Rik Wouters
De stad Mechelen doet de laatste jaren ernstige inspanningen om op het vlak van kunst en cultuur weer enige betekenis te verwerven. Een van de beroemde zonen van de Dijlestad is de beeldhouwer-schilder-tekenaar Rik Wouters. In het cultureel centrum Antoon Spinoy loopt een grote tentoonstelling van hoofdzakelijk werk van Wouters: geen retrospectieve maar een thematische:
De menselijke figuur. Aanleiding voor de expositie was de aankoop door het stadsbestuur van een vroeg beeldhouwwerk en een houtskooltekening van Wouters. Naast de kunstwerken van Wouters, biedt de expositie een documentair gedeelte over de kunstenaar alsook een aantal portretschilderijen
Rik Wouters, Namiddag te Amsterdam, 1915
gemaakt door tijdgenoten als Ensor, Wijnants, De Troyer, Schirren enzovoort.
De werken van de beroemde Mechelaar tonen familieleden, vrienden, collega's-kunstenaars, volksmensen, maar vooral zijn Nel, het Franstalige Brusselse meisje Hélène Duerinckx dat hij van zijn collega-schilder Ferdinand Schirren afsnoepte en met wie hij in 1905 huwde.
Rik Wouters zou amper 34 jaar oud worden. Hij werd in Mechelen geboren in 1882 als zoon van de meubeldecorateur Emile. Zijn moeder overleed toen hij vijftien was.
Wouters vestigde zich uiteindelijk in Bosvoorde, vlakbij het Zoniënwoud. Daar kwam hij tot volledige artistieke ontplooiing. Een contract met de galeriehouder Giroux maakte dat Wouters zonder materiële beperkingen kon werken. In 1912 vervaardigde hij zestig schilderijen. De eerste wereldoorlog bracht hem als krijgsgevangene in Nederland, in kampen in Amersfoort en Zeist. Uiteindelijk kreeg hij toelating om zich in Amsterdam te vestigen. Hij stierf er op 11 juli 1916, totaal verminkt aan het aangezicht door een kankergezwel. Tussen de vele zelfportretten die op de expositie te zien zijn, hangt ook Portret van Rik met de ooglap, een penseeltekening uit 1915.
In de tentoonstelling wordt door acteur Karel Vingerhoets de theatermonoloog De brief van Wouters opgevoerd, van donderdag tot en met zondag, om 20.30 uur. Het stuk werd geschreven door Bert Popelier.
Bij de tentoonstelling hoort een fraai uitgegeven catalogus (Pandora, Antwerpen). De teksten zijn van de kunsthistorici Heidi De Nijn, Bedet Simon en Stefaan Hautekeete.
Opmerkelijk: behalve in het Nederlands, zijn de bijdragen ook in het Frans en het Engels opgenomen.
Tot 11 april, iedere dag van 10 tot 18 uur, behalve op maandag. Alle info: 015- 29 40 00 (B).