De geschiedenis van België
Rond de honderdvijfenzeventigste verjaardag van België is er nogal wat feest gevierd, zij het niet door fervente Heel-Nederlanders, ‘België-barst’-freaks en gediplomeerde anarchisten, waartoe steller dezes behoort. Wie treurt er trouwens om een feestje meer? Daar stond tegenover dat er geen wereldtentoonstelling was als de Expo in '58 - wellicht een gepland ontbreken. Je weet maar nooit of België, ontdaan van alle mythen, nog zal bestaan in het jaar dat een dergelijke tentoonstelling zijn deuren opent. De Nieuwe Geschiedenis van België, onder redactie van V. Dujardin, M. Dumoulin, E. Gerard en M. Van den Wijngaert, leidt dit zoveelste onverwachte lustrum van de staat met academische vrolijkheid in, met de grootste openheid naar wat komen zal:
Met de geschiedschrijving gaat het zoals met de geschiedenis zelf. Ze is veranderlijk. Daarom is ze ook zo interessant. Het België van 2005, dat aarzelt over zijn toekomst, is niet langer het België van de belle époque (...). De geschiedenis van de Belgische ruimte wordt vandaag onderzocht noch begrepen zoals ze eertijds door Pirenne en voor hem door Godefroid Kurth werd onderzocht en begrepen.
Dit nieuwe, negendelige standaardwerk in drie banden, waarvan twee reeds zijn verschenen, is het werk van een ploeg gedegen academici uit de beide grote landsdelen en uit verschillende levensbeschouwelijke families. Geen éénheidskoek dus, zoals bij de voortreffelijke geschiedschrijvers die Pirenne (de Belgische stam) en Geyl (de Nederlandse stam) waren, maar een ernstige plurale aangelegenheid. De eerste recensies zijn verschenen en tonen soms verwantschap met elkaar. De eerste zetfouten (VVB in plaats van VUB en dergelijke) zijn al opgemerkt. Er bestaat geen twijfel over: uitgever Lannoo zit met deze publicatie voor dit onderwerp weer enkele jaren goed.
Staat onze vereniging er ook in? Ja, in de eerste twee banden alleszins. In het deel over de Vlaamse emancipatie in band 1:
De protestvergadering van het Algemeen Nederlandsch Verbond in Gent op 21 februari 1897, waar sprekers van alle gezindheden het woord voeren, lokt eveneens twee- à drieduizend mensen. Het Algemeen Nederlandsch Verbond is in 1895 in Brussel opgericht door de liberaal Hippoliet Meert met aanvankelijk de belangen van de Nederlandse taal als strijddoel, later ook die van de ‘Nederlandse stam’, maar door de levensbeschouwelijke neutraliteit in het vaandel te voeren is een werkelijk Groot-Nederlands Verbond moeilijk te realiseren...
Dit stukje van Gita Deneckere behandelt de stemming over de Gelijkheidswet, waardoor het Nederlands als wetstaal evenwaardig werd aan het Frans. In de tweede band, het deel over het ontluiken van de twintigste eeuw, schrijft Michel Dumoulin:
Op 30 oktober 1905 houdt Lodewijk De Raet, een van de boegbeelden van de Vlaamse beweging, in Gent een toespraak voor het Algemeen Nederlandsch Verbond. Dit moment vormt een welbepaalde breuk met de eisen die strikt op taal en cultuur gebaseerd waren. ‘Een economisch programma voor de Vlaamsche Beweging’, zo luidt de titel van de lezing. De Raet zegt: ‘Een volk dat zich niet aansluit bij de tendensen van zijn tijd is ten dode opgeschreven.’
De Raet legt een programma voor, dat het voor de Vlaamse jeugd en het Vlaamse volk mogelijk moet maken volledig deel te nemen aan de technisch-industriële beschaving. Hij legt de ideologische basis voor het Vlaams Economisch Verbond, een ondernemersverbond dat na de Eerste Wereldoorlog haar sociale verantwoordelijkheid wil opnemen voor de Vlaamse gemeenschap.
Het is uitkijken naar de derde band. De recensiearbeid zal zijn neerslag ook in Neerlandia vinden. Het denken over de gemeenschappelijke toekomst zal ongetwijfeld ook in het huidige ANV zijn beslag vinden.