Hoe nu verder?
Het debat duurt voort. Het belang ervan mag echter volgens de historicus Herman Gilliomee, auteur van het monumentale The Afrikaners, niet onderschat worden: ‘In 'n belangrike mate hang die toekoms van Afrikaans van die uitslag van die burgeroorlog in eie geledere af. So lank daar Afrikaanse mense is wat dit verkondig dat Afrikaans (anders as ander klein tale in ander wêrelddele) op die vrye mark met Engels kan meeding, of vir lief moet neem om net private funksies te verrig, sal die Regering en groot sakeondernemings voortgaan om die doel van Engels as lingua franca na te streef, al weet ons dat die groot meerderheid Suid-Afrikaners geen erg aan so'n beleid het nie. Dit is werklik net die wit en swart elite in ons samelewing wat hulle dit veroorloof om speletjies te speel met die toekoms van die land se nie-dominante tale, waaronder ook Afrikaans is, en die ontwikkeling en lewenskanse van die mense wat hulle praat.’
Het is opvallend dat de meeste Afrikaanse schrijvers zich aan het taaldebat weinig gelegen laten of er zich zelfs negatief tegenover opstellen. Terwijl het Afrikaans op alle domeinen van de Zuid-Afrikaanse samenleving onder druk komt te staan is er op het literaire domein van een doemgevoel hoegenaamd geen sprake, integendeel. Sinds 1994 beleeft de Afrikaanse literatuur een renaissance. De sociale en politieke revolutie die het land onderging, heeft de schrijvers bevrijd van het keurslijf van de apartheid. Nieuwe mogelijkheden hebben zich aangeboden. De hedendaagse Afrikaanse literatuur brengt een boeiend beeld van wat het betekent in het nieuwe Zuid-Afrika te leven. Over alles kan er door eender wie geschreven worden. Eén van de opvallendste verschijnselen is dat de Afrikaanse literatuur
Kaap de Goede Hoop
veel meer dan vroeger de kleurverscheidenheid van de regenboognatie reflecteert. Zwarte en bruine schrijvers krijgen publicatiekansen die ze vroeger niet in dezelfde mate hadden. Maar daarnaast zijn er ook nieuwe genres zoals de ‘hygroman’ (erotisch proza) of homo-erotische poëzie. Een constante blijft de bemoeienis met de socio-politieke ontwikkelingen. De schrijvers hebben van hun vroegere engagement geen afstand genomen. Ze steken hun desillusie met het nieuwe Zuid-Afrika niet onder stoelen of banken en engageren zich nog steeds voor de realisatie van een meer rechtvaardige maatschappij.
De Afrikaans taal en de Afrikaanse letterkunde hebben bijzonder veel te bieden. Een kennismaking met de zustertaal van het Nederlands stelt nooit teleur. De taalverwantschap met het Nederlands houdt in dat met een kleine inspanning de taal en de literatuur van een ander continent toegankelijk zijn. Bovendien zijn zowel de Afrikaanse taal als de literatuur boeiende onderzoeksmateries. Het is dan ook jammer dat er aan de Vlaamse en Nederlandse universiteiten slechts een beperkte belangstelling voor het Afrikaans bestaat. Toch zijn er een aantal kleinschalige initiatieven. Aan een aantal universiteiten komt het Afrikaans met mondjesmaat aan bod zoals aan de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit Leiden, de Universiteit Gent en de Katholieke Universiteit Leuven. Aan het Limburgs Universitair Centrum in Diepenbeek wordt elk jaar een seminarieweek afwisselend over Afrikaanse taal- en letterkunde georganiseerd. Het is een inleidend seminarie op academisch niveau over diverse aspecten van de Afrikaanse taal- of letterkunde. Dit jaar komt van 3 tot 9 juli de Afrikaanse taalkunde aan bod. Informatie hierover is te vinden op website www.luc.ac.be. Hoewel er nogal wat vertalingen van Afrikaanse werken verschijnen is er weinig informatie over het Afrikaans in het Nederlands beschikbaar. Heel onlangs verscheen van Eep Francken en Luc Renders een inleiding over de Afrikaanse literatuur Skrywers in die strydperk. Krachtlijnen in de Zuid-Afrikaanse letterkunde uitgegeven bij Bert Bakker, Amsterdam. Wie Afrikaanse literatuur in de oorspronkelijke taal wil lezen, kan boeken bestellen bij Gramadoelas op website: users.online.be/gramadoelas. Het is iets, maar het zou veel beter kunnen en moeten.