Neerlandia/Nederlands van Nu. Jaargang 110
(2006)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
Brussel, een gebied apart
| |
[pagina 9]
| |
kers, voor een deel ook deeltijds. Hij mikt met zijn regionale weekblad voor Brussel op hoogstaande en ethisch verantwoorde journalistiek en is daarin zeker geslaagd. ‘Vroeger stonden de kranten nog voor iets, voor een bewogen idee. Ik wil geen doemdenker zijn, maar stel vast dat de commerciële druk in het hele mediagebeuren sterk is toegenomen. Het is de pers aan te zien. Daarenboven kampen wij ook met de moeilijkheid dat de lezersgroep in deze stad van iets meer dan één miljoen inwoners heel divers is: van de gepensioneerde arbeider uit Anderlecht tot de secretaris-generaal in Ukkel. Wij richten ons op een zeer breed publiek. Hoewel wij door de Vlaamse overheid gesubsidieerd worden en ons blad niet verkopen, moeten we toch een lezerspubliek werven. Dat onze oplage sinds de nieuwe aanpak met 20 procent gegroeid is, toont onze werfkracht. Als regionaal weekblad tonen we in elk nummer bepaalde onvermoede aspecten van Brussel. Andere media doen dat niet. Bij ons kan men volgen wat er in Brussel leeft en beweegt, en wat er te doen is. In toenemende mate duikt onze informatie ook in de bredere pers op, jammer genoeg niet steeds met bronvermelding. Wij verheugen ons over onze redactionele onafhankelijkheid en waarderen het dat de Vlaamse overheid en de politieke wereld die onafhankelijkheid onderschrijven.’ | |
Hoe ziet u het gebrek aan belangstelling voor de verkiezingen in Brussel?‘In de negentien Brusselse gemeenten was weinig spektakel te verwachten voor de Vlaamse pers. Er vielen geen sensationele nieuwtjes te vergaren. Alleen na de uitslag, toen vicepremier OnckelinckxGa naar eind1 in Schaarbeek uit de boot viel, was dat nieuws. De stembusuitslag was voor de Vlaamse pers en ook voor de televisiemakers geen prioriteit. De aandacht gold vooral Antwerpen en het reilen en zeilen van de PSGa naar eind2 in Wallonië, omgeven door een sfeer van fraude.
Nochtans hebben wij de verkiezingen hier op de vierde verdieping van het vroegere omroepgebouw (aan het Flageyplein) met erg veel spanning gevolgd. In Brussel hadden we tachtig gekozenen. De vrees bestond dat dit cijfer sterk kon dalen omdat het aantal traditioneel Vlaamse Brusselaars daalt en de Vlaamse inwijking dit niet voldoende compenseert. Een achteruitgang zou de verankering van de Nederlandstalige gemeenschap in Brussel schaden. De legitimiteit van de ondersteuning van deze groep zou weer opnieuw een vraag worden. De taalwetgeving en de institutionele omkadering, de evenwichten tussen bescherming van de Franstalige gemeenschap op federaal niveau en de bescherming van de Nederlandstalige gemeenschap op Brussels niveau zouden weer op de helling kunnen komen te staan. Het was dus vanuit Vlaams oogpunt echt belangrijk dat Brussel de derde stad bleef. Jammer dat dit in de binnenlandse pers nauwelijks aan de orde was.’ Els Witte, hoogleraar aan de VUB en gewezen rector, staat aan de bron van veel onderzoek over Brussel. Over Brussel geeft ze vanuit taaloogpunt de volgende afgeronde cijfers (in DS van 2 november 2006): ‘Het aantal eentalige Nederlandstaligen - mensen die thuis alleen Nederlands spreken, tien procent, daalt inderdaad. Maar het aantal eentalige Franstaligen schommelt ook slechts rond de vijftig procent.(...) Verder is zo'n tien procent tweetalig, Nederlands-Frans. Nog eens tien procent zijn zogenaamde nieuwe tweetaligen, die Frans of Nederlands combineren met Turks, Arabisch-Marokkaans of een van de tweehonderd andere talen die hier worden gesproken. De rest, twintig procent, zijn eentalige anderstaligen. Die spreken in het gezin Frans noch Nederlands.(...) Eenderde van de Brusselaars zegt het Nederlands goed te beheersen, nog eens vijftig procent zegt een basiskennis te bezitten.’ Daarbij vermeldt Els Witte de dagelijkse pendelbeweging van Vlaamse werknemers naar Brussel niet eens. | |
Welke betekenis hecht u aan deze cijfers?‘De onderwijsgegevens en het cultuurleven laten zien dat de Nederlandstalige gemeenschap een dynamische gemeenschap is. Ook zien we dat sommige Brusselse gemeenten tweetaligheid in hun gemeente bevorderen door de onderdompeling van leerlingen in een taalbadsysteem. Het is een goede beleidskeuze als overheid af te stemmen op het breedst mogelijke publiek in Brussel. Dat doen de Vlaamse overheid en de Vlaamse Gemeenschapscommissie van Brussel. Brussel is een kosmopolitische stad geworden met groot Europees belang, met EU-instellingen en de NAVO. In feite is Brussel voor ons belangrijker dan de vermelde derde plaats.
Wij moeten niet treuren over de geleidelijke daling van het aantal traditioneel Vlaamse Brusselaars. Ook al wordt die daling niet onmiddellijk gecompenseerd door nieuwe Vlaamse inwijkelingen, er is duidelijk een dynamiek van Nederlandstalig cultureel en maatschappelijk leven aan de gang. Die is breder dan de oorspronkelijke groep. Die dynamiek moeten we ondersteunen. BDW werkt daaraan mee.’ | |
Na de verkiezingen kopte BDW ‘victorie’ en schreef u: ‘Dit moet ons optimistisch stemmen.’‘In 1994 waren er zeventig Vlaamse gekozenen, in 2000 tachtig.Wij zitten nu ongeveer op hetzelfde niveau en in 2007, wanneer de nieuwe gemeenteraden hun functie opnemen, verwacht ik nog wat meer. Wij hebben wellicht nog nooit zoveel schepenen gehad: negentien en één voorzitter van een OCMWGa naar eind3. In sommige gemeenten is het resultaat ondenkbaar goed. Niemand had zoiets durven te voorspellen. Slechts in twee gemeenten zullen we geen schepen hebben: Oudergem en Sint-Lambrechts-Woluwe. Dat is niet te | |
[pagina 10]
| |
De rotatiepersen van drukkerij Roularta in Roeselare, tijdens de druk van het duizendste nummer van Brussel Deze Week. © BDW/archief
wijten aan een strategische fout om als Nederlandstaligen op een eentalige lijst samen te gaan, het is eerder het gevolg van de rabiate onwil van de burgemeesters van deze gemeenten om Nederlandstaligen op hun lijst te zetten.
De taalgemengde lijstenGa naar eind4 pakten vaak voordelig uit voor de Nederlandstalige kandidaten. Bij gemeenteraadsverkiezingen stemmen mensen veeleer op een naam dan op de lijst.. De verhoogde aandacht van de Nederlandstalige kiezer heeft bijna overal gewerkt. Wij hebben ook opgeroepen een naamstemGa naar eind5 te geven. Het is opvallend dat sommige Nederlandstalige kandidaten vanuit plaatsen die niet onmiddellijk verkiesbare plaatsen lijken, toch verkozen werden. Daarvoor zijn stemmen nodig van buiten de eigen groep. Wie nieuwe kanalen van engagement opgezocht heeft, zich ingezet heeft in oudervereniging, buurtcomités of actiegroepen, heeft nieuwe kiezers gevonden.
Het is onjuist te denken dat Nederlandstaligen op taalgemengde lijsten per definitie excuus-Nederlandstaligen zijn. Alles moet in zijn context beoordeeld worden. Ik had nooit gedacht dat er zoveel Nederlandstalige schepenen zouden zijn. Dankzij deze schepenen krijgen de Nederlandstalige gemeenschap en de daartoe behorende socioculturele instellingen in die gemeenten een hogere vitaliteit. Dat is een voortvloeisel uit het LombardakkoordGa naar eind6 van 2001.’ | |
Veel inwoners van Brussel hebben een niet-Belgische afkomst. Is van deze diversiteit wat te bespeuren in de uitslag?‘De precieze berekening moet nog gemaakt worden. Ze zal pas in het begin van 2007 heel nauwkeurig afgerond worden. Ik denk dat zowat twintig procent van de gekozenen van allochtone origine zijn. De meeste partijen hebben hierop afgestemd. De socialistische PS en de christendemocratische CDHGa naar eind7 hebben zich het duidelijkst voorbereid op het etnisch stemmen. Dat daarbij soms militanten met jaren trouwe dienst in de kou bleven staan en dat de bekendheid met de partij voor de nieuwkomers niet steeds vooraan stond als maatstaf, geeft wellicht nog wat problemen. Ideaal zou het zijn dat diegenen die maatschappelijk slagen en zich politiek engageren, zich als rolmodel voorstellen op een lijst van hun keuze. Dat is deze keer niet steeds gebeurd.’ In twee gemeenten, Etterbeek en Elsene, werd een Nederlander verkozen op de Ecololijst; het betreft Rik Jellema en Marie Katee. Voor Rik Jellema is het de tweede termijn. | |
Een laatste woord?‘Veel ligt in de handen van de gekozenen: nieuwe kanalen aanboren - en maatschappelijk engagement. Kwaliteit bij het beleid helpt. Het populisme doet het vooralsnog niet meer in Brussel. BDW volgt wat er in elke gemeente gebeurt. Het blijft ons journalistieke doel te bewijzen dat de Nederlandstalige regionale pers kwalitatief hoogstaand kan zijn. Ook blijven wij mikken op de breedst mogelijke groep. Daartoe zetten we nu ook een partnerschap op met andere mediagroepen in Brussel, zoals FM en TVBrussel. Nieuws op de webstek vindt onze lezer ook op www.brusselsnieuws.be. Wij verheugen ons over het feit dat de Vlaamse overheid reeds vroeg tot het besef gekomen is dat een apart medium zoals het onze voor deze aparte hoofdstad noodzakelijk is en ons ook in onze onafhankelijkheid steunt.’
Als we terugkijken op dit gesprek lijkt het er wel op dat het een zeer gedurfd en levenskrachtig besluit van de Vlaamse politici was Brussel tot hoofdstad van de Vlaamse Gemeenschap te kronen: in geen andere stad in de Lage Landen is de ontmoeting van culturen en de participatie daaraan van ons, laaglanders, zo intens als in Brussel. Brussel Deze Week is daarbij voor het beleid én voor ons inderdaad een kostbaar medium. |
|