Neerlandia. Jaargang 104

[p. D15]

Internet opent nieuwe vensters in de grensgebieden
• Margot Bogaards

Eén van de sprekers op het symposium ‘Op de grens gebeurt het?!’ was Marcel van Kan. Hij is nauw betrokken bij de ontwikkeling van een aantal grensoverschrijdende projecten op het gebied van de nieuwe media, zoals internet in de Euregio Maas-Rijn. Terwijl in andere takken van media niet of nauwelijks sprake is van samenwerking over de grenzen heen, zijn deze projecten het levende en hoopvolle bewijs, dat grensoverschrijdende samenwerking wel degelijk succesvol en vernieuwend kan zijn.

Marcel van Kan studeerde sociale geografie in Nijmegen. Na een jaar in het onderwijs koos hij voor een baan in het bedrijfsleven, waar hij onder meer audiovisuele producties maakte. Nadat hij een postdoc-opleiding beleidsadviseur telematica bij Intercai had gevolgd, ging hij aan de slag bij Telematica International. Sinds kort is Marcel van Kan als internetconsultant zelfstandig ondernemer. In die hoedanigheid geeft hij advies over hoe de nieuwe media kunnen worden gebruikt om de bedrijfsresultaten te verbeteren. Voor een nuttig gebruik van nieuwe media bij bedrijven is het van belang om van tevoren een strategie te bepalen. Internet moet functioneel gemaakt worden en geïntegreerd in de bedrijfsstrategie en niet slechts een duur reclame-uithangbord zijn, dat door niemand te vinden is in het ‘doolhof’ dat World Wide Web heet. Strategische internetmarketing is noodzakelijk om een verandering in het denken ten opzichte van internet teweeg te brengen. Vaak wordt een internetpagina nu nog gezien als puur informatief. Bedrijven en instellingen zetten hun informatie zoals nieuwsbrieven en geschiedenis op de site. Het aantal bezoekers op een met veel moeite gemaakte site valt vervolgens vaak tegen. Om dit te veranderen moet het internet meer benaderd worden als een communicatie- en marketingmiddel. Bedrijven moeten dus zo veel mogelijk streven naar interactiviteit en communicatie met klanten in plaats van puur informatie bieden.

Interregnet

Op het gebied van de nieuwe media loopt op dit moment een aantal projecten, die de samenwerking in de Euregio Maas-Rijn moeten stimuleren. Drijvende kracht achter deze projecten is het Interregnet. Interregnet is een samenwerkingsverband tussen Concentra Uitgeverij, KPN Telecom, Telematica International, Nutsbedrijven Maastricht en Interelectra. Doel van Interregnet, dat gefinancierd is met een driejarige subsidie van verschillende overheden maar voor het leeuwendeel met Europees geld, is om in de Euregio grensoverschrijdende projecten op het gebied van multimedia tot stand te brengen. Door het grensoverschrijdend toegankelijk maken van informatie wordt de sociaal-economische structuur versterkt. De verschillende overheden leveren in de vorm van Interreg-subsidies de randvoorwaarden voor het bedrijfsleven in de Euregio om mee te komen met de nieuwe ontwikkelingen en zich te kunnen richten op gebieden over de landsgrens heen. De programma's die Interregnet ontwikkelt, zullen uiteindelijk door commerciële bedrijven geëxploiteerd worden. De tijd is rijp voor dit soort initiatieven. De hieronder beschreven projecten van Interregnet hebben elk hun eigen doelgroep en doelstelling.

De eerste aanzet tot grensoverschrijdende samenwerking was de koppeling van twee kabeltelevisienetwerken Nutsbedrijven Maastricht en Interelectra, respectievelijk een Nederlandse en een Belgische kabelmaatschappij. Dankzij deze koppeling kunnen studenten en medewerkers van de Universiteit van Maastricht en de Universiteit van Diepenbeek nu direct via de kabel breedbandig communiceren en expertise uitwisselen.

Een ander project is de Medische Vacaturebank. De vacaturebank speelt in op het feit dat er in België een overschot aan medisch personeel is, terwijl Nederland kampt met tekorten. De Medische Vacaturebank brengt vraag en aanbod bij elkaar. De database fungeert ook als zoekprogramma, waarmee ziekenhuizen gemakkelijk hun kandidaten kunnen selecteren. Op die manier wordt de ziekenhuizen veel werk uit handen genomen, omdat ze niet meer zelf hoeven te adverteren.

[p. D16]

De recreatieve en culturele sector wordt bediend met de Socio-Culturele Agenda. Deze zoekmachine vormt een paraplu voor alle programma's, websites en andere databases op uitgaansgebied, cultuur en evenementen. De overvloed aan losse informatie uit allerlei media wordt hier aan elkaar gekoppeld. Het programma richt zich op de hele Euregio en is bedoeld voor iedereen die uit wil in die regio. Men kan de datum en tijd waarop men een sociaal-cultureel evenement wil bezoeken intypen, waarna een zeer uitgebreid overzicht verschijnt van allerlei mogelijkheden tot uitgaan. Men vindt hier niet alleen een koppeling naar de websites van de VVV's in Maastricht, Heerlen en Hasselt, maar ook programma's van schouwburgen, bioscopen, filmhuizen, podia etc. De achterliggende gedachte is, dat mensen eerder geneigd zijn bijvoorbeeld om de tocht van Hasselt naar Maastricht of vice versa maken wanneer er eenvoudig aan informatie is te komen over welke activiteiten plaatsvinden. Op die manier werken de internetprojecten dus drempelverlagend.

Op de digitale snelweg

Speciaal ontworpen voor congres- en beursorganisatoren is de zogenaamde event-module. In de Euregio zijn bijvoorbeeld in Hasselt en Maastricht grote beurshallen aanwezig. De event-module maakt, dat alle bedrijven die participeren in beurzen, congressen en tentoonstellingen automatisch ook op internet publiciteit krijgen. Via deze site kunnen belangstellenden zien wie en wat er op de beurs te vinden is. De organisatoren krijgen een tool in handen om hun beurs ook op internet te zetten. Er wordt dus direct gecommuniceerd vanaf de beurs naar de mogelijke cliënt. De gedachte is dat mensen zich beter kunnen oriënteren en eerder geneigd zullen zijn om een bezoek te brengen aan de beurzen.

Het laatste programma is een e-commerce-project. Dit project behelst het

Marcel van Kan

clusteren van bestaande multimedia diensten via aanwezige infra-structuren en het aanbieden en upgraden van bestaande diensten. Daarnaast richt het zich ook op het ontwikkelen, faciliteren en implementeren van nieuwe multimediadiensten. Er worden om te beginnen tools ontwikkeld voor het aanbieden van een elektronische multi-mall. Zo ontstaan onderling verbonden virtuele winkelcentra op internet en interactieve teletekst, waarin grensoverschrijdende transactiediensten een centrale rol spelen, gekoppeld met financiële dienstverlening en call-center faciliteiten. Het doel is om het Midden en Klein Bedrijf (MKB) in Belgisch en Nederlands Limburg in staat te stellen op een eenvoudige en laagdrempelige manier diensten en producten aan te bieden met gebruikmaking van elektronische media. Het biedt ondernemers de mogelijkheid om op een snelle en voordelige manier de eerste stap te zetten naar de digitale snelweg in de virtuele wereld. De diensten, die geclusterd worden onder de naam City, zullen gekoppeld worden aan regionale tv-zenders in Nederlands en Belgisch Limburg. In Nederland is dit L1 Radio en TV in Maastricht en in België TV Limburg in Hasselt. City biedt een scala van mogelijkheden voor het MKB. Zo worden er gestandaardiseerde winkel- en kantoorunits aangeboden, die zowel op internet als op interactieve teletekst bereikbaar zijn. Ook wordt er een telefonische doorschakelmogeliikheid gecreëerd, waarmee de klant rechtstreeks contact met de informatieaanbieder of met een call-center krijgt. Interessant is ook een gebruiksvriendelijke zoekindex, die ‘Digitaal Limburg’ ontsluit.

Het Interreg-programma loopt dit jaar ten einde, maar de projecten zullen worden voortgezet. Pas dan zullen alle hierboven besproken zaken bij het publiek worden geïntroduceerd. Het klinkt allemaal erg veelbelovend, deze ambitieuze projecten op het gebied van de nieuwe media. Het is duidelijk dat er met de komst van het internet nieuwe mogelijkheden zijn ontstaan, die juist in grensgebieden grote voordelen kunnen bieden. Marcel van Kan wijst er echter op, dat in de internetwereld alles niet zo flitsend gaat, zoals vaak aangenomen wordt. Voor de ontwikkeling van projecten als Interregnet, die kwalitatief hoogstaande nieuwe mogelijkheden voor zowel bedrijven als consumenten willen bieden, is veel tijd, geduld en geld nodig. Na de introductie in de tweede helft van dit jaar zal pas echt bekeken kunnen worden in hoeverre de nieuwe programma's aan de verwachtingen en eisen voldoen.