Geschiedenis
Oorsprong moderne Nederlandse Beweging is links-progressief
● Herman Schurmans
Dat het opleven van democratische gedachte in het vooruitstrevende deel van de Europese Verlichting de fundamentele stelling zou leveren voor het Nederlandse betoog zoals het zou worden verwoord in de Verhandeling op d'Onacht der moederlyke tael in de Nederlanden van J.B. Verlooy is een van de opmerkelijke conclusies van het jongste boek van dr. Paul De Ridder. De oorsprong van de moderne Nederlandse Beweging is niet rechts-conservatief, maar links-progressief.
Het krachtig naar voor schuiven van de idee der volkssoevereiniteit door J.J. Rousseau zette vooral in Frankrijk, maar ook daarbuiten, en bij ons in de Nederlanden, de geesten in beweging, en zette zowaar aan tot politieke daden. Er was inderdaad een vrij ruim netwerk ontstaan voor de verspreiding en bespreking van de nieuwe filosofische ideeën via de zeer productieve uitgevers in Amsterdam en Bouillon, en via de maçonnieke werkplaatsen, waar mensen van zeer uiteenlopende origines en gedachten, die elkaar anders nooit zouden hebben ontmoet, samenkwamen om verdraagzaam naar elkaar te luisteren en van gedachten te wisselen.
De vrijmetselaar J.B. Verlooy was in Brussel zeer goed op de hoogte van de intellectuele hoogconjunctuur in Parijs en zelfs waarschijnlijk van de Duitse Verlichting zoals ze door zijn medebroeders Goethe en Herder werden verwoord.
Er was lef voor nodig om als Brussels advocaat in 1785 een brief te richten tot onze keizer toen, Jozef II. Maar zelfs koninklijke en keizerlijke hoogheden werden toen aangeraakt door de idee der Verlichting, zolang ze het praktisch onder controle konden houden natuurlijk. Het dialogerende gedachte-experiment van Diderot en Catharina II ging behoorlijk ver, maar moezjieks bleven tenslotte moezjieks. Jozef II nu wilde wel verandering. Laat in zijn leven keizer geworden was hij gehaast. Maar hij had begrepen dat een van de voorwaarden voor een meer verlichte participatie van zijn burgerlijke onderdanen een beter communicatiesysteem was. Hoe konden zijn subjecten immers positief meewerken in de door de keizer zelf ingezette vernieuwingsbeweging indien ze de taal van het hof, van klerken en administratoren niet verstonden. De adel sprak Frans, Zijne Majesteit inbegrepen, en 's keizers klerken hadden alleen maar verachting van het Duits van boeren en burgers. Jozef wou het misprezen Duits een betere functionele status geven.
Dit hoopvol geluid was, wat Verlooy betreft, niet voor dovemansoren gesproken. Hij trok zijn stoutste schoenen aan en schreef (in het Frans) een geargumenteerd en geadstrueerd rationeel betoog naar Jozef II tot herstel van de status van het Nederduits (zoals het Nederlands toen ook nog werd genoemd) in de Nederlanden. De Nederlanden, dat waren toen voor Europa de Zuidelijke Nederlanden, met Brussel als hoofdstad. De Noordelijke Nederlanden heetten La République des Provinces Unies.
Dat dit betoog uitging van een advocaat van de Raad van Brabant (die toen huisde in het huidige Belgische parlement) gaf het enig gezag. Maar het hof, in het bijzonder het Brusselse, reageerde furieus op deze ondergraving van hun Franstalige machtspositie. Ze wisten in Brussel maar al te goed dat het soevereine volk van Brussel voor 95% Nederlandstalig was. (Elders aangetoond door dr. Paul De Ridder.)
Doordat de keizer, gezien zijn houding tegenover het Duits, positief kon staan tegenover Verlooys voorstel, werd dit door het Brusselse, daarin gevolgd door het Weense establishment voorgesteld als een politieke bom, en werd het door de zittende administratie met woede en verachting de grond ingeboord. Er kwam bij Verlooy geen reactie uit Wenen.
Deze gegevens zijn nieuw, want de brief van Verlooy werd onlangs pas ontdekt in een stoffig archief. De erudiete en accurate Paul De Ridder heeft hem, voorzien van een omstandige kritische benadering, uitgegeven en werpt nu een nieuw licht op Jan Baptist Verlooy.
In 1788 zou Verlooy zijn thesis in een nog meer doorgedreven vorm in het Nederlands uitgeven te Brussel en daarmee de grondlegger worden, niet zozeer van de Vlaamse Beweging (Verlooy was een overtuigd Brabander), maar van de Nederlandse Beweging. Jammer dat hij zo jong (en in armoede) is gestorven in 1797, en 1815 niet meer heeft mogen meemaken.
De Ridder Paul, Nieuw licht op J.B.C. Verlooy (1746-1797), Vader van de Nederlandse Beweging, Brussel/Gent, Stichting Mens en Kultuur, Archief- en Bibliotheekwezen in België, Studiecentrum 18e-eeuwse Zuid-Nederlandse letterkunde, Vereniging voor Brusselse Geschiedenis, 2001.