Vergeet Europa nog steeds de cultuur?
Het Comité Buitenlands Cultureel Beleid bestaat tien jaar. Voorzitter is Paul Beugels. Het doel van het Comité ligt besloten in de naam: het wil ‘een bijdrage leveren aan de publieke en politieke meningsvorming over het buitenlands cultureel beleid van Vlaanderen en Nederland’. Het beijvert zich ‘voor de fundamentele versterking van het culturele bondgenootschap van Nederland en Vlaanderen als strategische alliantie in het Europa van de Culturen’. Het Comité bepaalde op een symposium ‘Cultuur en cultuurbeleid in Europa’ in mei jongstleden in Maastricht zijn strategie voor de komende jaren.
Op 20 september jongstleden stuurde het Comité een ‘open brief’ aan de Nederlandse en de Vlaamse regering. Binnenkort beëindigt, in het vooruitzicht van de Europese top van Nice in december aanstaande, de Commissie-Herzog die een ‘Europees Handvest voor de Grondrechten’ moet opstellen, haar werkzaamheden.
Het Comité vindt dat cultuur in het Europese integratieproces al té veel verwaarloosd wordt. In het huidige debat over grondrechten en over een eventuele Grondwet van de Europese Unie blij ken culturele grondrechten ‘pijnlijk genoeg’ niet aan de orde te komen. Het Comité acht ‘de juridische verankering van de positie van talen en culturen als wezenskenmerk van Europa's beschaving, traditie en verscheidenheid’ van fundamentele betekenis. Het sluit zich aan bij het advies ‘Een Europees Handvest voor Grondrechten’ (mei 2000) van de Adviesraad Internationale Vraagstukken aan de Nederlandse regering maar stelt vast dat dat advies geen ‘concrete gedachten hieromtrent oppert’. Het Comité wil die leemte opvullen. Het opteert uitdrukkelijk voor het opnemen van die culturele rechten in een toekomstig handvest van grondrechten van de Unie.
Het stelt volgende bepalingen voor:
1. | Het recht van een van oudsher op een bepaald grondgebied gevestigde cultuurgemeenschap op instandhouding en ontwikkeling van eigen taal en cultuur en op culturele zelfbeschikking. |
2. | Het recht van ieder individu op onderwijs in de vorm van primair, secundair en tertiair onderwijs van - en waar mogelijk in - de taal en de cultuur van de cultuurgemeenschap waartoe het individu behoort, dient als grondrecht te worden verankerd in de wetgeving van de staat waarin de betreffende cultuurgemeenschap is gelegen. |
3. | De plicht van een cultuurgemeenschap om volwassenenonderwijs in de eigen taal en cultuur beschikbaar te stellen aan immigranten van binnen en buiten het EU-grondgebied ter bevordering van integratie. |
4. | De plicht en de bijzondere verantwoordelijkheid van de lidstaten om kleinere en/of zwakkere cultuurgemeenschappen op hun grondgebied alsook in aangrenzende buurlanden te erkennen, in bescherming te nemen en in hun ontplooiing te bevorderen. |
(GL)