Diverse gesprekken
Het gesprek kan louter lokaal zijn of nationaal, of breder nog, internationaal. Daarnaast kan het gesprek dat van iedereen zijn, of alleen van wetenschappers (zoals kunsthistorici, archeologen, biologen, antropologen, sociologen) of van professionelen (galeriehouders, kunstcritici of verzamelaars). Belangrijk is te beseffen dat de verantwoordelijke voor een tentoonstelling steeds kiest en daardoor een standpunt inneemt. Hij/zij kiest voor het soort gesprek of de verschillende soorten gesprekken, waarin hij/zij de tentoonstelling wil laten meepraten. Daarbij sluit hij/zij eventueel ook mogelijke gesprekspartners of betrokkenen uit.
Wat over tentoonstellingen gezegd wordt, geldt uiteraard ook voor de catalogi ervan.
Catalogi beogen verschillende doelstellingen: ze begeleiden de bezoeker, ze bestendigen de tentoonstelling voor onbepaalde tijd, ze situeren en interpreteren het tentoongestelde en wijden er in vele gevallen ook wetenschappelijke studies aan. De catalogus maakt van de tentoonstelling een belevenis die blijft, een oorspronkelijke gebeurtenis, ontwikkeld binnen het levendige discours van een samenleving en als vanzelfsprekend ook in de taal van die samenleving. Dat is een kwestie van uitdrukking en verwoording, van discussie en studie, eigen aan een levende maatschappelijke cultuur. Voor catalogi wordt de vraag daarom nog prangender: welke taalkeuzen worden hier gemaakt en waarom?