Persbericht
Verklaring en oproep door het ANV-bestuur, in vergadering op 16 december 2006
Het Algemeen-Nederlands Verbond eist een eenvoudige naturalisatie van Vlamingen in Nederland en van Nederlanders in Vlaanderen
In verband met de naturalisatie van Vlamingen in Nederland en van Nederlanders in de Vlaamse Gemeenschap in België stelt het ANV-bestuur vast dat het in 2006 nog mogelijk is dat er een taaltoets geëist wordt. Het geval-Breda van oktober ll. bewees dat nog eens: een Vlaamse vrouw, 29 jaar woonachtig in Nederland, met Nederlandstalige diploma's van Vlaanderen, met publicaties in het Nederlands en met een tijdelijk docentschap aan Nederlandse opleidingsinstituten, moet voor naturalisatie een staatsexamen ‘Nederlands als tweede taal’ afleggen.
De immigratiedienst bevestigt dat het inderdaad wel een algemene regel is en dat het wel gaat om een ingewikkelde en dure procedure.
Veel concrete voorbeelden kennen we verder niet, wel enkele vage mededelingen, ook van Nederlanders in Vlaanderen. De onduidelijkheid die bij deze situatie gebleken is, vervult het ANV-bestuur met grote zorg.
Het is in elk geval onbegrijpelijk dat er tussen Vlaanderen en Nederland geen klare afspraak is voor een eenvoudige naturalisering, zonder onder andere een taaltoets Nederlands, onze gemeenschappelijke taal, zoals bepaald in het Verdrag van de Nederlandse Taalunie en in het Cultureel Verdrag tussen Vlaanderen en Nederland.
De uitvoering van het eerste verdrag is sinds de Belgische staatshervorming toevertrouwd aan de Vlaamse Gemeenschap. Daardoor werken Nederland en Vlaanderen (met eigen culturele bevoegdheid) officieel samen om een gemeenschappelijk beleid voor het Nederlands te ontwikkelen. Het tweede verdrag werd op 17 januari 1995 in Antwerpen ondertekend door de Nederlandse en de Vlaamse regering. De term ‘Cultuur’ wordt in de brede betekenis gebruikt. Dat blijkt niet alleen uit de uitgebreide titel van het verdrag, maar ook reeds uit artikel 1: ‘De verdragsluitende partijen werken zo nauw mogelijk samen op het gebied van cultuur, onderwijs, wetenschappen en welzijn.’
Het ANV-bestuur vraagt het Secretariaat van de Nederlandse Taalunie (NTU) en de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland (CVN) dringend de respectieve regeringen te adviseren over deze gemeenschappelijke aangelegenheid, en erop aan te dringen dat een eenvoudige, natuurlijke naturalisatiemogelijkheid gegarandeerd wordt voor Vlamingen in Nederland en voor Nederlanders in Vlaanderen. Het gaat hier namelijk niet om anderstalige migranten, maar om leden van dezelfde Nederlandse taalgemeenschap.
Het ANV-bestuur heeft intussen vernomen dat het secretariaat van de CVN een advies zal voorbereiden.
Het ANV-bestuur deelt ook met genoegen mee dat de heer Axel Buyse, de vaste vertegenwoordiger van de Vlaamse regering in Nederland, de ‘zaak’ al aanhangig gemaakt heeft bij de NTU.
Ook de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Buitenlands Beleid, is namens de Vlaamse regering bezig met deze problematiek.
Deze verklaring en oproep sturen we intussen graag als een open schrijven naar de media.
Het ANV-bestuur vertrouwt erop dat het probleem binnen de kortst mogelijke tijd een gunstige oplossing krijgt.
Met bijzondere hoogachting en vriendelijke groet, Herman Gevaert, algemeen voorzitter ANV