Rots in de branding
Waar gaat het ze om, de doelman-schoolknaap Jean-Marie die voor een betonplatenomheining een bal ‘pakt’, de Volwijckers Joyce en William, de eenzaam turnende doelman op het terrein van Nederzwalm, de supporter die op een muur in koeien van letters ‘I love RCS Anderlecht’ kalkt, of Elisabeth Broekaerts V.V. Dorperheide Girls, evenzeer als de geselecteerde fotografen? Vlaanderens meest begaafde sportjournalist, Jan Wauters, verwoordt het in de catalogue bij de expositie schitterend literair:
‘Kijken als een keeper. Kijken met de ogen van een doelman. Dat doet een fotograaf ook, denk ik. Vooruit maar. Zie hoe de keeper zich opstelt, spiedt, anticipeert, wacht en toch gaat of terugkeert, in de voeten duikt, toeslaat op het juiste moment, of mist - net iets te laat -, dan weer boven alle hoofden klimt, in het kluwen overeind blijft, de bal aan de borst klemt, en daar staat, één seconde van de eeuwigheid. Het hele stadion voor heel even de adem afgesneden, voordien nog opgeveerd, in passie meegezogen, op drift bijna in al dat gekolk voor het doel. Keeper, rots in de branding.
Maar op een ander moment ook dat beeld, verbeelding haast, van iemand die loskomt van de grond en in zweefvlucht naar het hogere, naar het uiterste toe, een onbereikbare bal beroert, afweert of alsnog moet laten gaan. De doelman in beweging, op zijn eigen vleugels, even aan de zwaartekracht onttrokken en in zijn vlucht gadegeslagen door zittende en staande tribunes. In verbazing of bewondering. Keeper, onze trots.’
De jongensdroom die op een fabrieksterrein begint en wel een keer uit komt. De ontspannen opwinding van het wildvoetballen! Een doeltje onder een wolkenhemel. De met clubinsignes getatoeëerde supporter. Het voetbalveld bij nacht. Het verval van een stadion. Zoveel aspecten van die voetbalcultuur, zoals die niet alleen leeft in het topvoetbal, maar evenzeer in de lagere afdelingen, in de caféploegen, en in het voetbal als pure recreatie.