Eindelijk een feit
Op 18 januari jongstleden was Marleen Vanderpoorten naar eigen zeggen een gelukkig minister en wel omdat een droom van veel mensen dan in vervulling ging. De Vlaamse minister van onderwijs Vanderpoorten ondertekende op die dag, tezamen met haar Nederlandse collega Hermans, het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse Gemeenschap van België inzake de transnationale Universiteit Limburg (tUL).
‘Ik ben gelukkig omdat Vlaanderen en Nederland vandaag meer dan ooit hun onderwijssamenwerking hebben versterkt. Vlamingen en Nederlanders, twee volkeren vaak verdeeld door een gemeenschappelijke taal, maar vandaag Vlamingen en Nederlanders, verenigd in kennis en wetenschap,’ aldus de minister. Ze noemde de oprichting van de tUL ‘voor de beide provincies Limburg een mijlpaal in hun ontwikkeling’. De tUL zal vooral actief zijn op de domeinen van onderwijsvernieuwing, biomedische wetenschappen en kennistechnologie. Daardoor zal een netwerk van spin-offs ontstaan ‘dat in deze sectoren de bijkomende groei-impulsen voor economische activiteit en tewerkstelling zal leveren waaraan Limburg nood heeft’.
Vanderpoorten liet de leiding van de tUL ook horen dat de overheden in Nederland en Vlaanderen nu verwachten dat er op korte termijn ‘goed onderbouwde voorstellen’ geformuleerd worden. Er is al goed voorbereidend werk geleverd maar dat moet nu gestalte krijgen in een plan om de tUL gedurende de volgende vijf jaar verder uit te bouwen.
Het doel van de tUL is volgens Vanderpoorten: ‘een hoogwaardig kenniscentrum te vormen waar onderwijs en onderzoek worden verricht volgens internationale kwaliteitsmaatstaven’. Naast een algemene universitaire dimensie is er ook een Europese.
• | De tUL is belangrijk als ‘leerproces van internationale samenwerking’. De Nederlandse en de Vlaamse regering hebben geen specifiek regelgevend kader vastgelegd voor de nieuwe universiteit. Ze beseffen dat de afstemming van de regelgevingen in de beide landen een complexe zaak is en dat de ambtenaren heel wat creativiteit aan de dag zullen moeten leggen. |
• | De tUL kan een belangrijke bijdrage leveren aan de onderwijsinnovatie. De tUL zal onderwijs brengen waarin ‘de laatste ontwikkelingen van wetenschap en technologie worden behandeld op een voor ‘de consument van dit onderricht’ aangepaste manier’. |
• | De tUL kan inzake studentenmobiliteit een voorbeeld stellen. |
Vanderpoorten zei ook dat door de twee campussen aan beide zijden van de Maas Maastricht en Hasselt enerzijds en de beide provincies Limburg anderzijds economisch en maatschappelijk in de toekomst nog nauwer zullen samenwerken. Ze pleitte er ook voor om de al bestaande regionale samenwerking met onderwijsinstellingen in Luik en in de Duitse Länder verder uit te bouwen. Dat zal van de tUL een speler maken in het veld van de zich snel ontwikkelende Europese hoger-onderwijsruimte.
Vanderpoorten verwees naar de Verklaring van Bologna. De wederzijdse erkenning van de diploma's noemde ze een centraal element in het op elkaar afstemmen van het hoger onderwijs in Europa. Ze kondigde aan dat ze ‘zonder aarzelen’ de uitnodiging van de Nederlandse minister van onderwijs Hermans had aanvaard om Vlaamse ambtenaren als waarnemers naar de door Hermans opgerichte commissie-Fransen te sturen. Die commissie moet in de loop van september voorstellen formuleren over de accreditering van hogere onderwijsdiploma's. Vanderpoorten en Hermans tasten af of er nog andere landen willen meedenken. Men hoopt dat de resultaten van de commissie-Franssen zullen leiden naar een Europees accrediteringsstelsel.
Aan het slot van haar toespraak bedankte Vanderpoorten haar collega Hermans. ‘In het verleden hebben Nederlandse en Vlaamse onderwijsministers veel gepraat over samenwerking. U hebt getoond wat wij met gebald en efficiënt overleg samen kunnen realiseren.’
Waarmee de minister dus ook een pluim op de eigen (blauwe) hoed stak. (G.L.)