Nederlands van Nu
Jaargang 54 - juli 2006
Bijnamen voor Duitsers
Frans Debrabandere
We hebben altijd al bijnamen gebruikt voor andere volkeren. De Amerikanen noemen we yankees of ‘Jannekes, Jantjes’, Engelse soldaten zijn tommy's, terwijl de typische Engelsman John Bull heet. De Deen is een hanneman en de Chinees is John Chinaman. Een Italiaan noemen we wel eens een spaghettivreter of macaronivreter.
De Duitsers hebben talrijke bijnamen. In Nederland worden ze meestal moffen genoemd. Het was oorspronkelijk een bijnaam voor in Nederland werkende Duitse, m.n. Westfaalse arbeiders of bedienden. Maar voor de Hollander waren de moffen ook wel bewoners van andere provincies, zoals Gelderland of Overijssel. In 1784 lezen we zelfs: ‘De Zeeuwen zyn nog al van de domste Moffen niet’. Maar met een mof wordt vandaag algemeen een Duitser bedoeld, terwijl een moffin een Duitse vrouw is. In 1574 kwam al mofmaff voor en in 1581 Hans Mof, duidelijk vertalingen van muffmaff, Hans Muff. Mof is een pejoratief woord. In het Duits is een Muff ‘een knorrepot, mopperaar, iemand die zwijgzaam en ongemanierd is’. Ook in het West-Vlaams is een moef ‘een nurk, een nors en zwijgzaam mens’. In het Antwerps is een moef eveneens ‘een onvriendelijk mens’. In de 17de eeuw bestond de zegswijze zwijgen als ene mof. Ook het Duitse woord Muffel betekent ‘brompot, mopperaar, naar en zwijgzaam mens’, maar ook ‘snoet, snuit’. Muffeln is ‘brommen’, een frequentatief bij muffen, müffen, mupfen ‘vertrekken van de mond, een nors gezicht trekken’, Duits Muff, Mupf ‘hangmuil’. Het woord mof voor ‘Duitser’ is in Vlaanderen niet gebruikelijk.
De Fransen noemen de Duitsers les boches. Het woord boche komt voor het eerst voor in Metz in 1862 in de volkse uitdrukking têtes de boches, wat zoveel wil zeggen als ‘hardkoppen’. Boche zou door aferesis verklaard kunnen worden uit alboche, een slangwoord voor ‘Duitser’ (voor 1870), te vergelijken met italboche. Maar het is veeleer een verkorting van caboche ‘hoofd’, ook tête de caboche, d.w.z. tête carrée of ‘koppigaard’. Het woord maakte vooral opgang in de Eerste Wereldoorlog, toen sale boche ‘smerige mof’ niet van de lucht was.
Die tête carrée doet meteen denken aan het Amerikaanse scheldwoord squarehead (1903). In zijn Dictionary of contemporary slang suggereert Jonathon Green dat het woord kan verwijzen naar het hoekige kapsel van Pruisische soldaten in de 19de eeuw. Maar vermoedelijk moeten we square veeleer opvatten als ‘rechthoekig’, vandaar ‘recht, rechtuit, onomwonden, stevig’.
De Fransen noemen de Duitsers ook wel les fritz, of met een verkleinvorm les fridolins. Fritz is sinds 1914 een Franse scheldnaam voor de Duitser. Het is de roepnaam voor Friedrich. De Pruisische koningen Friedrich waren namelijk symbool voor het Duitse militarisme, m.n. Friedrich der Große (1786-1797). De naam werd in 1914 gewijzigd in frisé en in 1940 in frisou. Het verkleinwoord fridolin ‘gekke kerel’ werd in 1939-1945 een variant van fritz ‘mof’.
De zo gebruikelijke voornaam Hans slaat ook wel op de Duitser of zelfs op de Duitse natie. In de Klucht van Robbert Lever-worst (1662) schrijft I. Vos: ‘Soo een Hooghduytse Hans Mof maf (as jy bint) heb 'k men leeven... niet esien.’
Op een andere klassieke Duitse voornaam slaat Heinie, Heine of Hiney sinds 1904 in Noord-Amerika. Dat is duidelijk een korte naamvorm voor Heinrich. Volgens The Oxford dictionary of slang van John Ayto (2001) komt sinds 1985 Erich, Eric voor.
Beter bekend is jerry, sinds 1919, voor een Duitse soldaat. Jerry is eigenlijk een Engelse voornaam, een vleivorm van Gerald, Gerard of Jeremy. Maar de Engelse spotnaam Jerry voor ‘Duitse soldaat’ en vandaar voor ‘Duitser’ heeft daar niets mee te maken. Eigenlijk is het Gerry, een naam waarmee Engelse piloten een Duits vliegtuig of een Duitse piloot bedoelden, dus eigenlijk een German of Duitser. Eveneens van de Duitsers leerden de Engelsen in Noord-Afrika in 1943 de jerrycan kennen, dus de german can, die de Duitsers een Kanister noemen. Het Duitse benzineblik was praktischer dan het geallieerde, hoekig en makkelijk stapelbaar. De geallieerden namen het over en noemden het jerrycan.