat van een klok door hun echtgenoot afgeranseld worden en die ondanks de dagelijkse terreur bij hun man blijven, ja hem zelfs verdedigen indien nodig. De psychiatrie, zo schreef ik, heeft voor dit verschijnsel ooit de mooie naam Stockholmsyndroom bedacht. Over de herkomst van die term had ik het toen nog niet. Een tijdje geleden viel mijn oog op een krantenartikel over de Belgische topgangster en drugsbaron Daniel Demuynck (alias Clark Olofsson, een Zweed die zich later tot Belg liet naturaliseren). Hij werd opgepakt tijdens een razzia in Zweden. Olof, zoals hij ook werd genoemd, maakte zijn grote criminele doorbraak in augustus 1973. Een vriend van hem stapte toen zwaarbewapend een bank binnen en gijzelde zes dagen lang employés en klanten. Olof, die op dat moment voor moord op een agent in de gevangenis zat, eiste zijn vrijlating om te bemiddelen. Hij slaagde in zijn opzet en de bankoverval eindigde zonder bloedvergieten. In Zweden werd Clark Olofsson even een held. Een vrouwelijke bankbediende was zo in zijn ban geraakt dat ze, samen met andere vrouwelijke gegijzelden, ijverde voor strafvermindering. Lang heeft het heldendom niet geduurd, want een reeks bankovervallen en geweldplegingen brachten hem opnieuw achter de tralies. Maar dankzij hem werd het Stockholmsyndroom een fenomeen.
Psychiaters gebruiken de term tegenwoordig voor de vriendschapsgevoelens die slachtoffers van een ontvoering of gijzeling koesteren tegenover hun ontvoerders, gij- | |
| |
zelnemers. Het was de Zweedse criminoloog en psycholoog Nils Bejerot die het verschijnsel de naam gaf. Een ander vroeg voorbeeld van het Stockholmsyndroom is de Amerikaanse Patty Hearst, de dochter van de Amerikaanse mediamagnaat Randolph Hearst, die in 1974 werd ontvoerd door een groepje Californische radicalen. Ze werd verliefd op een van haar ontvoerders en hielp de groep daarna tijdens vele bankovervallen. Onderzoek naar slachtoffers van vliegtuigkapingen, gijzelingsacties e.d. leverde opvallende parallellen op. De lotsverbondenheid tussen daders en slachtoffers gaat soms zo ver, dat gijzelaars zich tegen de politie keren als die hun gijzelnemers komen overmeesteren. Als je de term tot in het absurde doortrekt, kom je bij het voorbeeld van mishandelde vrouwen die ondanks alles bij hun ‘man’ blijven.
Een voorbeeld uit de Belgische geschiedenis was de zaak Dutroux. In 1996 stond in De Standaard: ‘Opvallend was dat Sabine, die het langst in gevangenschap had gezeten, zich vragen stelde over het gedrag van haar ouders. Dutroux was geen onmens voor haar. Ze leed in het begin nog aan het Stockholm-syndroom: het psychologische verschijnsel waarbij het slachtoffer zich aan de dader hecht.’ Een recent voorbeeld is Natascha Kampusch, het Weens meisje dat na een ontvoering van haar 10e tot haar 18e opgesloten werd door een werkloze. Politiepsychologen vertelden na haar vrijlating dat ze aan het Stockholmsyndroom leed, onder andere omdat ze aangaf dat al haar seksuele contacten met de ontvoerder vrijwillig waren geweest.
| |
Tecktonic
Wie begin 2008 het Brusselse justitiepaleis passeerde, heeft mogelijk met verbazing staan kijken naar de jonge dansers die elkaar in groep uitdaagden voor dansbattles. De ingewikkelde en razendsnelle armbewegingen, waarbij veel door de haren wordt gestreken, doen wat denken aan vogueing (eind jaren tachtig van de vorige eeuw ontstaan in New York (Harlem) als gay-alternatief voor break-dancing en als parodie op de missverkiezingen). Tecktonic is blijkbaar de nieuwste hype onder jongeren. Het fenomeen komt overgewaaid uit Frankrijk. De nieuwe dansvorm, gebaseerd op een mengeling van hiphop en techno, ontstond in 2000 in de Parijse nachtclub Metropolis. De populariteit van tecktonic, ook wel tck, vertigo of Milky Way, is vooral te danken aan websites die videobeelden verspreiden, zoals You Tube en Dailymotion. Bij deze energieke stijl is de dresscode erg belangrijk. Opvallend is dat slordigheid vaak de toon aangeeft: geen splinternieuwe Nikes maar gewone basketbalschoenen. Verder strak zittende zwarte spijkerbroeken en kleurige trainingspakjes. De dansers dragen bij voorkeur futuristische of gothic kapsels (ook de coupe Beckham is erg populair). Voor een flinke kwak gel in het haar schrikken vooral de meisjes niet terug. Make-uppatronen als een ster rond de ogen zijn eveneens geliefd. De term tecktonic is een geregistreerd handelsmerk. De naam verwijst naar de clash tussen de jump- en hardstyle uit België en Nederland en de electro uit Italië en Spanje. Veel van de piepjonge dansers hebben de vereiste danspassen geleerd op het internet. Op plaatsen waar veel volk komt, zoals het Brusselse Justitiepaleis en het Parijse Centre Pompidou, ontmoeten ze elkaar voor teambattles.
| |
Waardenfluisteraar
De geestelijke inspirator of intellectuele vader van iemand duiden we tegenwoordig aan met de wat wazige term waardenfluisteraar. Naar analogie van woorden als paardenfluisteraar en hondenfluisteraar. Het woord walmt esoterie uit. In NRC Handelsblad lazen we in 2005: ‘Ik meen dat die absolute waanzin van de zelfmoordterrorist de waanzin van het absolute is. In een hoofdartikel van 14 juli meent NRC Handelsblad dat zelfmoordterroristen gehersenspoeld en geprogrammeerd worden door ronselaars, en dat we deze waardenfluisteraars moeten aanpakken.’
|
|