Er is overal en altijd wel iets
Er is de laatste jaren nogal wat spellingcommotie geweest in ons taalgebied. Is dat nodig? Vóór de negentiende eeuw bestond er geen officiële spelling in Nederland. Pas in 1804 kwam er van overheidswege een eerste regeling, die voor het onderwijs verplicht werd. Eeuwenlang waren er geen overal geldende vaste regels. Er bestond een zekere vrijheid met regionale verschillen, zodat specialisten nu teksten en bronnen op grond daarvan kunnen thuisbrengen. Over die verschillen struikelde niemand. Dat zien we nog aan de vele manieren waarop de naam Hendriks bv. geschreven kan en blijkbaar ook mag worden: Hendricks, Hendrickx, Hendrix, Hendrikx, Hendryckx, Henderiks, Henderijckx enz.
Veel hing daarbij af van de schrijver die de naam in de registers van de kerk of de burgerlijke stand optekende, van de periode en de streek. Mensen kunnen erg gehecht zijn aan de schrijfwijze van hun naam en vinden het maar vervelend als die verkeerd gespeld wordt. Met voornamen gaat de (moderne) mens van de andere kant weer spelen: Tejo, Moniek, Lowie, Zjef, Marjan, Flip, Misjoe. Dat hoeft overigens niet gekker te zijn dan: Jan (Johannes), Jaap (Jacobus), Marleen (Maria Magdalena), Trees (Theresia).
Taalgebruikers hebben behoefte aan zekerheid. Als de overheid (op grond van voorstellen van spellingcommissies) die niet kan geven, ontstaat er teleurstelling, én ... gaan er stemmen op dat de overheid zich er niet mee moet bemoeien.
De spelling van het Engels is in de loop van de laatste eeuwen zo goed als niet aangepast aan de veranderingen die de taal zelf onderging. Dat blijkt uit de verschillende manieren waarop dezelfde klinker geschreven kan worden:
receive - peace - piece - deap
few - neutral - furious
make - mai - eight
why - lie - light - dye
En wat is er in de uitspraak nog overgebleven van de als Leicester en Middlesbrough geschreven plaatsnamen?
Behalve enkele woorden - bv. color voor colour, tonite i.p.v. tonight en to realize met een z - zijn zelfs de vooruitstrevende Verenigde Staten niet anders gaan schrijven. In het Verenigd Koninkrijk zijn experimenten gedaan met een vereenvoudigde spelling voor het onderwijs. Door de half historische, inconsequente, moeilijke manier van spellen, zo werd gesteld, schrijven onze schoolkinderen veel fouten, wat tot een minderwaardigheidscomplex leidt en op zijn beurt de oorzaak is van een abnormaal hoge jeugdcriminaliteit. Maar een gemakkelijker spelling voor schoolkinderen alleen schept natuurlijk óók een maatschappelijk probleem. Van ironicus en uitdagend spotter G.B. Shaw (1856-1950) wordt verteld dat hij bij een banket aan een tafeldame vroeg het door hem opgeschreven woord ghoti te lezen, waarbij na een poos bleek dat hij daarmee fish had gespeld: gh van enough, o van het meervoud women en ti van nation.
Men vindt het soms vreemd dat het Duits zijn zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter laat beginnen. Demonstreren Engelstaligen hun zelfzekerheid en eigenwaarde door hun ik-persoon van een hoofdletter te voorzien?
Met de spelling van het Frans is het niet anders gesteld. Er is enkele jaren geleden weliswaar iets gedaan aan de door scholieren zo gevreesde accord du participe passé, maar er blijven afgronden bestaan tussen wat je hoort en hoort te schrijven. Een greep uit het klinkerarsenaal:
fermer, fermé / fermée, fermés / fermées, vous fermez
j'ai - et
mai - mais - parfait - Roubaix - dès - c'est
tu as - elle a - à
pourquoi - bourgeois - doigt - toit - froid
joli - Paris - rit
ou - vous - tout
blanc - sans - avant - vent - en - rang - quand
peur - coeur
propos - tantôt - eau
De spelling van eau heeft bij ons het grapje laten ontstaan dat Waterloo de meest typische Belgische plaatsnaam is, want ... tweetalig (water + l'eau).
Het Italiaans, het Spaans en vooral het Turks hebben een benijdenswaardig eenvoudige spelling, met een welhaast fonetische grondslag.
Het Duitse taalgebied heeft het al vroeg aangedurfd de Latijnse c als k te schrijven: Kultur en konsequent, maar blijft bij Qualität en Philosoph, terwijl wij nu consequent kwaliteit produceren. Eind jaren negentig is in Duitsland de discussie losgebarsten, met processen en al, of Schikoree, Portemonee, Spagetti (zonder h) en Majonäse bv. wel mogen. En of - wie schrijft zo'n woord ooit, maar als - of het dan Flussschifffahrt moet zijn. Maar er werd niets gedaan aan: Mal - Saal - Wahl; Gebot - Boot - Kohl; Meer - mehr.
Tussendoor moeten we hier vaststellen dat de Slavische talen met de spelling van hun bastaardwoorden blijkbaar geen moeite hebben: Polen denkt er niet bij na dat okazja, televizja, agencja, masa?, makija? relatief jonge import zijn. En een