Neerlandia/Nederlands van Nu. Jaargang 112
(2008)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |
De toekomst van ons verleden
| |
Behoud de kennis van het oudere NederlandsMarijke van der Wal (Universiteit Leiden) sprak onder het motto ‘Taalkennis is 't Fondament’ over de toegankelijkheid van het talige erfgoed en de taak van de wetenschap daarin, een beschouwing die ondubbelzinnig leidt tot het besef dat de wetenschappers uiteindelijk toch zelf de oorspronkelijke teksten moeten kunnen lezen, willen zij hun taak serieus nemen: het erfgoed toegankelijk maken en houden, en anderen daarover adviseren. Hertalen is goed om een groter publiek te bereiken, maar de kennis om de oude tekst om te zetten in Nieuw-Nederlands dreigt te verdwijnen. De oudere taalkunde heeft in de opleidingen traditioneel gediend als instrument om oudere teksten te leren interpreteren. Voor grondige kennis van de oudere taalfasen en de bijbehorende literaire producten is het niet voldoende. De leerboeken op dat vlak zijn wel verbeterd, maar voldoen nu niet meer. Van der Wal en Mooijaart brengen daarom een nieuw leerboek op de markt, dat in deze lacune in de leermiddelen moet voorzien. De historicus Roelof van Gelder deed verslag van zijn werkzaamheden ten behoeve van de inventarisatie van de brieven van Nederlandse koopvaarders die bewaard bleken te zijn gebleven in het nationale archief in Londen, thans bekend onder de naam Sailing Letters. Hij ploegde zo'n 38.000 brieven door van Nederlandse scheepslieden aan en van hun familie, geschreven in de | |
[pagina 14]
| |
periode 1650-1815, brieven die dus nooit hun bestemming hebben bereikt. De Engelsen kaapten tijdens de Engelse oorlogen veel Nederlandse schepen en bewaarden de inhoud van scheepskisten met het oog op mogelijk interessante informatie. Zo kwamen de brieven in het Engelse archief terecht. Door het aantal en de omvang krijgen wij een uniek inzicht in de leefwereld van de 17de- en 18de-eeuwse burgers. Van Gelder heeft een paar duizend brieven doorgelezen en vertelde over de inhoud en de taal. Hij selecteerde de persoonlijkste brieven en hertaalde ze in hedendaags Nederlands, uitgebracht als Zeepost.Ga naar eind1 Een werkelijk ontroerende en rechtstreekse getuigenis van het wel en wee van onze voorouders. Een mooi staaltje uit de praktijk van historisch tekstonderzoek.
Teksten uit het verleden, vulde Marita Mathijsen (Universiteit van Amsterdam) hem aan in een mooi uitgewerkte metafoor,Ga naar eind2 zijn net kinderen: je moet ze opvoeden en bij de les houden. Teksten gaan achteruit als zij ouder zijn. Dan behoeven zij verzorging en komen zij terecht in een luxe bejaardenhuis (het Huygensinstituut) of in een eenvoudiger ingericht gemeentelijk bejaardenhuis (DBNL). Mathijsen wil er vooral mee benadrukken dat oudere teksten verzorging behoeven en dat alleen fysiek beschikbaar stellen niet voldoende is. Voor de ‘geestelijke’ beschikbaarstelling is dan wel gedegen kennis nodig. En de echo daarvan klonk door in de discussie die volgde.
Het mag duidelijk zijn: in de vakwereld maakt men zich grote zorgen over het behoud van de historische kennis van het Nederlands en daarmee van de rechtstreekse toegang tot de teksten die daarvan het fundament zijn. |