Verbeelding van de jaargetijden
Vandaar dat de tentoonstelling ‘Meesters van het Zuiden’ van het Noord-Brabants museum in Den Bosch naar het Musée des Beaux-Arts in Valenciennes verhuisde, nadat ook het museum van Lille concrete belangstelling had getoond.
Het stemt dus van de ene kant tot voldoening dat wij, zij het aan de zuidgrens van het Vlaamse cultuurgebied, toch een valabele partner hebben gevonden. Meer in het algemeen loopt de samenwerking met de Noord-Franse collega's buitengewoon plezierig. Maar je zou toch wensen dat je op die manier ook met de Belgische collega's intensiever en structureler zou kunnen samenwerken. Illustratief is in dit verband het gegeven dat er wel Vlamingen de directie voeren in Nederlandse musea zoals in het Van Abbe Museum of het Museum Boijmans Van Beuningen, maar dat er geen Nederlanders genoemd kunnen worden die een dergelijke functie in België bekleden.
Wij hopen dat de ontwikkelingen in het kader van een Verenigd Europa die kant uit zullen gaan dat we ook in Vlaanderen in de toekomst gemakkelijker op een lijn komen en dergelijke partners kunnen vinden. De collega's in België staan er zeker voor open - althans zo schatten wij het in.
Wij zijn zeker niet ontmoedigd door de huidige gang van zaken en gaan op de ingeslagen weg voort. Na de ‘Meesters van het Zuiden’ staat er een tentoonstelling op het programma over de Zuid-Nederlandse landschapschilderkunst. Het gaat ditmaal over de schilderkunst van de late 15e, 16e en de vroege 17e eeuw. De Europese landschapschilderkunst vindt immers zijn oorsprong in de zuidelijke Nederlanden en het zijn ook weer kunstenaars afkomstig uit het huidige Noord-Brabant die hun bijdrage hebben geleverd aan deze boeiende ontstaansgeschiedenis. We denken dan aan kunstenaars als Jeronimus Bosch, Pieter Breughel, Paulus Bril. De tentoonstelling die wij momenteel voorbereiden zal in 2001 in het Noord-Brabants museum worden geopend.
Voor het jaar daarna staat een tentoonstelling op het programma waarvoor wel al een Belgische partner beschikbaar is, namelijk het Stedelijk Museum in Leuven, zusterstad van Den Bosch. Naar wij hopen kan dit project, een thematische tentoonstelling over de verbeelding van de jaargetijden in de kunst van de Zuidelijke Nederlanden, in het kader van het zogenaamde Interreg-programma worden gerealiseerd. Het wachten is op het groene licht van de gemeente Leuven.
Wanneer deze gezamenlijke tentoonstelling goed van de grond komt, is er echt iets bereikt. Het Interreg-stimuleringsprogramma blijkt dan niet voor niets in het leven te zijn geroepen.
Drs. Margriet M.A. van Boven was tot 1 januari 2001 directeur van het Noord-Brabants museum in 's-Hertogenbosch. De tekst is uitgesproken tijdens het symposium van de ANV-afdeling Noord-Brabant in het stadhuis van 's-Hertogenbosch in het voorjaar 2000.