| |
| |
| |
Nieuwspraak
Marc De Coster
Aansturen
Aansturen is een nieuw eufemisme voor ‘censureren’. Zo stond een paar jaar terug in NRC Handelsblad: ‘En Kamerlid voor de LPF Winny de Jong verklaarde in twee achtereenvolgende televisieoptredens dat “leidende instanties en besturen in de omroep hun personeel beter en scherper zouden moeten aansturen”’.
| |
Allochtonië
Allochtoon is afgeleid van de Griekse woorden allos ‘een ander’ en chthon ‘land, aarde’. Het woord staat tegenover autochtoon ‘de oorspronkelijke bewoner van een land’. Het Griekse autos betekent ‘zelf’. Autochtoon betekent dus ‘iemand die uit het land zelf komt’. Het begrip bestond al geruime tijd in de geologie. Van Dale neemt het woord voor het eerst op in 1961 met de omschrijving ‘van elders aangevoerd, gevormd uit van elders aangevoerd materiaal’. In latere drukken vinden we de toevoeging ‘niet-inheems, vreemd’. Ook stuiten we op de vaste verbinding allochtone bevolking. Pas in de jaren zeventig van de twintigste eeuw duikt allochtoon steeds meer op als zelfstandig naamwoord en als tegenhanger van autochtoon. In 1971 kwam de sociologe Hilda Verwey-Jonker in opdracht van de regering met een rapport over het vreemdelingenvraagstuk. Aanvankelijk zou het als titel Immigranten in Nederland hebben, maar Verwey-Jonker vond het wijselijk te opteren voor Allochtonen in Nederland. Allochtoon moest het oudere gastarbeider en het vage buitenlander vervangen. Destijds gaven de woordenboeken alleen de geologische betekenis: ‘gevormd uit van elders aangevoerd materiaal’. Als eufemisme heeft allochtoon inmiddels afgedaan. Het woord ligt tegenwoordig gevoelig en wordt als ‘niet-Nederlands’ begrepen en dus als stigmatiserend ervaren. Ook autochtone Nederlanders ergeren zich aan de term. Volgens de stadsdeelraad van Amsterdam-Zuidoost moet de aanduiding allochtonen worden vervangen door Afro-Surinamers. En in Onze Taal (januari 2000)
stelde een lezer bloedserieus voor om de woorden autochtoon en allochtoon in te ruilen voor makkelijk begrijpbare alternatieven als inboorling en uitboorling.
En nu is er dus Allochtonië, een verzamelterm voor de herkomstlanden van allochtonen. Van Dale neemt het woord op in het Jaarboek taal 2008, maar in de digitale krantenarchieven komt Allochtonië al voor in 1998. Zo stond in de Leeuwarder Courant van dat jaar: ‘Moeten seniore “vreemdelingen” met pek en veren besmeurd op een spoorstaaf richting Allochtonië worden gejaagd?’
| |
Ambutaxi
Zo wordt in Nederland een medische taxi genoemd. Het woord is een samensmelting van ambulance en taxi en kwam in 2002 voor het eerst in het nieuws. Aan dit voertuig werden nl. bijkomende eisen gesteld voor de herkenbaarheid. Een dergelijke taxi mocht slechts een blauw zwaailicht en sirene voeren als de inzittende arts met spoed naar een ziekenhuis moet. De ambutaxi moet ook geel zijn. Het woord staat nog niet in Van Dale, ook niet in Jaarboek taal 2007 of 2008.
| |
Comadrinken, -zuipen
Hieronder wordt verstaan: zo snel mogelijk stomdronken worden (zodat je in coma raakt). Het gaat blijkbaar om een populair tijdverdrijf onder jongeren. Begin 2007 werden in Nederland kinderen tussen de 12 en 15 jaar met een alcohol-vergiftiging in het ziekenhuis opgenomen. Nederlandse ministers vonden toen dat mixdranken uit de supermarkt moesten verdwijnen en jongeren onder de 16 die met alcohol betrapt worden, een boete moesten krijgen. In sommige gemeenten moesten zelfs speciale opsporingsambtenaren toezicht houden op drankmisbruik onder de plaatselijke jeugd. Het woord werd ontleend aan het Duits: Komasaufen. In Berlijn raakte in februari 2007 een zestienjarige gymnasiast in coma nadat hij zomaar 52 glazen tequila achterover had gekeild. Volgens Der Spiegel was er sprake van een trend. Kampftrinken und Komasaufen, wedstrijddrinken en comazuipen. Dankzij intensieve antialcoholcampagnes is de Duitse jeugd gemiddeld minder gaan drinken. In Nederland werd door de televisiereportage Comazuipen van Bernard Krikke de aandacht gevestigd op studentikoze termen als atten of adje trekken (allebei afgeleid van ad fundum): een glas in één keer leegdrinken. Er was sprake van wedstrijden wie het snelst vier plastic bekertjes Jägermeister na elkaar kon leegdrinken. Comadrinken lijkt wat op bingedrinken of kortweg bingen, volgens Van Dale: een groot aantal (minimaal vijf) glazen alcoholhoudende drank in korte tijd opdrinken om in een alcoholische roes te raken. Het woord komt van het Engelse binge ‘zuipen, brassen’. Een binge is dan een braspartij.
| |
Dappere dodo
Dappere dodo is een schertsende of ironische benaming voor iemand die het allemaal goed bedoelt, die zich op een dappere manier inzet voor iets. De benaming is wellicht populair geworden dankzij de kinderserie Dappere Dodo (een creatie van marionettenspeler Bert Brugman), die op 3 februari 1955 bij de KRO van start ging. De tv-serie verdween pas in 1964 na 75 afleveringen van het scherm. Het kinderkoor De Karekieten vertolkte het lied van Dappere Dodo. De beginregels klonken zo: ‘Jongens, meisjes, kijk nu
| |
| |
goed / Wat die dapp're Dodo doet.’ Figuren uit de televisiereeks waren Opa Buiswater en juffrouw Vulpen. Tegenwoordig is dappere dodo een populaire bijnaam voor iemand die op een sullige manier probeert dapper te zijn. Deze dodo heeft niets te maken met de gelijknamige uitgestorven walgvogel, die een dot veren aan de aars heeft en er vrij dom uitziet. De naam werd door tekstschrijver Fred Bredschneyder ontleend aan een boek over heiligen, waarin onder anderen een zekere Sint-Dodo van Asch voorkwam.
| |
Dimsum
Tegenwoordig is het niet meer hip om met oesters en champagne te loungen ‘op makkelijke stoelen of banken ontspannen in een hip café, met rustige muziek en luxe hapjes en drankjes’ (Van Dale). Nee, vandaag de dag kiezen we voor gestoomde of gefrituurde deegpakjes gevuld met vlees of vis, gestoomde broodjes, garnalen- en lotusballetjes. Dimsum worden dergelijke lichte hapjes genoemd. Het Chinese woord dim betekent ‘puntje’, sum betekent ‘hart’. Hapjes dus die met hart en ziel door de kok werden klaargemaakt.
| |
Docura
Docura is een samentrekking van documentaire en opera. Het woord werd bedacht door de Amerikaanse cineast Frank Scheffer. Hij paste de formule toe in zijn film A labyrinth of time. Niet iedereen was onder de indruk van dit nieuwe genre. Vergelijkbare samentrekkingen zijn docudrama (documentaire + drama) en Stopera (stadhuis + opera, een gebouw in Amsterdam).
| |
Dramademocratie
Volgens Van Dale is dramademocratie een ‘politiek systeem waarin machthebbers hun legitimiteit ontlenen aan hun optreden in crisissituaties die door de media worden opgeblazen’. Het woord werd gelanceerd door de Belgische socioloog Mark Elchardus, die in het Zaterdags Bijvoegsel van NRC Handelsblad in 2003 uitlegde hoe zo'n dramademocratie werkt: ‘de media storten zich op een thema waarvan zij weten dat het de burgers emotioneel raakt. Zo dwingen zij politici en publieke personen, eveneens via de media, stelling te nemen of in actie te komen. Die doen dat graag omdat ze nu eenmaal aandacht willen trekken voor hun standpunten.’
| |
Druk
Sinds extreemrechts zich de term vol in de parkeergaragebetekenis toe-eigende, kan geen fatsoenlijk mens het meer in de cafébetekenis gebruiken. Het klinkt namelijk veel te grof. Een Nederlands politicus lanceerde daarom enige jaren geleden de term druk, het perfecte eufemisme. Hij zei: ‘Nederland is niet vol, maar het is wel te druk.’ En in de Groene Amsterdammer lazen we in 2002: ‘Slechts twee maanden lukte het Fortuyn zich te conformeren aan het standpunt dat Nederland “druk” is in plaats van “vol”.’
| |
Facilitair medewerker
Alweer een eufemisme, deze keer uit de managerssector, voor een schoonmaker. Het woord wordt vermeld op www.taalkabaal.nl (ongedateerd). Eerder gebruikten we al het eufemisme interieurverzorg(st)er.
| |
Florida aan de Maas
Steeds meer vijftigplussers vestigen zich de laatste jaren in Maastricht. De stad is daarmee verworden tot het luxebejaardentehuis van Nederland. Is het dan te verwonderen dat er al een bijnaam is bedacht, Florida aan de Maas? Florida (USA) trekt namelijk veel gepensioneerden aan.
| |
Geboortehotel
In 2002 werd in Nederland het eerste kraamhotel, ook wel Geboortezorg Nederland, geopend in een vestiging van een Van der Valkhotel. Een vrouw die thuis niet kan of wil bevallen, kan hier met haar verloskundige terecht. Ze kan er dus ook kraamzorg krijgen. De directrice van het hotel had tijdens haar zwangerschap ontdekt dat in de regio een tekort aan kraamzorg was ontstaan. Hierop werden negen verloskundigen door het hotel in loondienst genomen.
| |
Gluurstrook
Eerder kenden we al een betaalstrook, een busstrook, een carpoolstrook, een fietsstrook, een inhaalstrook en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Sinds een paar jaar hebben we ook een gluurstrook. Het gaat om een bedenksel van de Vlaamse politicus Carl Nijssens. Die wil naast de hoofdweg door het Belgisch-Limburgse Sint-Truiden een tweede rijbaan laten aanleggen voor automobilisten die naar de talloze bordelen langs de weg willen gluren.
| |
Goeiemoggel,
De prijs voor de beste reclame van 2007 werd in Nederland gewonnen door goeiemoggel van KPN. Dit neologisme, eigenlijk een verbastering van goedemorgen, komt voor in een reclamespotje. Hierin plaatst een visboer een bestelling via sms, maar de bestelling wordt verkeerd ingetoetst. Het gebruik van goeiemoggel blijkt bij onze noorderburen een ware rage te zijn geworden. Zelfs in hoge kringen wordt het gebruikt, o.a. door prinses Laurentien. Toch is het nog niet bij iedereen ingeburgerd. Toen twee mannen elkaar in een café in Rijswijk met dat woord begroetten, sloeg een derde cafégast er direct op los, omdat hij dacht dat hij voor mongool werd uitgemaakt.
| |
Hotelmama
Steeds meer volwassen kinderen blijven langer bij hun ouders wonen. Die uit Italië overgewaaide trend is in Vlaanderen en Nederland populairder dan ooit.
|
|