Woorden en wendingen
Generaties in de taalkijker
Gilbert De Bruycker
Generaties komen en gaan, vaak grijs en naamloos, maar niet altijd. Soms krijgen ze een naam vanuit conflictsituaties. Vooral na ingrijpende gebeurtenissen (revoluties, oorlogen, uitvindingen) komt vaak een generatie van rebellerende jongeren naar voren. Als tegenreactie wordt ook de oudere generatie zich van haar verbondenheid bewust. Er ontstaat een conflictsituatie. Jongeren willen ouderen uit hun gevestigde posities verdringen en de wereld van de oudere generatie het liefst op de schop doen. Ouderen steigeren en ontzeggen jongeren de bekwaamheid om belangrijke verantwoordelijkheden te dragen. Ze komen op voor opvattingen en instellingen waarmee ze zijn opgegroeid en die volgens hen chaos moeten voorkomen. Zo ontstaan de spreekwoordelijke generatieconflicten. Ieder generatieconflict bestaat bij de gratie van een radicale veralgemening, doorgaans samengevat in een sprekende term. Een paar ervan willen we hier belichten.
Neem nu de generatie van kort na de Tweede Wereldoorlog. Babyboomers werden ze aanvankelijk genoemd. Maar we vinden ook het woord geboortegolvers voor de protestgeneratie van de jaren zestig. Met de term babyboom (Engels baby + boom: groei, opbloei, explosie) duiden we de geboortegolf aan na 1945 tot de jaren vijftig. Een babyboomer is in die periode geboren. Van Dale heeft het over ‘iemand van de babyboomgeneratie’. Hij kent ook geboortegolf (sterke, tijdelijke groei van het aantal geboorten) en geboortegolver (iemand die geboren is tijdens de babyboom).
Geboortegolvers wordt verweten dat ze te aanwezig zijn, dat ze niet van hun bank af te branden zijn, te veel leuke plekken bezet houden. Zo luidt althans de kritiek van de achterop komende verloren generatie, die na een opvoeding uit de losse pols in minder vrolijke tijden van crisis en olieschaarste haar eigen weg moest zoeken.
De verloren generatie (vertaling van het Engels lost generation) is de generatie van personen die in de jaren zeventig op de arbeidsmarkt zou komen, maar door de economische situatie niet kon deelnemen aan het arbeidsproces. De term lost generation werd al eerder geïntroduceerd door de schrijfster Gertrude Stein. Ze bedoelde er de generatie van kunstenaars mee die in de jaren twintig van de vorige eeuw op zoek was naar nieuwe waarden. De term verloren generatie etiketteert de kinderen van de geboortegolvers als machteloos, apathisch, pessimistisch en onverantwoordelijk, als ‘losers’ in een troosteloze wereld.
Zoals gezegd verfijnt iedere volgende generatie haar eigen beeld door een sterke vereenvoudiging van de lotgevallen van de voorgangers. Het etiket verloren generatie illustreert mooi hoe we als het ware door een tunnelzichtbril naar de jaren zestig en zeventig kijken, met als uitschieter dat chaotische jaar 1968. In dat rampzalige jaar werd dominee Martin Luther King vermoord, roeiden Amerikaanse soldaten in My Lai een heel dorp uit, vonden in Griekenland massale arrestaties plaats, werd de prille Praagse lente gewelddadig gesmoord, braken in Parijs de studentenrevoltes los en was de verbeelding even aan de macht. Alles bijeen méér ramp dan glorie! De dromen van hun hippieouders waren de kinderen van de verloren generatie toen al lang vergeten.
De Amerikaanse auteur Douglas Coupland sprak van generatie X (naar het sociologische boek Class, waarin Paul Fussell de X gebruikte ter aanduiding van een groep mensen die niet langer mee wilde doen met het op conventionele manier verwerven van geld en status). Over die verloren, gefrustreerde en weinig gemotiveerde generatie schreef Coupland in 1991 zijn bekende werk Generation X, waarin de hoofdpersonages hun banen zonder toekomst opgeven en er doelloos op los gaan leven.
Generatie Y, soms ook wel echoboomers of millenniumgeneratie genoemd, is de volgende generatie. Ook generatie Y is een uit de VS afkomstige aanduiding voor mensen die tussen 1978 en 1995 geboren zijn. Het zijn scholieren, studenten en jonge starters op de arbeidsmarkt van nu. Ze brengen veel tijd door achter hun computer, ze chatten en kennen de weg op het internet. Ze spreken elkaar via sms in een taal vol afkortingen. Ze lezen nauwelijks kranten. Ze hebben nooit van de bank op hoeven te staan om de televisie op een andere zender te zetten. Lineair denken