maar vecht voor een plaatsje binnen de vrijetijdsbesteding. Er zijn zoveel mogelijkheden om de vrije tijd al dan niet zinvol te besteden en het boek is daar slechts één van. Er wordt natuurlijk wel veel gelezen, maar onvoldoende literatuur. Sowieso worden er allerlei informatieve boeken en non-fictie gelezen, maar in volgende onderzoeken gaan we kijken wat we daar kunnen aan doen. We streven eigenlijk naar een dynamisch evenwicht tussen dat soort boeken en literatuur.’
Wordt er veel gelezen in Vlaanderen?
‘Veel mensen lezen zeer weinig en weinig mensen lezen zeer veel. Spijtig genoeg moeten we vaststellen dat de lezers minder lezen naarmate ze ouder worden. De leeshonger zou permanent gevoed moeten worden door mensen te sensibiliseren, door hen te wijzen op het belang van literatuur. Want als men het over “lezen” heeft, denkt men vaak aan literatuur in de enge zin van het woord, romans en poëzie. Terwijl - en dat is in nagenoeg alle landen zo - literatuur maximaal 15% van het boekenaanbod uitmaakt. Dat is nu eenmaal zo.
Mensen moeten professioneel al heel veel lezen en komen vaak niet meer aan de literatuur toe. Maar ook nonfictie kan een hoge culturele waarde hebben, ik denk maar aan het kunstboek en het actualiteitenboek. Maar literatuur is uiteraard het kroonstuk op al wat met boeken te maken heeft en daarom zoeken we altijd naar nieuwe ideeën om het boek in de belangstelling te brengen. Als uitgevers hebben we daar niet altijd de middelen voor, daar moet ook steun van de overheid voor komen.’
Wat zijn bijvoorbeeld interessante manieren om het boek te promoten?
‘Alle initiatieven zijn goed. Denk maar aan het idee dat uit Catalonië komt, de Werelddag van het boek, op 23 april. Het is een gebruik dat voor ons een beetje vreemd is, maar er is een hele geschiedenis aan verbonden. Het is daar een gebruik dat men aan elkaar een geschenk geeft. De man geeft aan de vrouw een bloem en de man krijgt van de vrouw een boek.
De UNESCO heeft dat opgemerkt, Catalonië wil dat uitdragen en nu zijn wij ons in Vlaanderen er ook van bewust dat dit een extra factor kan zijn van leesbevordering. In Leuven is men vijf jaar geleden begonnen die traditie uit te bouwen en nu heeft de minister-president ons samenwerking beloofd om dat nationaal, via scholen en boekhandel, uit te kunnen breiden.’
Het boek is vooralsnog dus niet echt bedreigd.
‘De ONUB heeft een nogal serieus budget uitgetrokken om onderzoek te doen naar het imago van het boek in Vlaanderen en in Nederland. De titel van de studie is Een boek is iets aangenaams. Daaruit blijkt dat het boek niet aan status verliest. Men geeft graag boeken aan elkaar, men krijgt graag boeken. Het boek blijft aantrekkelijk om te hebben, om te koesteren, en om te lezen. Het pessimisme in het vak over de concurrentie van de nieuwe media die het boek zouden verdringen is allang voorbij. Het boek blijft een belangrijke factor, als overdracht van informatie, als vrijetijdsbesteding, en als “thing of beauty”. Een boek is een warm product.’
Worden er eigenlijk niet wat teveel boeken, wat teveel ‘warme producten’ uitgegeven?
‘Er verschijnt om de 45 minuten een boek in het Nederlandse taalgebied. Als uitgever ga je me natuurlijk niet horen zeggen dat het té veel is. Maar misschien kunnen zowel uitgevers als auteurs een beetje kritischer zijn bij het selectieproces. De uitgever heeft een sluisfunctie. Bij het beoordelen van een manuscript wordt nagegaan of het boek voldoende culturele waarde heeft, maar het is ook belangrijk om te kijken of het economisch haalbaar is om het uit te geven. Dat is ook het aantrekkelijke van het uitgeversvak, dat je altijd een evenwichtsoefening maakt tussen economie en cultuur. Het grote aanbod is ook een luxe, het getuigt van een ongelooflijke cultuurrijkdom.
Het boek heeft een ambassadeurfunctie. Het heeft zeer lang geduurd voor de overheid dat ook besefte. Zo is het eigenlijk maar sinds dit jaar dat er in Vlaanderen schoorvoetend middelen ter beschikking gesteld worden voor proefvertalingen, om literatuur in het buitenland te promoten. In Nederland bestaat dat al lang. Je moet van een roman kleine stukken kunnen vertalen, smaakmakertjes, want Nederlands, dat begrijpen ze niet in het buitenland.’
Vlaanderen is in het buitenland niet altijd even bekend?
‘Ik zou al heel tevreden zijn als mensen uit Londen en Parijs zouden beseffen dat men in Vlaanderen en in Nederland dezelfde taal spreekt. Ik herinner me nog dat Delors een openingstoespraak gaf, waarin hij zei dat hij “tellement content de voir ici ensemble ét la langue Flamande ét la langue Hollandaise”, dus die wist het ook niet. We gaan erop vooruit, maar Vlaanderen moet absoluut meer middelen ter beschikking stellen om een cultuurbeleid in het buitenland te voeren. Gelukkig stijgt het aantal vertalingen van Vlaamse boeken en is er op overheidsniveau een aantal mensen dat open staat voor de dialoog en zich mee inzet voor het boekenbeleid.’
Maar het is dus wel telkens weer bang afwachten hoe men tijdens een volgende legislatuur tegenover het boek staat?
‘Ik kan me niet voorstellen dat men tijdens de volgende legislatuur de middelen zal terugschroeven. Men is een bepaalde weg ingeslagen en als de regering een beetje een langetermijnvisie heeft, kan ze niet meer terug.’