Christen-democratische broeders
- U reconstrueert uitgebreid het verloop van de top op Korfoe waar John Major zijn veto stelde tegen Jean-Luc Dehaene als voorzitter van de Europese Commissie. Maar de rol die Ruud Lubbers speelde kan bepaald ook niet fraai worden genoemd.
G.J.: ‘Wat Lubbers betreft was het misschien een verhaal van “té graag willen”. Lubbers was zeer uit op het Commissie-voorzitterschap. Hij dacht dat het hem rechtens toekwam maar hij hield te weinig rekening met de gevoeligheden van bij de start. Je weet nooit waar de eigenlijke oorzaak ligt maar hij heeft kanselier Kohl op een bepaald moment wat gechargeerd door op een Europese Raad waar over de Duitse eenmaking werd gesproken zich eerder aan de kant van Thatcher te scharen. Lubbers was nogal Angelsaksisch ingesteld. Hij keek heel sterk op naar Thatcher. Zij was niet voor een hereniging. Dat heeft Kohl Lubbers kwalijk genomen. Op dat niveau speelt dat ook mee: de persoonlijke affiniteit van bepaalde politici. Kohl
Gemeenschapsattaché Guy Janssens: een ‘handig’ onderonsje met zanger-auteur Koen Crucke.
en Lubbers lagen elkaar blijkbaar niet echt. Kohl had veel invloed op Mitterrand. Kohl schoof Dehaene naar voor en van toen af is Lubbers begonnen met Dehaene links en rechts wat belachelijk te maken. Dat heeft de zaak dan weer geremd. Toen Lubbers zag dat hij geen kans meer maakte heeft hij gepoogd om Dehaene ook geen kans meer te geven: als ik het niet word, dan Dehaene ook niet. Het is natuurlijk niet fraai wat zich binnen de grote christendemocratische familie afspeelde.’
- U lijkt te suggereren dat Major misschien toch overstag zou zijn gegaan indien Lubbers eerder ja had gezegd tegen Dehaene.
G.J.: ‘Het is achteraf moeilijk te zeggen hoe het zou zijn gebeurd. Ik heb in mijn boek ook beschreven dat Dehaene tien dagen op voorhand via de Belgische vertegenwoordiger al wist dat de Britten niet overstag zouden gaan, dat Major hoe dan ook zijn veto zou stellen. Maar je kunt je afvragen of hij dat veto gehandhaafd zou hebben als hij helemaal alleen had gestaan, één tegen allen.’
- Een opvallende verschijning was natuurlijk Margaret