Een eigen plaats
Van verkiezing tot verkiezing kreeg echter ook het regionaal-politieke bewustzijn steeds vorm. Dit kreeg steeds weer nieuwe impulsen door het succesvolle streven naar emancipatie van de Vlamingen.
Na de staatshervorming van 1970 bereikte dit bewustzijn een voorlopig hoogtepunt met de oprichting van een nieuwe politieke groepering. De autonomistische Partei der deutschsprachigen Belgiër werd vanaf 1971 de voortrekker van de Duitstalige eis tot autonomie.
Het resultaat van die ontwikkeling is vandaag de integratie in een institutioneel bouwwerk, waartegen, naar gelang van de generatie, met schuchtere terughoudendheid (volgens het motto ‘een verbrand kind schuwt het vuur’) of, integendeel, met een klaar begrip voor autonomie en nieuwe eisen wordt aangekeken.
De plaats die Duits-België in de nieuwe federale staatsstructuur als autonome gemeenschap met een eigen parlement en een eigen regering inneemt, is weliswaar niet voor iedere Duitstalige burger bij voorbaat duidelijk. Daarvoor blijft de afhankelijkheid tegenover de oppermachtige Franstalige partner en tegenover de Waalse gewestelijke instellingen te groot.
Toch was het streven naar culturele en communautair-politieke zelfstandigheid op het eerste gezicht de moeite waard: sinds 1974 worden immers de 25 leden van de in 1973 opgerichte Raad van de Duitse Cultuurgemeenschap rechtstreeks verkozen.
Later werd die Raad, na de overdracht van sociale en persoonsgebonden bevoegdheden, omgevormd tot de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, wellicht het kleinste parlement in de Westerse democratieën. Voeg daarbij sinds 1983 een net zo kleine regering van drie ministers, die de uitvoerende macht in de domeinen cultuur, sociale zaken, media, en - van groot belang voor een minderheid! - onderwijs vormt. In een klein, overzichtelijk gebied is dat een groot voordeel, maar tegelijk, wegens de ruimtelijke beperktheid en de daaruit voortvloeiende politisering, ook een uitdaging voor de democratie. Bovendien beknelt de inbedding van de Duitstalige gemeenschap in het Waalse gewest de ontplooiingsmogelijkheden van de nagestreefde autonomie.
Het feit dat het Duitstalige regionale parlement in 1974 als eerste insteiling van het federale België in geheime verkiezingen werd verkozen, was overigens een première: daarmee kreeg de Duitstalige gemeenschap de rol van koploper bij de uitbouw van een gefederaliseerd België.