In Tilburg en omstreken geeft men nog steeds aan familie en kennissen een nieuwjaarskoek om ‘gelukkig nieuwjaar’ te wensen.
en het Nederlands Centrum voor Volkscultuur (Utrecht) groeide in Vlaanderen het verlangen om voor de volkscultuur ook een volwaardig steunpunt op te richten.
Het decreet voorziet nu in een Vlaams Centrum voor Volkscultuur (VCV), dat grosso modo de belangrijke opdrachten van de KBCV overneemt, maar daarenboven nog nieuwe opgaven toegekend krijgt, onder meer: een begeleidende, informerende en documenterende taak naar het volksculturele werkveld, het onderwijs en de media; het opzetten van eigen wetenschappelijke projecten; het uitbrengen van adviezen m.b.t. het subsidiëren van publicaties inzake volkscultuur. Voor de werking en personeelskosten (drie stafmedewerkers en één uitvoerend personeelslid) is er jaarlijks een subsidiebedrag van twaalf miljoen BF / fl. 65.000,- gewaarborgd.
Het valt te verwachten dat het VCV veel belang zal hechten aan het documenteren en bestuderen van eigentijdse volksculturele fenomenen in Vlaanderen met bijzondere aandacht voor de aanwezigheid van andere culturen en hun inwerking op eigen cultuurpatronen.
Al bij al mogen we met grote tevredenheid stellen dat het decreet van 27 oktober 1998 een echte doorbraak betekent voor de Vlaamse volksculturele sector, die al te lang gemarginaliseerd, verwaarloosd en ondergewaardeerd werd. Het feit dat de meeste verenigingen meer centen zullen krijgen, waardoor ze in volle vrijheid een eigen werking zullen kunnen ontplooien, is een groot winstpunt.
Daarbij komt nog de oprichting van het VCV, dat hoe dan ook bij zal dragen tot een grotere bekendmaking en een imagoverbetering van de volkscultuur in Vlaanderen. Met ‘1999-2000 Jaar van de Volkscultuur’ voor de deur biedt het decreet de mogelijkheid aan het volksculturele veld in Vlaanderen om samen met Nederland een relevante en onomkeerbare bijdrage te leveren.