| |
| |
| |
Algemeen
Bijbelvertalingen in vogelvlucht
Marc Cels
Op 15 oktober zag de Naardense bijbelvertaling het levenslicht. Ze is het werk van Pieter Oussoren, predikant, en sluit meer aan bij de traditie van de vertalers van de Statenvertaling. Veertien dagen later werd de Nieuwe Bijbelvertaling aangeboden aan koningin Beatrix, de dragende geloofsgenootschappen en het publiek van het algemeen-Nederlands cultuurgebied. Bij deze dubbele gebeurtenis van de eerste orde staan we even stil. Daarbij gebruiken we voor de vertaling van predikant Oussoren gemakshalve de letters BVO, voor de Statenvertaling (uit 1637) SV en voor de ‘Nieuwe bijbelvertaling’ NBV.
De volledige Twentse vertaling laat nog even op zich wachten. Over de sociaal-kerkelijke wenselijkheid ervan bestaat overigens discussie in deze tijden van hoge mobiliteit. En dan is ook nog de vertaling van Huub Oosterhuis aangekondigd. Hoewel de betekenis van de bijbel voor de taalvorming en voor de taaleenheid niet meer dezelfde is als in de zeventiende eeuw, mag het belang van de presentatie van twee nieuwe vertalingen niet worden onderschat. Voor de taalliefhebber en voor de bijbellezer zijn geschriften die zo duidelijk afgestemd zijn op het hele taalpubliek, uitermate belangrijke taal- en cultuurmomenten.
| |
Overlijdensberichten
Het bestaan van nieuwe vertalingen is meestal vlug te merken in geschriften rond het overlijden van geliefden. Meer dan in Vlaanderen is het in Nederland niet ongebruikelijk een overlijdensbericht in de krant met een bijbelfragment in te leiden. Enkele frequente en dus bekende en herkenbare fragmenten in de drie varianten zullen voor de lezer dan ook goed vergelijkingsmateriaal bieden om zich een oordeel te vormen. De aloude Statenvertaling staat in het midden als gekend uitgangspunt.
Nieuwe Bijbelvertaling (NBV)
Psalm 39, 8
Wat heb ik dan te verwachten, Heer?
Mijn hoop is alleen op u gevestigd.
Psalm 146, 5
Gelukkig wie de God van Jakob tot
wie zijn hoop vestigt op de HEER,
Deuteronomium 33, 27
Van oudsher is God een schuilplaats,
zijn armen dragen u voor eeuwig.
Hij dreef uw vijand op de vlucht
en droeg u op: ‘Vernietig hem!’
2 Kor. 5, 17
Daarom ook is iemand die één met
Het oude is voorbij, het nieuwe is
Hebr. 13, 14
Onze stad is immers niet blijvend,
wij kijken juist verlangend uit naar de
Openbaring 21,5a
Hij die op de troon zat zei:
Statenvertaling 1637 (SV)
Psalm 39, 8
En nu, wat verwacht ik, o Heere!
Psalm 146, 5
Welgelukzalig is hij, die den God
Jakobs tot zijn Hulp heeft,
wiens verwachting op den HEERE
Deuteronomium 33, 27
De eeuwige God zij u een woning,
en van onder eeuwige armen;
en Hij verdrijve den vijand voor uw
aangezicht, en zegge: Verdelg!
2 Kor. 5, 17
Zo dan, indien iemand in Christus
is, die is een nieuw schepsel;
het oude is voorbijgegaan, ziet,
het is alles nieuw geworden.
Hebr. 13, 14
Want wij hebben hier geen blijvende
maar wij zoeken de toekomende.
Openbaring 21,5a
En Die op de troon zat, zeide:
Ziet, Ik maak alle dingen nieuw.
Bijbelvertaling van Oussoren (BVO)
Psalm 39, 8
Welnu, Heer-over-mij, wát heb ik te
-*mijn verwachting, díe geldt ú!
Psalm 146, 5
Zalig wiens hulp is de Gód van
wie het verwacht van de Ene áls zijn
Deuteronomium 33, 27
Een toevlucht is deze God-van-oudsher,
sterke armen zijn hier beneden sinds
eeuwig; hij onterve voor jouw aans-
chijn de vijand en zegge: verdelg!
2 Kor. 5, 17
Want al wie één met Christus is, is
al het oude is voorbijgegaan,
zie het is nieuw geworden!
Hebr. 13, 14
want wij hebben hier geen blijvende
nee, wij zoeken de toekomstige.
Openbaring 21,5a
En die op de troon zat zei:
zie, ik maak alle dingen nieuw!
| |
| |
Dergelijke zinnen, uit hun context gehaald, vertellen niet veel over verschil en gemeenschappelijkheid. Toch tonen de drie een grote zorg in de omgang met de brontekst. SV en BVO lijken meer gericht op een woordelijke vertaling. In de keuze van de vertaling van de godsnaam gaat BVO zijn eigen weg. Inzake het vierletterwoord JHWH geeft de NBV een aantal alternatieven voor HEER: onder meer Enige, Eeuwige ... De joodse Tenach-uitgave (2005) van de NBV zal een van de alternatieve voorstellen volgen, niet het ons eerder traditiegetrouw lijkende HEER. Bij de NBV speelden de weergave van het betekenisveld, de context, het tekstgenre en de inburgering in goed hedendaags Nederlands een grotere rol. Deze zorg is echter niet afwezig in de BVO. Beide vertalingen hebben aandacht besteed aan de voorleesbaarheid. In de bijlagen van de BVO wordt dit motief in de verf gezet.
| |
Een kersttekst
NBV, Lucas 1, 46-55
Mijn ziel prijst en looft de Heer,
mijn hart juicht om God, mijn redder:
hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
Barmhartig is hij, van geslacht tot geslacht,
Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven wanen,
heersers stoot hij van hun troon
en wie gering is geeft hij aanzien.
Wie honger heeft overlaadt hij met gaven,
maar rijken stuurt hij weg met lege handen
Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar,
zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd:
hij herinnert zich zijn barmhartigheid
jegens Abraham en zijn nageslacht,
BVO, Lucas 1, 46-55
groot maakt mijn ziel de Heer
verrukt is mijn geest over God, mijn bevrijder,-
want hij heeft aangezien de vernedering van zijn dienares;
zie, van nu af prijzen mij zalig alle generaties!-
want grote dingen heeft hij aan mij gedaan, machtig is
hij, heilig is zijn naam!-
zijn ontferming is van generatie tot generatie over wie
kracht heeft hij betoond met zijn arm;
hoogmoedigen met de plannen van hun hart,-
hij heeft machtigen van hun troon gestoten
hongerlijders heeft hij vervuld met alle goeds,
en rijken heeft hij ledig heengezonden;
hij heeft zijn kind Israël vastgehouden,
hij blijft zijn ontferming indachtig
-zoals hij tot onze vaderen heeft gesproken-
voor Abraham en zijn zaad
tot in de toekomende eeuw!
| |
Presentaties, receptie en eerste kritiek
In Rotterdam en in Antwerpen werd de NBV zeer officieel en onder grote belangstelling voorgesteld.
Deze vertaling is in feite het resultaat van een nieuw vertaalproject, dat met grote consistentie is doorgevoerd. Pluspunt is stellig dat de kritiek daarbij niet uit de weg is gegaan. Zowel bij het werk in uitvoering als achteraf werd open kaart gespeeld en rekening gehouden met andere oplossingen binnen het eigen vertaalconcept (brontekst én doeltaal). Dat joodse, protestantse en katholieke stemmen het project hebben gedragen, ondersteunt het vermoeden dat deze vertaling op grond van de jongste broninzichten en moderne vertaalwetenschap ook meteen de meest a-dogmatische is. Dat een vertaalconcept nooit vrij is van emotionele keuzes, blijkt natuurlijk reeds uit de voorkeur voor HEER als invulling van JHWH. Hetzelfde geldt voor de BVO. De geduldige vertaler geeft bijvoorbeeld aan dat de Franse vertaling van Chouraqui hem heeft geïnspireerd. Toch is het spoor van Chouraqui maar ten dele gevolgd, zoals uit een eenvoudige vergelijking van de aanhef van de bergrede (Mattheüs 5, 3-11) blijkt. Die is heel verschillend vertaald (BVO: Zalig de ...; Chouraqui: En marche ...(= op weg)); NBV: Gelukkig ...), wellicht omwille van de voorkeur van de BVO voor de gebruikelijke woordvertaling. Ook dat heeft een emotionele kleur. Vertalen blijft interpreteren, maar de drie vertaalwijzen hebben goede papieren.
Wat de receptie betreft is het opgevallen dat de katholieke hiërarchie, hoe positief ook, nog wat tijd nodig heeft voor een liturgische aanvaarding van de teksten. Wellicht dekt dit voorbehoud een oecumenisch én nog meer een theologisch pijnpunt, waarvan de god-dienstige aspecten niet meteen duidelijk zijn. In de PKN is een beproefperiode van vijf jaar ingezet. Nadien wordt de NBV mogelijk de PKN-kerkbijbel. De woordvoerder van de orthodoxe geloofsgemeenschap betreurde het niet van meet af aan bij het project betrokken te zijn geweest. Hij was nog niet zo lang op
lees verder op blz. 18
|
|