Media
Leerstoel begint Hemels
Woensdag 17 maart was een belangrijke dag voor het zwaartepunt Communicatiewetenschap van de Universitaire Instelling Antwerpen (UIA).
Die dag werd de Leerstoel Abraham Verhoeven plechtig geïnstalleerd. Het is de bedoeling van de leerstoel om ‘door lezingen, conferenties en publicaties een breed publiek inzicht te bieden in eigentijdse vragen rond media en journalistiek’, en zodoende ‘het publieke debat uitdagend vorm en richting te geven’, aldus voorzitter prof. dr. Herman Van Pelt. Het idee kwam van Gaston Durnez, gewezen journalist van De Standaard. ‘Oorlog is de moeder van de journalistiek. Ongeluk is het geluk van de pers.’
Zo begon Durnez zijn korte toespraak. Die visie op de journalistiek is vandaag de dag waar, maar ze was dat ook aan het begin van de zeventiende eeuw toen ‘gazettier’ Verhoeven zijn nieuwstijdingen begon.
Dr. Joan Hemels - ‘geen courante naam in de pers,’ aldus Durnez -, professor in de communicatiewetenschap aan de universiteit van Amsterdam, sprak de inaugurale rede uit: ‘De gouden eeuw van het dagblad: een visie op professionaliteit en identiteit van de krant met het oog op een nieuw millennium.’ Ook hij verwees in zijn inleiding naar de krijgshaftigheid van het mensdom. ‘Oorlog blijkt op een onthutsende wijze verbonden te zijn met de beschaving.’
Aan het begin van onze eeuw had het Amsterdamse Algemeen Handelsblad een fikse voorsprong op de concurrenten in de berichtgeving over de Russisch-Japanse oorlog, omdat het als eerste over een Marconigraaf beschikte. Door dat toestel kwam de ‘City-brief’ van de correspondent in Londen, de cabaretier Jean-Louis Pisuisse, ‘door de lucht aanwaaien.’ Hemels schetste de evolutie van de dagbladjournalistiek in de twintigste eeuw. Hij had vooral aandacht voor twee ontwikkelingstendensen: die van de commercialisering en die van de ideologisering. Die twee factoren hebben altijd al een belangrijke rol