Neerlandia/Nederlands van Nu. Jaargang 110

[p. 22]

Kroniek-kort

En weer wonnen de Vlamingen

Het Groot Dictee der Nederlandse Taal (dr. Frans Debrabandere fronst hier: het moet ‘het grote dictee’ zijn en hij heeft gelijk!) heeft ook in de editie van 2005 weer een Vlaamse winnaar opgeleverd: Elsie Ribbens (met vier fouten), werkzaam als ondertitelaar bij de Vlaamse commerciële omroep. Maar dat niet alleen: de plaatsen twee tot en met vier kwamen ook in Vlaamse handen. De beste Nederlander werd Dennis Breuker, op de vijfde plaats met 14 fouten. Het is tijd voor de Nederlanders zich af te vragen waarom er tegen elke nieuwe spelling zoveel te zeggen is, als ze het zelf al niet kunnen spellen. Advocaat Hiddema (47 fouten) verwoordde het volgens Het Parool (20-12-06) treffend, toen hij verzuchtte: ‘Ik ben een prater, geen schrijver. Daar heb ik een secretaresse voor.’ Misschien kan hij haar dan beter afvaardigen.

Het Nederlands van Marten Toonder geboekt

In december 2005 verschenen twee Bommelboeken, die door de ouder geworden lezertjes (zestigers) van de overzichtelijke wereld van Ollie B. Bommel en Tom Poes wel massaal aangeschaft zullen worden: Bommellexicon. Van aamnaak tot Zwirkvlaai en Bommelcitaten. Citaten uit de Bommelsaga, beide van de hand van Pim Oosterheert.

Het taalgebruik van Toonder heeft grote invloed gehad op het Nederlands, zo heet het. De vraag of dat zo is, werd bij gelegenheid door taalkundige Ewout Sanders duidelijk beantwoord: slechts zes woorden hebben het in het taalgebruik overleefd. Daarvan kunnen spontaan minkukel en denkraam genoemd worden. Maar ook zes woorden aan een taal geven is voor één persoon eigenlijk heel veel.