Neerlandia/Nederlands van Nu. Jaargang 110
(2006)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |
Kroniek
| |
[pagina 13]
| |
Werf voor binnenschepen -- Jeroen Hermkens (1960).
voor het opbouwen en catalogiseren van een grootse collectie traditioneel Spaans aardewerk, de enige collectie die morfologisch compleet is; ze komt uit 325 dorpen. Volgden het Fries Museum (Leeuwarden, 1996), het Museo Nacional de Cerámica (Valencia, 1996), het Glasmuseum Hentrich (Düsseldorf, 1997) - en dan, in 2003, het Historisch Museum Deventer. | |
Historisch Museum DeventerOp de mogelijkheden in de museale sfeer in Deventer werd het echtpaar Knecht-Drenth geattendeerd door aankopen bij een plaatselijke kunsthandelaar. De opzet van het Historisch Museum Deventer is een museale collectie te hebben die voor elk wat wils biedt. Dat spoort met de maatschappelijke ontwikkelingen die in meer gemeenten waarneembaar zijn: die van cultuurtoerisme en van vervlechting met maatschappelijke en educatieve domeinen. De gang naar een museum met verschillende onderdelen is er een die ook aansluit op ontwikkelingen in andere sectoren van de maatschappij. En als er dan een collectie wordt geschonken die voorziet in die uitbreidingsgedachte en die als het ware zichzelf kan bedruipen dankzij het fonds, dan kan een museum in deze ontwikkeling die alleen maar dankbaar aanvaarden. Op 20 oktober 2003 werd in een bijzondere raadsvergadering in aanwezigheid van Tijmen en Helen Knecht-Drenth de schenking bij acclamatie aanvaard. Tijmen Knecht gaf nog een klein college kunstgeschiedenis in zijn toespraak tot de raad, waarin hij constateerde dat na 1945 het reële, concrete en exacte ‘uit’ was, en alleen
Directeur Musea Deventer Charles Boissevain en assistentconservator Mara Bosboom; achter hen een schilderij met een zicht op Deventer van Johan Hendrik Weissenbruch.
| |
[pagina 14]
| |
Deventer gezien vanaf de spoorbrug.
innerlijke roerselen nog telden. Dat daarbij een historische blik op de ontwikkelingen in ons land een schaars goed werd, was een onvermijdelijk gevolg. Knecht concludeerde: ‘PernisGa naar eind2 is niet mooi. Het is alleen mooi voor wie in al die installaties, tanks en treinen het symbool zien van menselijke inventiviteit en scheppingskracht dat heenwijst naar een steeds verstrekkender kunnen.’
En aan het adres van het Deventer museum gaf hij het antwoord op de ook door ons gestelde vraag: ‘Wie koopt nu ‘Pernis’ of een moderne windmolen op het doek? Mijn antwoord luidt: een museum dat zich tot taak heeft gesteld het verschuivende beeld van dit land te blijven volgen.’ En met de overhandiging van een schilderij van de Deventenaar Han van Meegeren aan de burgemeester was de overdracht van de collectie Knecht-Drenth een feit. De burgemeester had hier namens de gemeente een heel mooi antwoord op: ‘Het is mij een bijzonder genoegen u te kunnen mededelen dat de gemeenteraad van Deventer in haar vergadering van 20 oktober 2003 heeft besloten aan het echtpaar Knecht-Drenth de zilveren erepenning van Deventer toe te kennen en de heer en mevrouw Knecht-Drenth in te schrijven in het Gulden Boek van de gemeente Deventer.’ |
|