Burgerlijke partij
De jongste tijd valt er een evolutie met vervelende kanten te bespeuren. Sinds Vlaanderen een deelstaat is en sinds de Vlaamse media het spektakel in het Zuiden beheersen, is er minder aandacht voor het Noorden. Gelukkig zijn wij het Noorden niet kwijt en blijft het in de kranten aandacht krijgen. Dat volstaat echter niet: onbekend is onbemind. Negatieve aandacht, bijvoorbeeld bij de inwijking van ‘noorderlingen’ in Vlaamse grensgemeenten, voedt dan een verkeerd verhaal.
De Taalunie geniet in Noord en Zuid (te) weinig publieksaandacht. Het is maar één voorbeeld van hoe vele institutionele samenwerkingsvormen toch steeds bedreigd worden door ‘verzanding’.
Ongetwijfeld is het een ANV-taak om met andere samenwerkingsgezinde verenigingen de ‘burgerlijke partij’ te zijn, zoals algemeen voorzitter Els Ruijsendaal het mooi uitdrukt. Vanuit het sociaal weefsel moeten wij die taak opnemen voor alle samenwerkingsinitiatieven die de overheid ‘vergeet’. Wij moeten nauwlettend toekijken en zo nodig actie voeren ten voordele van het hart van de eigen taal en cultuur, van eerbied voor democratische communicatie, van nieuwe samenwerkingskansen.
Dit geldt ook voor de ‘Engelse golf’. Toen het Frans nog een wereldtaal was strijdend om hegemonie, en Duitsland een grotere rol ambieerde, werd ‘Onverduitst, onverfranst’ een strijdleuze in Vlaanderen. Vandaag krijgt ‘onverengelst’ meer betekenis.
Engels zal nog wel een tijd de wereldtaal blijven, esperantisten ten spijt. Dat is het punt niet. Wij en de andere gelijkgestemde verenigingen zullen onze overheden moeten bewerken opdat de eigen taal en cultuur, de belangenbehartiging ervan in Europa en de eerbied voor de democratische verbondenheid (communicatie) op alle samenlevingsniveaus, ook in het bedrijfsleven en het onderwijs, de nodige ruimte zullen krijgen.