Mr. dr.J.C. de Mirandastraat, voorheen Oranjestraat, achter het departement van Financiën.
Niemand, werkelijk niemand met ook maar een geringe belangstelling voor de Nederlandse cultuurgeschiedenis mag zich dit werk laten ontgaan. De liefde waarmee het is samengesteld, de onvoorstelbare rijkdom aan materiaal, vooral op illustratiegebied, maakt dat de tekortkomingen de auteur en zijn medewerkers onmiddellijk vergeven worden. Eens zal ongetwijfeld de door mij in de aanvang uitgesproken gewenste analyse wel verschijnen, maar het is twijfelachtig of ik daar even zeer van zal genieten als van het onderhavige werk. Absoluut zeker is dat die auteur zijn of haar grote erkentelijkheid zal uitspreken voor het werk van Temminck Groll, die een rijkdom aan materiaal heeft verzameld. In al zijn werken is hij bijgestaan door andere deskundigen, vaak leerlingen. In dit boek is de medeauteur drs. W. Van Alphen, geboren in Sumatra en lange tijd werkzaam op Aruba.
Temminck Groll heeft als architect zijn sporen verdiend bij het restaureren van veel Nederlands bouwkundig erfgoed overzee. Daarnaast was hij hoogleraar aan de Technische Universiteit van Delft. Het zij hem vergeven dat hij soms in sentimentaliteit vervalt, neen: we zouden het hem kwalijk nemen als hij dat niet gedaan had. Er is ontstellend veel verloren gegaan dat hij in de loop der jaren beschreven heeft en soms heeft hij leiding gegeven aan restauratieprojecten die slechts tijdelijk Nederlandse stadsgezichten in de tropen hebben verfraaid. De door hem gerestaureerde panden aan de Gravenstraat 2 tot 8 in Paramaribo zijn in 1996 afgebrand en ze zullen wel niet meer opgebouwd worden. In de loop der jaren zijn de harmonieuze stadscentra van Willemstad, Paramaribo en Jakarta onherstelbaar verminkt, om niet te zeggen verloren gegaan. Wie zou niet sentimenteel worden bij zoveel verlies aan cultureel erfgoed?
De fraaie plaatjes in dit boek zijn dan ook alleen met weemoed te bekijken. Het boek beslaat een schier onoverzichtelijk terrein en bevat zoveel materiaal dat het bijna oneerlijk is om te verwachten dat tekst en illustraties een harmonisch en strak geheel vormen.
Twee aanvullingen tot slot. Op p. 282 vinden we een foto van een balkon, waarbij niet vermeld wordt waar en wanneer de opname gemaakt is. De foto staat aan het eind van het hoofdstuk over Azië dat afgesloten wordt met een kort stukje over de Perzische Golf en aan het begin van het hoofdstuk over Amerika, tegenover een foto van Willemstad, Curaçao. Alleen kenners zullen onmiddellijk zien dat het een foto is die enkele tientallen jaren geleden in Paramaribo gemaakt moet zijn. Nergens in het boek is te vinden wanneer en waar precies.
Dankzij een ander werk van de auteur De architectuur van Suriname 1667-1930 (1973) weet ik dat het Gravenstraat 89 betreft en dat de foto gemaakt is in 1962.
Enkele keren in zijn tekst maakt Temminck Groll weemoedig melding van het lieflijke Surinaamse grensdorp Albina, in brand geschoten in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Hij geeft slechts één, niet heel bijzonder, plaatje. Ik wil dit stukje illustreren met een door mijzelf in september 1980 gemaakte foto zoals Albina er toen uitzag.
G.W. van der Meiden