Cultuur
Vijftig jaar culturele betrekkingen Vlaanderen-Nederland
‘De romantische gedrevenheid over de culturele integratie Vlaanderen-Nederland is vervangen door zakelijkheid. Vele dromen uit de jaren zeventig en tachtig zijn begraven.’ Dat besloot Annick Schramme, die onlangs aan de Universiteit Antwerpen (Ufsia) promoveerde tot eerste (*) doctor in de geschiedenis, op het thema ‘Vlaanderen en zijn grote buitenland’. Zij voerde daarover het woord op een bijeenkomst in het Hof Van Liere (Ufsia) te Antwerpen op 28 mei, getiteld Vijftig jaar culturele betrekkingen tussen Vlaanderen en Nederland.
Deze middag werd georganiseerd door de rector van de Ufsia, Universiteit Antwerpen en de Vriendenkring Johan Fleerackers. Het werd onder auspiciën van de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland gehouden.
Tot de aanwezigen behoorden de toenmalige Vlaamse minister-president, Luc Van den Brande, en de Nederlandse minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Loek Hermans.
De tweejaarlijkse Prijs van de Vlaamse Gemeenschap Johan Fleerackers werd eveneens op deze middag overhandigd, na een inleiding namens de jury van prof. dr. Jan De Groof.
Uiteraard werd daarbij aandacht besteed aan de betekenis van de veel te vroeg overleden Johan Fleerackers (1931-1989). Ondermeer als kabinetchef van de opeenvolgende ministers van cultuur profileerde hij zich als grote voorvechter van de culturele integratie Vlaanderen-Nederland. Hij was de typische exponent van een generatie met een passie voor de eenheid van de Nederlandse cultuurgemeenschap. Fleerackers koesterde het ideaal dat Nederland en Vlaanderen in een Hoge Raad van de Nederlandse cultuur zouden samenwerken, waarmee beide landen hun culturele positie in de wereld zouden kunnen verbeteren. Dit plan werd in 1962 voorgesteld door de Gemengde Commissie van het Cultureel Verdrag. De toenmalige minister-adjunct voor Nationale Opvoeding en Cultuur Van Elslande stond hier positief tegenover. Volgens minister Hermans zou een dergelijk orgaan de algemene culturele integratie met Nederland ten goede komen.
Minister-president Van den Brande onderstreepte met een citaat van Fleerackers diens gedrevenheid: ‘De kleine cultuurgebieden zullen zich uit strategisch oogpunt aaneen moeten sluiten om, als er een Europees cultureel verdrag komt, hun stem te laten horen en hun eisen in te brengen in de samenstelling van het verdrag.’
De Johan Fleerackers-prijs van de Vlaamse Gemeenschap werd toegekend aan de hoogleraren Frits van Oostrom en Frank Willaert: een Nederlandse en een Vlaamse mediëvist, die met een zelfde overtuiging de Nederlandse taal en cultuur vanuit hun geschiedenis ontsluiten voor een breed publiek.
(*) Voor de universiteit Antwerpen was dat een primeur, want Annick
Johan Fleerackers
Schramme heeft als eerste gebruikgemaakt van de mogelijkheid om te doctoreren voor een inter-universitair samengestelde jury, hoewel er in Antwerpen (nog) geen licenties geschiedenis bestaan. (RN)