Katarakt
Het Belang van Limburg betreurde dat de Limburgers hun tongval hebben gemist in de VRT-dramaserie Katarakt (NvN, 2008, nr. 1, p. 43). Erger, Limburgse kijkers hoorden veeleer Brabantse en Vlaamse accenten. En nog veel erger, ze moesten het stellen met die afgrijselijke tussentaal die door onze Vlaamse zenders schaamteloos wordt gepropageerd. Overigens hebben niet alleen de Limburgers, maar álle kijkers de Limburgse tongval gemist. Katarakt was een unieke kans om het Limburgs in het zonnetje te zetten. Maar dat gebeurde niet, want Ludo Busschots beweert dat er onvoldoende Limburgssprekende acteurs zijn. Maar dat kan toch in geen geval een excuus zijn.
Toen Wij, Heren van Zichem werd opgenomen, kregen de acteurs dialectlessen, zodat er een toch min of meer eenvormige streektaal werd gesproken. Het gaf de reeks een zekere couleur locale. Dat had dus ook voor Katarakt met het Limburgs gekund. En als Vlaamse acteurs eens op z'n Hollands moeten spreken, dan doen ze dat met verve. FC De Kampioenen heeft dat al bewezen. Vlamingen gaan er prat op veel talen te kunnen spreken. Geldt dat dan niet a priori voor acteurs?
Het is verbijsterend dat zo weinig Vlaamse acteurs de Nederlandse standaardtaal goed spreken, zowel op de bühne als in interviews. Toch wordt (of werd?) in de toneelopleiding aandacht geschonken aan correct spreken en emotioneel beleven. Móéten acteurs overal en altijd correct Nederlands spreken? Nee, helemaal niet, zeker niet in soaps. Lees een soapscenario en je zult vaststellen dat het met gij's en u's doorspekt is en dat u, je, jullie en gij vrolijk afwisselen, zelfs in één zin.
Enkele jaren geleden klaagde een acteur dat hij niet aan de bak kwam omdat hij alleen Nederlands sprak en geen enkel dialect beheerste. In een VTM-soap werd ik terechtgewezen omdat ik de jij-vorm hanteerde. De hele soap was in de gijvorm, dus ... In een filmschool in Brussel (2006) bekritiseerde de leraar een student omdat hij zijn acteurs de jij-vorm liet gebruiken. Nu had die student het scenario wel in de gij-vorm geschreven, maar wij, acteurs, hadden geweigerd de gijvorm te gebruiken en de teksten herschreven (maar dat wist die lerares natuurlijk niet).
Zal ik even uit een recent scenario (John & the kids) citeren?
‘Kevin, Eva, eet eens wa rapper.’
‘Wa ist misschien? Blijf ne keer van mij.’
‘Da je wa moe door doen. 't School begint straks en ik heb ook nog andere dingen te doen.’
[...] ‘Ik laat die kinderen hier nie zo alleen als jij gaat werken.’
‘Anna, bomma, ge weet het goe genoeg. En waar moet zij dan slapen e? Daar stade ni bij stil zeker? Daarbij ik werk al 5 maanden. Waarom hebben we u dan nie gezien? Zijde buitengesmeten bij uwe lover misschien?’
Jean-Philippe De Tender vindt dat de standaardtaal alle emotie onmogelijk maakt. Ik val daarvan achterover. Ik heb echt geen dialect of tussentaal nodig om vreugde, verdriet, ontreddering, geluk, woede of walg uit te drukken. Een acteur móét dat ook in de Nederlandse standaardtaal kunnen, anders moet hij maar solliciteren bij een gezelschap als het echt Antwaarps teater en wegblijven van de grote bühne, het witte doek en het kleine scherm.
Claudia Badiola, Antwerpen