ANV-nieuws
Laudatio Dasja DroegaljovaGa naar voetnoot*
Magie wint het van de werkelijkheid
● Pim van der Meiden
Dasja Droegaljova
Met de Nederlandse taal gaat het goed. Steeds meer buitenlanders leren Nederlands. De aantallen studenten Nederlands in Frankrijk en Duitsland stijgen en benaderen die van het, helaas dalende, aantal studerenden Duits en Frans in Nederland. In Suriname is Nederlands de meest gesproken taal en dit wordt nu zo algemeen aanvaard dat associatie met de Nederlandse Taalunie een bijna voldongen feit is.
De vandaag aangeboden bundel heeft echter nog iets apologetisch. Het lijkt er op alsof vragen als ‘Dorogaja Dasja, potsjemoe vy zanimaete niderlandskim jazykom. Eto tak nevazjnyj jazyk.’ en ‘Monsieur le ministre des affaires étrangères de la Belgique, cher monsieur Michel, pourquoi est-ce que vous avez appris le néerlandais., une langue si peu importante?’, nog steeds op de lippen liggen van de gemiddelde Nederlander. Het is maar te hopen dat deze bundel één van de mijlpalen zal zijn op weg naar een evenwichtiger en zelfbewuster houding met betrekking tot onze taal.
De verschillen in benadering van de eigen taal tussen Franstaligen en Nederlandstaligen zijn enorm. Het lijkt me ondenkbaar dat een bundel ‘J'apprends le français, parce que...’ hier nog eens zal worden aangeboden aan een Vlaamse minister. Aan een Nederlandse minister van buitenlandse zaken zou ik nooit durven vragen wat ik nu wel voorzichtig de heer Michel suggereer: ‘Neemt u wat extra exemplaren van het boekje mee en gebruikt u die als relatiegeschenk bij uw vele reizen.’
Waarom leert iemand Nederlands? Zelf heb ik vele historici ontmoet die dat deden omdat ze Nederlandse bronnen en literatuur moesten gebruiken bij hun onderzoek. Een enkeling is geboeid geraakt door onze literatuur en heeft vooral gemerkt dat onze poëzie schatten herbergt die aan veel buitenlanders voorbij zijn gegaan. Op een verfrissende wijze hebben dertig jonge mensen de vraag beantwoord. De meest serieuze antwoorden zijn van Emeline Weymaere, een Waalse uit Bergen (Mons) en van Gabriella Felici uit Indonesië. Duidelijk en zakelijk geven zij een antwoord. Eén bevallige jongedame geeft het verrassende antwoord dat de Nederlandse mannen zo mooi zijn, de mooiste ter wereld zelfs. Ze had er geen rekening mee gehouden dat in de jury geen enkele Nederlandse man zat, en alleen Vlamingen. Haar antwoord is gelukkig wel in het boek te vinden. Het opstel eindigt met de volstrekt juiste vraag: ‘Waarom wordt mij nog steeds gevraagd waarom ik Nederlands leer?’
Zo had de vraag gesteld moeten worden en zo lijkt de jury het ook gevoeld te hebben. Twee wijze mannen en één wijze vrouw hebben eenparig het opstel van Dasja Droegaljova uitgekozen als het winnende en