kort genoteerd
Laat mij hier murmeren
Onder deze titel schreef Benno Barnard op 11 januari een behartigenswaardig artikel in NRC Handelsblad. Hij vat de kern van zijn betoog samen in: ‘De Taalunie voert een futloos beleid. Ze zou een visie moeten hebben en ook concrete plannen tegen taalverloedering.’ Hij schrijft: ‘Ik pleit voor een Taalunie die niet bleek wegtrekt zodra iemand Académie française zegt. De marmeren reputatie van dat instituut is me bekend, maar het Franse jacobinisme, de harde hand waarmee men het Frans oplegde tot in elk obscuur gehucht, door onderwijzers vanuit Parijs te sturen, heeft wel gemaakt dat iedere Franse boer een voorbeeldig, voor iedereen te begrijpen Frans spreekt, dat op het televisiescherm geen ondertiteling behoeft.’ En verder: ‘Het spijt me te moeten aanschouwen hoe een acute doodsangst de Taalunie overvalt zodra iemand naar voren brengt dat zij ook een normerende taak heeft. Het idee dat je mensen voorhoudt wat goed Nederlands is, in plaats van gedwee te registreren op welke manieren de taalgebruiker zijn moeder aanrandt, druist zeer in tegen de heersende opvattingen.’ Hij murmureert ook nog als volgt: ‘Ik sta als één volk achter de eis tot een andere Taalunie, een Taalunie met allure, al was het maar de allure om een Groot-Nederlandse academie in het leven te roepen, waar veertig Onsterfelijken lid van zijn, die al datgene doen waar ambtenaren niet toe bij machte zijn ...’ En hij vraagt zich ten slotte terecht af waarom de Taalunie niets onderneemt ‘tegen die vreselijke gewoonte van televisiestations om behoorlijk pratende mensen uit het over de grens gelegen gedeelte van het taalgebied te ondertitelen’.
De krant kreeg heel wat instemmende reacties van zijn lezers. Afwijzend uiteraard was het antwoord van de Taalunie in NRC Handelsblad op 1 februari onder de titel Bevries taal en ze gaat dood. Het te verwachten antwoord was: ‘Maar de Taalunie wil nu eenmaal geen taalpolitie zijn.’ Toch willen de briefschrijvers, Linde van den Bosch en Ludo Permentier, aantonen dat het gebruik van correct en stijlvol Nederlands de Taalunie niet onverschillig laat en wijzen ze ‘naar de website www.taaladvies.net, waar honderden gebruikersvragen over woordkeuze, grammatica, stijl en spelling worden beantwoord door een team van Nederlandse en Vlaamse taaladviseurs die normativiteit koppelen aan realiteitszin’.
De Taalunie wil dus toch wel adviseren en wil dus eigenlijk toch wel taalpolitie zijn. Maar het is een politie die een oogje dichtknijpt, die de taalafwijkingen in het zogenaamde Belgisch-Nederlands door de vingers ziet. Dat bedoelt de Taalunie nl. met ‘realiteitszin’. Die taalafwijkingen komen nu eenmaal voor. Noem ze gewoon varianten, noem dat afwijkende taalgebruik gewoon Belgisch-Nederlands en het variatieprobleem is opgelost. Merkwaardig toch dat we in de Taaluniebrief geen enkele van die Belgische taalvarianten hebben aangetroffen die de Taalunie telkens weer goedkeurt. (FD)