Uitreiking Marcel Minnaertprijzen
Op 20 maart werden vanuit de Unie Nederland-Vlaanderen vzw in het Vlaams Cultureel Centrum De Brakke Grond te Amsterdam de jaarlijkse Marcel Minnaertprijzen uitgereikt. De gelukkigen waren een aantal auteurs die werk van hoge kwaliteit hadden geschreven, dat bovendien betrokken was op of uitging van het gehele Nederlandse taalgebied of van de Benelux.
De Unie Nederland-Vlaanderen vzw en de genoemde prijzen zullen niet iedereen bekend zijn; de Unie draagt bovendien een naam die oude politieke aspiraties doet vermoeden. De vereniging beseft dat ook blijkens de folder, waarin nadrukkelijk vermeld staat dat men zich bewust is van de reacties die termen als Groot-Nederland oproepen. Daarvan wil de Unie zich distantiëren: het gaat haar erom de gemeenschappelijke elementen in taal, cultuur en geografische ligging aan te vatten om te komen tot een ‘konsekwent samen optreden van alle Nederlandstaligen in de Europese Unie en daarbuiten’. Hoe, dat is slechts gissen, maar binnen Europa en na een uiteengevallen België denkt men aan een vereniging, in welke vorm ook, van Nederland en Vlaanderen. De Waalse Belgen zijn dan uit het beeld verdwenen. Nog niet op de dag van de bijeenkomst overigens, want de ‘academische lezing’ op de bijeenkomst handelde over diezelfde Walen, en droeg de prikkelende titel ‘Een Unie Nederland-Vlaanderen - blijven de Walen aan de kant staan?’ De lezing werd gehouden door Walloniëkenner Guido Fonteyn. Het werd een zeer interessante lezing die vooral voor de niet-kenners van het gewest uiterst leerzaam was. Allereerst was dat al de uiteenzetting over de ijking van beide gewestnamen Vlaanderen en Wallonië. De aanduiding Vlaanderen voor de gehele Vlaamse gemeenschap bleek uit de romantische hoek te komen, van auteurs als Rodenbach en Gezelle. Die naam kon natuurlijk alleen een toekomst gelden, want de graafschappen en het hertogdom waaruit het huidige ‘Vlaanderen’ is gegroeid, kennen eigenlijk geen gemeenschappelijk verleden. Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor Wallonië. De Waalse dichter Joseph Grandgagnage komt de eer toe de naam Wallonië te hebben uitgevonden of beter: ontwikkeld, vanuit Wallons namelijk. In één adem werd toentertijd natuurlijk ook het
Frans als bestuurstaal voorgesteld. De verdere strijd tussen beide taalgemeenschappen zal menigeen globaal bekend zijn, al dient nog eens - ter lering van de Nederlanders - vermeld te worden dat pas in 1973(!) de Nederlandse versie van de Belgische grondwet kracht van wet kreeg.