Het Hollandse vingertje
Uiteraard komt in het herdenkingsboek ook het zo graag omhoog gestoken vingertje ter sprake, zeker over het buitenlandse beleid. Het boek verwijst naar Van Karnebeeks ‘Nederland-gidsland’, naar Van Vollenhovens ‘roepingsbesef’, Groen van Prinsterens ‘Nederland, het Israël van het Westen’ en Jan Pronk ‘de spreekwoordelijke dominee-overzee’. Het gaat ook over de ‘ethische politiek’ in de vroegere Nederlandse koloniën. En Kuitenbrouwer noteert in het hoofdstuk De koopman, de dominee en de ambtenaar een ‘zedelijke roeping’, waar zich ‘ongetwijfeld een superioriteitsbesef’ in verschool.
Kortom, een leerzaam boek waarin men tussen de regels door iets kan proeven van de wijze waarop Nederland, dat het liefst in alles neutraal bleef, twee eeuwen lang geprobeerd heeft toch een eigen partij mee te blazen in het volkerenorkest. Een leerzaam boek ook, want, zoals minister Van Aartsen ter inleiding schrijft, ‘wie zijn geschiedenis niet kent, verliest zijn geheugen’. Het gedenkboek 200 jaar Buitenlandse Zaken, meer dan een geheugensteuntje dus!
200 Jaar Ministerie van Buitenlandse Zaken onder redactie van R.E. van Ditshuyzen, A.E. Kersten, A.L.M, van Zeeland, A.C. van der Zwan. Den Haag, SDU, 1999. ISBN 9012085861. Prijs f 69,90.
Dagboeken en aantekeningen van W.H. de Beaufort 1874-1918 onder redactie van J.P. de Valk en M.F. van Faassen. Deel 73-74. Den Haag, Instituut voor Nederlandse geschiedenis, 1993. ISBN 9052160430. Prijs f 125,- (gebonden). ISBN 9052160449. Prijs f 95,- (paperback).