De historische context
Na de Franse nederlaag op 18 juni 1815 besloten Oostenrijk, Pruisen, Rusland en Engeland tegen de liberale staatsorganisatie in te gaan. De absolute monarchie werd hersteld. Afwijkingen hiervan werden als bedreiging van de stabiliteit gezien. Het was vooral een wens van de drie eerstgenoemde mogendheden. Voorts werd de kaart van Europa zo hertekend dat geen enkele staat een politieke en militaire hegemonie kon vestigen. Dat lag vooral de Britten na aan het hart. Zo werden de oude Republiek der Verenigde Provinciën, de Oostenrijkse Nederlanden en het Prinsbisdom Luik verenigd in een nieuw Koninkrijk der Nederlanden. De vier genoemde mogendheden sloten een Vierledige of Quadruple Alliantie om deze twee krachtlijnen te bestendigen. Met de aansluiting van Frankrijk werd dit een Quintuple Alliantie, ook Pentarchie genoemd. Tijdens de Griekse onafhankelijkheidsoorlog (1821-1829) kozen de leden van de Pentarchie de zijde van de Griekse opstandelingen om verschillende redenen, die los stonden van de krachtlijnen. In juli 1830 maakte een revolutie in Frankrijk een einde aan het absolutistische bewind van Karel X. De Pentarchie kon niet ingrijpen. Toen in augustus in Brussel rellen uitbraken, die liberaal en separatistisch van aard waren, lagen de krachtlijnen ook onder vuur.
Die opstand viel niet uit de lucht. In 1789 was er al een opstand geweest onder het Oostenrijkse bewind van Jozef II. Die werd gesteund door twee groepen, de conservatieve Statisten, vooral clerus en adel, sterk geworteld in het platteland, en de liberale Vonckisten, gevestigd in de stedelijke burgerij. In het nieuwe koninkrijk gaat die oude tegenstelling op in de strijd tussen Katholieken en Liberalen. Als monarch heeft Willem I in dat Europese kader en in dit politiek klimaat ingespeeld op de liberale moderniseringswens. Voor handel en industrie heeft zijn beleid mooie resultaten neergezet. Ook voor het openbaar onderwijs, maar dan tegen de zin van de katholieke kerk. In hun jonge koninkrijk konden Noord en Zuid zich verenigd voelen. Er waren echter ook redenen te vinden voor een ander besluit.
Tegen deze achtergronden beschrijft prof. dr. E. Rooms de Belgische revolutie en het Belgische orangisme van die jaren. Volgend nummer komt hij tot een balans: mislukt of niet?