is rondgegaan. Ondanks dat succes is ze bij de VRT nog steeds niet heruitgezonden. Dan heb ik vier jaar gewacht om in 1981 Bruges la Morte te draaien en in 1988 Boerenpsalm.’
- Als we het zo allemaal op een rijtje zetten, wordt het duidelijk dat u, samen met tijdgenoten als Degelin en Delvaux, ervoor gezorgd heeft dat de film bij ons volwassen is geworden.
Roland Verhavert: ‘Ik durf zelfs meer zeggen. Door het maken van Vlaamse films ben ik zelf filmisch volwassen geworden. Ik voel dat zelf enorm aan in mijn films. Wanneer ik mijn beginwerk vergelijk met mijn laatste films, dan stel ik een enorme ontwikkeling vast. Door het te doen, leert men het. Dat is duidelijk. Men groeit in de professionaliteit door films te maken.’
- Hoe komt het dat u eigenlijk hoofdzakelijk verfilmingen van literaire werken hebt gedaan?
Roland Verhavert: ‘Dat is mij ooit als verwijt naar het hoofd geslingerd. De verklaring ervoor is nochtans eenvoudig. Je moet weten wat je kunt en niet kunt. Ik heb mij nooit geroepen gevoeld tot het schrijven van originele scenario's. Ik kan gewoon geen verhalen verzinnen. Maar ik kan me wel heel goed inleven in bepaalde verhalen van anderen en die dan naar mijn hand zetten. Daarnaast wil ik toch maar aanstippen dat het grootste deel van de buitenlandse filmproductie in Frankrijk of de Verenigde Staten gebaseerd is op romans. Waarom zou onze literatuur en onze filmproductie dan minderwaardig zijn?’
- Terugblikkend op uw carrière, is er nog ergens een film die u graag zou maken of een boek dat u nog zou willen verfilmen?
Roland Verhavert: ‘Och, er is nog zoveel dat een mens wil doen. Het leven is ook zo kort. Maar, zoals ik eerder al zei, Houten Clara van Hendrik Conscience. Je moet dat boekje bij gelegenheid maar eens lezen.’
-
Hebben Walter Tillemans en Jan Christiaens daar geen theaterversie
Auteur en scenarist Hugo Claus ten tijde van de opnames van de tv-reeks P.P. Rubens, schilder en diplomaat.
van gemaakt?
Roland Verhavert: ‘Inderdaad. Maar dat betekent niet dat er geen film van gemaakt kan worden. Integendeel. Dit boekje openbaart als geen ander het unieke verteltalent van Conscience. Bovendien in het inhoudelijk ongemeen modern. Het handelt over de emancipatie van de vrouw, al wordt het in het boek niet zo genoemd. Dat is een enorm boeiend ding. Wat mij ook altijd geïntrigeerd heeft, is het proces van Koecke en Goethals. Dat is tien keer interessanter dan de zaak Sacco en Vanzetti. Dat zijn dromen van mij. Ik vrees dat het voor mij dromen zullen blijven. Het leven is te kort, veel te kort. Je bent te vlug oud en afgeschreven.’