Het einde van Cobra
In de drie jaren dat Cobra bestond, werden samenwerkingsverbanden aangegaan en geïntensiveerd. Het hoogtepunt van deze samenwerking bestond uit diverse publicaties waarvan het tijdschrift
Cobra het belangrijkste was. Het was de spil van de beweging. Dotremont, secretaris van de beweging, werd als hoofdredacteur gekozen. Vijf van de in totaal acht nummers die uiteindelijk verschenen, werden in België verzorgd. Het tiende, en laatste nummer (nummer 8/9 werd in Kopenhagen voorbereid, maar verscheen niet wegens geldgebrek) verscheen in Brussel als catalogus bij de laatste Cobratentoonstelling. Deze
2ième Exposition Internationale d'Art Experimental werd in het Palais des Beaux Arts te
Karel Appel
(foto's: Collectie Cobra Museum voor Moderne Kunst Amstelveen)
Alechinsky
(foto's: Collectie Cobra Museum voor Moderne Kunst Amstelveen)
Luik gehouden en betekende het eind van Cobra. Op de tentoonstelling van 1949 waren de Deense en Nederlandse groepen het sterkst vertegenwoordigd. In Luik waren het de Belgen die een grote bijdrage leverden. Acht Belgische kunstenaars waren vertegenwoordigd: Pierre Alechinsky, Pol Bury, Jan Cox, Corneille Hannoset, Olivier Strebelle (zijdelings bij Cobra betrokken), Louis van Lint, de beeldhouwer Reinhoud, en de uit Luik afkomstige Georges Collignon die deel maakte van een losstaand groepje
Realité Cobra. Belangrijke Deense kunstenaars op de tentoonstelling waren de Denen Jorn, Heerup, Pedersen en Thommesen. Van de Nederlanders waren onder andere Corneille, Appel, Constant, Wolvekamp en de beeldhouwer Tajiri vertegenwoordigd. Luik mag het einde van Cobra als internationale beweging hebben betekend, de geest van Cobra werkt tot op de dag van vandaag door. De bij Cobra betrokken kunstenaars gingen hun eigen weg. Het experiment echter bleef van groot belang.
Cobra heeft, voor een beweging die slechts drie jaar heeft bestaan, heel wat teweeg gebracht.
De bij Cobra betrokken kunstenaars kunnen terugkijken op een periode die voor velen een leerschool is geweest. Een tijd vol rebellie tegen de gevestigde orde, vol vernieuwingen in de kunst. Nu, vijftig jaar na dato, krijgt de beweging opnieuw de aandacht die zij verdient.
Margot Welle is conservator in het Cobra Museum voor Moderne Kunst Amstelveen