Taalonderzoek
Vlamingen vol vertrouwen over de toekomst van het Nederlands
Vlamingen hebben duidelijk meer vertrouwen in de toekomst van hun moedertaal dan de Nederlanders en Surinamers. Veel Nederlanders vinden de Vlaamse uitspraak van het Nederlands mooier dan hun eigen uitspraak. Surinamers waarderen hun eigen Nederlands veel meer dan dat van hun taalgenoten in Nederland en Vlaanderen.
Een en ander blijkt uit een onderzoek van de Taalunie dat vanmiddag wordt gepresenteerd in Den Haag. In opdracht van de Taalunie legde het bureau Trendbox aan een representatieve steekproef van 550 Nederlanders, 300 Vlamingen en 250 Surinamers ruim vijftig vragen voor over hun taalgebruik.
Negen van de tien Vlamingen, Surinamers en Nederlanders zeiden trots te zijn op hun taal. Als redenen gaf men op het Nederlands mooi te vinden en dat het een grote woordenschat heeft waarin men zich genuanceerd kan uitdrukken. Hoewel Nederlanders niet bijzonder ontevreden zijn over de wijze waarop de taal in Nederland wordt gesproken, zijn ze toch aanzienlijk meer te spreken over de wijze waarop Vlamingen dat doen. Vlamingen zijn redelijk kritisch over het Nederlands van hun noorderburen: één op de vijf beoordeelt dat als lelijk. Surinamers vinden hun eigen Nederlands doorgaans het mooist.
In Vlaanderen bestaat vertrouwen in de toekomst van het Nederlands. Acht op de tien Vlamingen, tegen zeven op de tien Nederlanders, verwacht niet dat het Nederlands de komende vijftig jaar zal moeten plaatsmaken voor het Engels. Vlamingen denken in meerderheid (54 procent) dat het Nederlands op hun universiteiten niet door het Engels zal worden vervangen. Slechts een kleine twintig procent van de Vlamingen vindt het waarschijnlijk dat dat wél zal gebeuren, tegen zo'n veertig procent van de Nederlanders. In Suriname - waar naast het Nederlands nog twintig andere talen worden gesproken - is één universiteit. Meer dan veertig procent van de Surinamers verwacht dat daar over 50 jaar het Nederlands vervangen zal zijn door het Engels.
Over de vraag welke taal de premier zou moeten gebruiken als hij moet spreken bij een openbare gelegenheid in een ander Europees land, zijn Nederlanders en Vlamingen het overigens volkomen oneens. De meeste Nederlanders vinden dat hij zich daarbij in het Engels moet uitdrukken; Vlamingen kiezen veel vaker voor de taal van het land of Nederlands met een tolk erbij. Het is voor het eerst dat een dergelijk groot, representatief taalonderzoek in het Nederlandse taalgebied is gedaan. De resultaten zijn samengebracht in Taalpeil. De Nederlandse taal: feiten, cijfers en meningen, een krant die in een grote oplage in Vlaanderen, Nederland en Suriname wordt verspreid. De krant wordt uitgebracht ter gelegenheid van het 25-jarige jubileum van de Taalunie. Het eerste exemplaar wordt vanmiddag door de Vlaamse minster Frank Vandenbroucke, voorzitter van het Comité van Ministers van de Taalunie, aangeboden aan de Vlaamse televisiepresentatrice Martine Tanghe.
De bovenstaande tekst is het persbericht dat de redactie van Nederlands van Nu op 8 september 2005 van de Nederlandse Taalunie ontving. Uiteraard kunnen hierbij een aantal kanttekeningen gemaakt worden. De resultaten van het onderzoek zijn uiteraard van belang voor de Nederlandse Taalunie. De Taalunie kan eventueel haar beleid laten inspireren door de resultaten. Nu blijkt dat een relevant aantal Nederlanders en Vlamingen verwacht of vreest dat het Nederlands aan de universiteiten plaats zal moeten maken voor het Engels, mag van de Taalunie verwacht worden dat ze maatregelen voorstelt ter bevordering van het gebruik van het Nederlands aan de universiteiten.
Het onderzoek heeft ook amusementswaarde, wat uiteraard best mag, aangezien het uitgevoerd werd naar aanleiding van het 25-jarige bestaan van de instelling. Zo werd aan Vlamingen gevraagd of ze het Nederlands van de Nederlanders mooi of lelijk vinden. En het omgekeerde werd aan Nederlanders gevraagd. Mensen zeggen wel eens dat ze een taal mooi of lelijk vinden, maar zulke uitspraken zijn eigenlijk weinig zinvol. Ze hebben alleen een emotionele waarde. Je hoort ook vaak beweren dat het Frans een mooiere taal is dan het Nederlands. Maar dat kan eigenlijk niet. Er zijn geen mooie en ook geen lelijke talen. Je kunt wel een taal mooi spreken of een taal lelijk spreken. Als je het zo bekijkt, dan wordt een uitspraak gedaan met een of andere norm waartegen je het gebruik van een taal afweegt. Beide elementen zullen in het onderzoek van de Taalunie wel meegespeeld hebben: emotie en norm. In het persbericht wordt nogal beklemtoond dat Nederlanders erg te spreken zijn over de manier waarop Vlamingen Nederlands spreken. Maar het onderzoek zegt natuurlijk niets over de criteria die daarbij gehanteerd zijn. Wellicht is daarbij alleen aan de uitspraak gedacht (bv. de zachte g), niet aan de algemene taalvaardigheid en niet aan de zinsbouw, want die laten - zoals bekend - nogal eens te wensen over. Verder verzwijgt het persbericht dat meer Vlamingen het Nederlands van de Nederlanders mooi vinden dan er Nederlanders zijn die het Nederlands van de Vlamingen mooi vinden en dat 22% van de Nederlanders het Nederlands van de Vlamingen lelijk vindt, terwijl maar 12% van de Vlamingen het Nederlands van de Nederlanders lelijk vindt.
De redactie