op sociaal, cultureel en economisch vlak.
Het VKB is pluralistisch samengesteld. Het telt een twintigtal bestuursleden. Behalve de voorzitter maken T. Delvaux, E. Schepens en P. Heylbroeck deel uit van het Dagelijks Bestuur.
Praten over de werking van het VKB is meteen ook praten over de belangrijkste beleidspunten van Monteyne gedurende de voorbije negen jaar. Hij volgde in 1989 Etienne Wieme als voorzitter op.
Toen het VKB merkte dat de Vlamingen in Brussel demografisch sterk achteruit gingen door het feit dat de Europese Instellingen er neergepoot werden, lanceerde het tezamen met de Vlaamse Volksbeweging de actie ‘Stop Euro-Brussel’. Voorzitter was prof. Van Impe. ‘Men is zich nu van het probleem bewust,’ aldus Monteyne. ‘De Vlaamse Beweging is tegen het stemrecht voor Europeanen, tegen het migrantenstemrecht en tegen de naturalisatiewetgeving. Wij zijn voor een leefbaar Brussel. Studies tonen aan dat Brussel gaat exploderen, dat het een stad wordt met de omvang van Washington en Tokyo. Brussel kan maar overleven binnen de Vlaamse gemeenschap. Europa moet een losse confederatie zijn en Brussel moet gedecentraliseerd worden. Dat betekent niet dat we tegen Europa zijn, integendeel. Bepaalde instellingen mogen best in Brussel blijven.’
Het VKB probeert ook wat te doen aan het imago van Brussel in het buitenland. Men vindt dat het buitenland bijzonder slecht geïnformeerd is over de hoofdstad van Vlaanderen. Foute informatie over Brussel in buitenlandse bladen probeert men systematisch te corrigeren.
Monteyne gaat er prat op dat hij op een recent congres over minderheden in Kopenhagen een stukje over Brussel in de eindresoluties kon laten opnemen.
In samenwerking met de Katholieke Universiteit Brussel organiseerde het VKB twee colloquia. Een over ‘De gevolgen van de defederalisering van de sociale zekerheid voor Brussel’: die kan in Brussel op dezelfde manier toegepast worden als in Vlaanderen. Een tweede over ‘het Vlaams gezondheidsaanbod in Brussel’. Het verslagboek werd onlangs voorgesteld. Als Nederlandstalige in het Nederlands geholpen worden door artsen en verpleegkundigen in Brussel, is al jaren geen evidentie. Het colloquium legde de vinger op de diepe wonden. De gezondheidszorg in Brussel is een complexe aangelegenheid. Vooral in de ziekenhuizen is de situatie vaak schrijnend.
Een derde colloquium wordt voorbereid: ‘Nederlandstalige aspecten van de sociaal-economische integratie: migranten taalvaardiger met 't oog op tewerkstelling’. Dit zal in samenwerking met het Vlaams Economisch Verbond gebeuren.
Het Comité reikt ook de Albert De Cuyperprijzen uit. De prijzen zijn genoemd naar de oud-voorzitter van het VKB (19072-1978). Een maecenas maakt de uitreiking van een gouden penning mogelijk. CVP-politicus Leo Delcroix kreeg hem in 1993 omdat hij als minister van defensie het voor mekaar kreeg dat het Nederlands als één van de vijf werktalen in het Eurocorps gebruikt zou worden. Ook de journalisten Guido Tastenhoye (1994) en Marc Platel (1996) mochten die in ontvangst nemen, naast ex-cultuurminister Hugo Weckx (1995). ‘In stilte heeft hij zeer veel gedaan voor het Komitee,’ zegt Monteyne die verder meent te weten dat Weckx daarvoor niet veel steun in zijn partij kon vinden.
Voorlopig de laatste winnaar van de pennning is de socialist Leo Peeters, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting. Peeters kreeg die ‘omdat hij model kan staan voor een nieuwe generatie van politici die getuigt van een nieuwe Vlaamse vanzelfsprekendheid die niet gebouwd is op flamingantische romantiek of zelfverheerlijking, maar op een natuurlijk eerbaar zelfrespect dat een voorwaarde is voor volwassen relaties met de andere,’ aldus Monteyne in zijn laudatio. De uitreiking van de De Cuyper-penning vond plaats in het Vlaams Parlement. Minister Peeters was immers persona non grata op het Brussels stadhuis. Terloops wil Monteyne nog kwijt dat hij het opmerkelijk vond dat er geen enkel socialistisch parlementslid aanwezig was op de plechtigheid.
De verzuchtingen van André Monteyne bij zijn ontslag als voorzitter van het VKB zijn die van menig voorzitter van menig andere organisatie: jonge mensen, en vooral jonge vrouwen, bereid vinden om mee te werken.