Bloedrivier in een tweezijdig perspectief te plaatsen. Op 16 december 1838 werd aan de rivier een veldslag geleverd tussen een groep Voortrekkers onder leiding van Pretorius en een leger van de Zoeloe-koning Dingaan. Volgens de gangbare, blanke, overlevering zouden hierbij ongeveer drieduizend Zoeloes omgekomen zijn, die met hun bloed de rivier aan zijn naam hielpen.
Diamantwinning bij Kimberley
Aan blanke kant waren er slechts drie gewonden. De Boeren hadden hun ossewa in een cirkel neergezet en beschikten over geweren en kanonnen. De Zoeloes moesten zich behelpen met assegaaien en waren derhalve geen partij voor de Boeren. In de vorige eeuw werd een monument, bestaande uit 64 ossewa, opgericht, dat door de Afrikaners gezien werd als bevestiging van de zege van de beschaving over het barbarisme. De Afrikaners symboliseerden het goede en de Zoeloe-staat, die men binnenviel, belichaamde het slechte.
In de beginperiode van de Unie van Zuid-Afrika, in 1910, werd deze visie de officiële versie: 16 december werd een nationale feestdag onder de naam Dingaansdag. In de jaren '50 heeft de regering, die uit leden van de Nationale Partij bestond, de dag herbenoemd in de Dag van de Gelofte. Dit slaat op de gelofte die de Voortrekkers afgelegd zouden hebben dat, als God hen de zegen zou schenken in hun strijd met de Zoeloes, zij die dag dan eeuwig zouden herdenken. De leider van de extreem-rechtse Afrikaner Weerstandsbeweging, Eugene Terre'Blanche, ziet de bloedrivier als ‘de plaats waar ons land met zijn God werd verbonden’. De gelofte en de slag zijn zaken waar men niet aan dient te tornen. Met de komst van de democratie in 1994 werd 16 december omgedoopt in de Dag van de Verzoening.