gevallen biedt de witte spelling de taalgebruiker gewoon wat meer vrijheid dan de groene spelling. Zo worden naast pannenkoek, appel ‘verzameling van aanwezigen’, metier, per se en middeleeuwen ook pannekoek, appèl, métier, persé en Middeleeuwen geaccepteerd. Wat geaccepteerd wordt naast de officiële spelling, blijkt niet in alle gevallen uit de woordenlijst zelf van Het Witte Boekje, maar vaak alleen uit een toelichting bij een of andere regel (pp. 13-109). Zo is in de woordenlijst alleen de spelling metier te vinden, niet métier. Regel 15 zegt: ‘Maar wie het bij bepaalde woorden duidelijker of logischer vindt om de oorspronkelijke accenten te handhaven, mag dat gerust doen: métier, séance. In de woordenlijst staan alleen de noodzakelijke accenten.’
Hoewel het er uiteindelijk allemaal niet zo veel toe doet - spelling is toch alleen maar een afspraak over de manier waarop je taal op papier zet - heb ik wat moeite met die tolerantie van de witte spelling. Die tolerantie wordt namelijk in regels gegoten en is daardoor op haar beurt weer vatbaar voor heel wat kritiek. Waar kun je namelijk tolerantie laten beginnen en waar moet die ophouden? Het is bijvoorbeeld toch al te gek om naast per se, in spe, pre, ave en facsimile uitdrukkelijk de on-Latijnse vormen met accent aigu (persé - waarom niet ook per sé? - in spé, pré, avé en facsimilé) te tolereren, maar de helemaal niet on-Franse vormen prostituée, attachée, protégée en dergelijke niet uitdrukkelijk als mogelijkheid op te geven.
Vreemd is de opmerking dat protegé en procedé het accent aigu in de tweede lettergreep niet meer hebben (ook niet in de groene spelling) omdat de e in die lettergreep (vaak) niet als /ee/ uitgesproken wordt. Die opmerking is helemaal in strijd met regel 1 (p. 13): ‘De spelling gaat uit van de klanken die hoorbaar zijn in de standaarduitspraak. [...] Met standaarduitspraak is een nadrukkelijke en duidelijke uitspraak bedoeld van afzonderlijke woorden in het Algemeen Nederlands. Zoals de woorden dán klinken, worden ze ook geschreven.’ In het Uitspraakwoordenboek van Heemskerk en Zonneveld (2000) vinden we bij protégé en procédé (toen nog zo gespeld) de standaarduitspraak, d.w.z. de uitspraak met /ee/ in de tweede lettergreep.
In het Witte Boekje is veel aandacht besteed aan een heel zorgvuldige en voor zoveel mogelijk taalgebruikers toegankelijke formulering van de regels. Toch ontsnapt ook dit naslagwerk niet aan de nodige portie vaagheid. Regel 15 zegt bijvoorbeeld (p. 28): ‘Op een e die in de eerste lettergreep van een woord staat, komt geen accent aigu, behalve op woorden of woordgroepen die nog een duidelijk Frans tintje hebben en daarom als “echt Frans” worden gezien.’ Het is onzin om regels te baseren op een subjectief aanvoelen van iets (‘een Frans tintje hebben’). Ik nodig u uit om op basis van die regel de ontbrekende accenten te plaatsen op de eerste lettergreep in de volgende woorden: cedille, debouché, debacle, degénéré, egards, meritoire, rechaud en specialité. De correcte oplossing is: cedille, débouché, debacle, dégénéré, egards, méritoire, rechaud en spécialité. Bovendien kun je je afvragen hoe een anderstalige die Nederlands leert, met zo'n gekke regel moet omspringen. Voor een Franstalige die Nederlands leert, hebben al die woorden ongetwijfeld een Frans tintje.
Gek is dat naast cadeau ook de vorm kado toegelaten wordt, maar dan als informele variant. Ik heb daar twee bezwaren bij. Eén. In informeel taalgebruik kan iedereen sowieso schrijven hoe hij dat wil. Informele spellingvormen hoeven niet in een adviesboek opgenomen te worden. Sms-spelvormen zijn ook informele vormen, maar die staan niet in dit spellingboek. Twee. Waarom wel kado, maar niet buro en nivo?
Sommige spellingen, zoals keel-neus-en-oorarts, zijn beter dan in de officiële spelling (keel-, neus- en oorarts). Het gaat namelijk om een arts die gespecialiseerd is in aandoeningen van de keel, de neus én het oor. De officiële spelling heeft het eigenlijk letterlijk over drie verschillende artsen. In een aantal gevallen maakte de witte spelling een betere keuze dan de groene spelling. Zo is 1-aprilgrap en 8-uurjournaal beter dan 1 aprilgrap en 8 uurjournaal.
Hoewel het Witte Boekje bepaalde spellingproblemen beter aanpakt dan het Groene Boekje, vind ik de protestbeweging met dit boekje als resultaat geen goede zaak. Tussen 1954 en 1995 konden we kiezen uit twee spellingen: een voorkeurspelling en een toegelaten spelling. Ondanks de onvrede met de vernieuwde spelling van 1995 was iedereen het erover eens dat de afschaffing van een van de twee spellingen een goede zaak was. Nu heeft het Platform de witte spelling weer een alternatieve spelling geïntroduceerd, die net als in 1954 de geschreven pers in twee kampen verdeelt.