Neerlandia/Nederlands van Nu. Jaargang 110
(2006)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 6]
| |
ADVN Archief-, documentatie- en onderzoekscentrum
| |
[pagina 7]
| |
Alle bronnen die binnenkomen, worden bekeken en gedocumenteerd. In deze fase is het papieren tijdperk nog duidelijk aanwezig.
werk gedaan: het maken van gerubriceerde archiefbestanden rondom onderwerpen. De omvang daarvan loopt van een omslag met brieven tot een bestand dat een volledig depotlokaal in beslag neemt. Opvallend is de groei van privé-archieven, van politici tot en met burgers die vanuit hun verleden zaken kunnen aandragen die een duidelijke cultureel-maatschappelijke functie hebben en door de overheid goed beheerd worden. Maar iedereen kan zich voorstellen hoe divers een verzameling van overheids- en privé-verzamelingen is. Deze bronnenverzameling komt tot stand via overdrachten van mensen en instellingen van alle soort en grootte. Dat waren er einde 2004 al zo'n 8756, wat leidde tot ruim 3,5 strekkende kilometer documenten, 4.500 titels van kranten en tijdschriften, 40.000 boeken en brochures, 44.300 audio-visualia, 8.750 documentatiemappen en 25.800 trefwoorden. Mét de opdracht: verzamelen, beheren, wetenschappelijk onderzoeken, documenteren en archiveren, in brede kring bekend maken, contacten onderhouden met de schenkers, de vinger aan de pols in de maatschappij, alle mogelijke vormen hanteren (geluid, beeld, schrift) en tot slot: tot al dat materiaal regulier toegang verschaffen aan iedereen die dat wenst.
Ga er maar aan staan. Is zo'n instituut wel te hanteren? En wordt het niet louter een bijgebouw van het vak sociale geschiedenis of een onderzoekscentrum ten behoeve van de regering of een archief voor journalisten? Stuk voor stuk nuttige doelen, maar de doelstelling van het instituut rook eigenlijk naar meer, naar een diepergaande visie. U of ik moeten ernaartoe kunnen en zien wat onze cultuur zoal inhoudt. Het onderwijs zal hier veel mee te maken moeten hebben. Europa wil de eigenheid van de landen en regio's ondersteunen: ook het ADVN zou hieraan rechtstreeks moeten bijdragen. Noord en Zuid zullen elkaar hierin moeten leren kennen. Welke visie schuilt er achter het logo ADVN? We gaan het maar gewoon vragen. Aan de voorzitter en afgevaardigd bestuurder, prof. dr. Frans-Jos Verdoodt, die mede de koers bepaalt van dit overvolle, rijke instituut.Ga naar eind1. | |
Frans-Jos Verdoodt: wetenschapper en cultureel gedreveneEen goede vijfentwintig minuten lopen van het station, even de benen strekken na de reis. De Lange Leemstraat is waarachtig lang. Het valt me op dat in Antwerpen veel ‘Lange’-straten zijn. De lengte biedt de gelegenheid voor- en achteruitgang van buurten te zien, prachtige huizen die soms verkommerd zijn geraakt door de onverbiddelijke geschiedenis van vooruitgang, verplaatsing, andere context, leegloop, immigratie. Kortom: vele onderwerpen waarvan de neerslag te zien en te horen is in het ADVN, op nr. 26. En dan dat imponerende gebouw in, dat zich meteen laat lezen als een schoolgebouw van voorheen, een middelbare school in dit geval.
Voorzitter en afgevaardigd bestuurder Frans-Jos Verdoodt is historicus met een grote liefde voor de wetenschap en een even grote liefde voor de literatuur. Die twee kanten trekken hem allebei in gelijke mate, of zoals Goethe ooit verhaalde toen hij met een vriend in Weimar naar het bezoek van de keizer stond uit te kijken langs een straat en zei: maar mijn vriend, zouden wij niet beter aan de overzijde kunnen gaan staan? Misschien zien we de keizer daar beter. ‘Zo schets ik mijn eigen professionele leven zo'n beetje. Vandaar ook de jury's waarin ik zitting heb, en de literatuur die ik lees. Na dagen met vakliteratuur bezig te zijn geweest krijg ik honger en krijg ik het gevoel dat ik aan die andere kant eigenlijk de realiteit van het leven beter zou zien. Dat gevoel is leidend bij mij: spreek ik over bijvoorbeeld Filip de Pillecijn vanuit historiografische aspecten, dan wil ik toch ook weer liever over de schrijver praten.’
Frans-Jos Verdoodt in ‘zijn’ archief.
| |
[pagina 8]
| |
Verdoodt is aan verschillende hogescholen in o.a. Gent en ook Utrecht en Den Haag als docent of gastdocent verbonden geweest. Al heeft hij verschillende vakken gegeven, hij is en blijft vakhistoricus, historiograaf, met een hang naar de literaire wereld. Hij is daarnaast redactiesecretaris (in feite directeur) van het tijdschrift Wetenschappelijke Tijdingen. Dit tijdschrift, bekroond met een ANV-Visser-Neerlandiaprijs in 1998 (zie onderstaande foto), is opgericht door Jozef Goossenaerts, de Vlaams-nationalist die een grote rol heeft gespeeld als initiator en mentor in zaken de Vlaamse Beweging aangaande. De vernederlandsing van de wetenschap in Vlaanderen én Vlaanderen een wetenschapsprofiel geven, dat was de opdracht van het tijdschrift dat nu door Verdoodt wordt voortgezet. Doordat die opdracht voltooid raakte, kon het tijdschrift zich volledig gaan inzetten voor de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging, maar dan in de breedste zin van het woord. Het zal straks, in een nieuwe context, in vorm en inhoud weer een vernieuwde inzet vinden. Hoe moet ik me het werkveld ‘Vlaamse Beweging’ geografisch voorstellen? Frans-Vlaanderen bijvoorbeeld, hoort dat nog tot het terrein van de Vlaamse Beweging? Frans-Vlaanderen is ons terrein omdat de Vlaamse Beweging altijd met Frans Vlaanderen bezig is geweest, cultureel en politiek. Ons werkveld is de Vlaamse Beweging met alles wat daar als emancipatorisch aspect betrekking op heeft: de taal, de historische bindingen. Zo hoort daar ook emigratie bij, omdat het behoort tot de Vlaame emancipatie. Belangstelling voor mensen die om een bepaalde reden Vlaanderen verlaten, dat is ook Vlaamse Beweging.
Hoe zit het met de naam, ADVN? In het noorden is zo'n naam, zo'n onderwerp niet zo gemakkelijk te verkopen. Ik verkoop dat niet, ik hanteer het als een logo. De oorspronkelijke naam alléén gebruiken zou leiden tot een heel ander imago van onze instelling. Wij overstijgen het symbolische aspect: wij bestuderen en archiveren alles in en rondom de Vlaamse Beweging, maar wij zijn de Vlaamse Beweging niet. De Nederlandse gevoeligheid op dit punt is overigens opvallend: de Vlaamse symboliek wordt terecht verdacht gevonden en de Nederlanders willen zich daarmee niet engageren, maar tegelijkertijd zijn zijzelf bij de minste gelegenheid ondergedompeld in symboliek. Ik was enkele jaren geleden in Nederland tijdens de wereldbekerwedstrijden voetbal...
Daar legt Verdoodt de vinger op een zere plek: de Nederlanders komen bij gelegenheden zeer nationalistisch over. ‘Dat wordt in Nederland niet zo gezien,’ probeer ik voorzichtig, ‘dat heet in Nederland folkloristisch - en nationalistisch Vlaanderen heeft wat de oorlog betreft toch af en toe wel iets uit te leggen.’ Daar is Verdoodt het zeker mee eens: men heeft in bepaalde kringen met het verleden geworsteld. En hij weet als geen ander hoe moeizaam zulke processen zijn. ‘Toch kun je stellen’, vindt hij, ‘dat die openlijker verwerking Vlaanderen uiteindelijk meer verdraagzaamheid heeft gegeven dan in Nederland wordt aangetroffen. Als je dergelijke zaken opzij schuift, dan kom je zeker niet verder.’ Frans-Jos Verdoodt hoorde in 1999 tot de initiatiefnemers van het manifest ‘Voorwaarts, maar niet vergeten’, een titel die verwijst naar het Solidaritätslied dat Bertolt Brecht in 1931 op papier zette (een lied dat in Nederland onder meer door de voormalige cabaretgroep Don Quishocking op de planken is gebracht). De Groep streeft een eerlijk en rechtvaardig oordeel over collaboratie en repressie in Vlaanderen na. Het was een oproep om, bij de overstap naar de eenentwintigste eeuw, kritisch en genuanceerd om te gaan met het verleden en een morele last af te schudden die nog steeds politiek wordt misbruikt (in Nederland valt daarbij te denken aan het ten val brengen van de populaire politicus Willem Aantjes).Ga naar eind2. Het is een blad geschiedenis dat moet worden omgedraaid, vindt de Groep, zonder die geschiedenis te vergeten. De Vlaamse regering besloot daarop in 2001 de eerste Prijs van de Vlaamse Regering toe te kennen aan deze Voorwaarts-groep.Ga naar eind3.
Het wordt een gesprek dat thuishoort in de bedoelingen van het ADVN: niet alleen bewaren en archiveren, maar bestuderen en bespreken. En de wetenschappelijke gestrengheid die hieruit naar voren komt, wars van mensen die weigeren naar hun besmette verleden te kijken, geeft overduidelijk aan dat het ADVN met zo'n inbreng veel te bieden heeft op het vlak van de geschiedschrijving van de Vlaamse cultuur, inclusief de meer verborgen hoofdstukken die men in Nederland niet zo benadrukt zal terugvinden. En Verdoodt heeft volkomen gelijk als hij dit ziet als een wezenlijk onderdeel van elke cultuur en dus van elk cultureel instituut, zoals het ADVN. | |
[pagina 9]
| |
Vanuit Nederland mogen wij best eens meekijken en dat kan: via de ADVN-mededelingen (gratis) en via de weblocatie: www.advn.be. | |
BesluitIn een rondgang door het archief zag ik voor het eerst van mijn leven Felix Timmermans op de film door zijn tuin wandelen. En dat ontroert. Aan die rechtstreekse ontmoeting met de literatuur had ik niet bewust gedacht. Bij hem komt het vorige gespreksonderwerp weer boven: was Timmermans niet...? Ik zucht ervan. Daarover wordt in Noord en Zuid op ongelijke leggers gedacht en dat hindert me en intrigeert me. Daar zie ik een handschrift uit het archief van Filip De Pillecijn:Ga naar eind4. de beelden uit Monsieur Hawarden (1968), de film van Harry Kümel (scenario van Jan Blokker naar de meesternovelle van De Pillecijn) met een weergaloze rol van Ellen Vogel. Het handschrift van familie van de jongen uit het verhaal!!! Nationalisme en verkeerd zijn in de oorlog: het zijn twee zaken die in Nederland snel op één hoop worden gegooid. Er is in Nederland een heilige angst voor ‘bewegingen’ en juist voor Nederlanders is het goed er eens rond te lopen en te herkennen, voortdurend te herkennen. Neerlandia is er te vinden, temidden van de duizenden brieven, foto's, mapjes, dozen, videobeelden: als u een liefhebber bent van Timmermans, van Filip de Pillecijn en al die andere schrijvers, politici, burgers die hun archief ter beschikking hebben gesteld, als u vrij wilt rondkijken in onze cultuur, buitenom en binnendoor, dan biedt het ADVN heel, heel veel stof tot nadenken, herkennen, omzien in verwondering. Minister van Cultuur Paul Van Grembergen sprak op de 20ste verjaardag van het ADVN in 2004 over de verzameling vanuit de ‘diepste wateren van maatschappelijke stromingen’Ga naar eind5., waar Rijksmusea normaliter niet bij kunnen. En zoals Ludo Simons het op diezelfde verjaardag verwoordde: ‘Het ADVN is, met zijn drie zuilgebonden zusterinstellingen, uit het documentatiebeleid in de Vlaamse Gemeenschap niet meer weg te denken.’ Het ADVN bekleedt daarin misschien wel de moeilijkste plaats, maar is erin geslaagd ‘een belangrijk stuk van het geheugen van Vlaanderen’ te blijven vormen. |
|