© Mauritshuis
Trompe-l'oeil van de achterkant van een ingelijst schilderij, ca. 1670-1672 (Trompe l'oeil of the reverse of a framed painting) Doek, 66,4 × 87 cm - Kopenhagen, Statens Museum for Kunst
Van 5 februari t/m 15 mei 2005 is de tentoonstelling Bedrogen Ogen met schilderijen van Cornelius Gijsbrechts in het Mauritshuis te zien. Deze Zuid-Nederlandse meester in trompe-l'oeils, bedriegers van het oog, schilderde van het begin af aan vanitas-stillevens: in 1661 bijvoorbeeld een doodshoofd met een vaas bloemen en een zandloper. Ernaast een tafelklokje, alweer een verwijzing naar het verglijden van de tijd en de naderende dood.
Maar dan begint het echte werk: trompe-l'oeil, met de dubbele boodschap dat alles voorbijgaat en dat elke verschijning (of afbeelding) een illusie is. Hij schilderde rariteitenkasten, brievenborden, muziekinstrumenten en stukken papier dat het een lieve lust was, maar allemaal zó, dat je denkt ze van het schilderdoek te kunnen pakken.
Die brievenborden - waar hij het bekendst om is - zijn kastjes, getimmerd van ruw hout; zij hebben een deurtje van glasin-lood, waardoor het lijkt a1sof we naar binnen kunnen kijken. Bij het ene kastje is de deur gesloten, maar is het hang- en sluitwerk echt, zodat de deur werkelijk open kan. Het andere kastje daarentegen is half geopend geschilderd, maar kan niet gesloten worden omdat de scharnieren en het slot óók geschilderd zijn. In beide kastjes zijn de geschilderde exotische voorwerpen verleidelijk echt uitgestald.
Zijn meest geheimzinnige werk is een ‘uitgesneden’ trompe-l'oeil. Het is een voorstelling van een stilleven op een schildersezel met onder de tafel weer een schilderij, dat van de achterkant te zien is. Een miniatuurportret van koning Christian V ligt op het tafeltje links onder in het schilderij, samen met het kaartje van de schilder zelf. Is dit de mededeling aan de kijker dat Gijsbrechts hofschilder is?
Hij was een Vlaming (Antwerpen, ca. 1630 - Kopenhagen na 1675), werd meesterschilder en lid van het Sint-Lucasgilde in Antwerpen in 1659, en werkte voornamelijk voor het Deense hof, waar hij van 1670 tot 1672 als hofschilder was aangesteld. In 1670 schilderde hij de achterkant van een ingelijst schilderij. Dat doek bevindt zich nu in Kopenhagen, Statens Museum for Kunst. Ieder die het werk ziet, krijgt de neiging het om te keren. Het stukje papier met het nummer 36 erop geeft de indruk dat dit verneukeratief echt lijkende schilderij in de verkoop hangt. Misschien ís het wel als practical joke op een verkooptentoonstelling opgehangen. Het verkoopidee dat het schilderij uitstraalt, maakt het tegelijkertijd zo abstract. Maar het is helemaal geen abstract kunstwerk, al lijkt het dat wel te zijn op het eerste gezicht. Kijk maar eens naar de accurate weergave van de lijst en de randen, naar die van het canvas: dat een nadruk op de plasticiteit toont die zijn gelijke niet heeft in de abstracte kunst. Het is bedoeld als een vervanging van een echt voorwerp.
Bij Gijsbrechts word je telkens op het verkeerde been gezet. De surrealist Marcel Duchamp zou er jaloers op zijn!
© Mauritshuis
Trompe-l'oeil van een brievenbord met de instrumenten van een barbier-chirurgijn, ca. 1668, Doek, 125 × 109,5 cm - Kopenhagen, Statens Museum for Kunst