Het begin
De zin voor kunst krijgt Jan Hoet (oLeuven, 23 juni 1936) met de paplepel ingegoten. Zijn vader, een bekend tandarts in het Gentse, is een notoir kunstliefhebber met een flinke verzameling Vlaamse expressionisten: Permeke, Gust De Smet, Frits Van den Berghe. Jan gaat voor regentaat plastische kunsten aan de Rijksnormaalschool bij Octave Landuyt en hanteert tussen de lessen door ezel en penseel in het spoor van de neo-expressionisten, een zijsprong die hij later als een zotte bui terzijde schoof. In de jaren zestig geeft hij tekenles in het secundair onderwijs, terwijl hij samen met studievriend Ronny Heirman het stripverhaal De Romeintjes tekent voor de krant Vooruit. Maar op zijn dertigste geeft Hoet de brui aan het leraarschap en kruipt hij weer in de schoolbanken. In 1971 studeert hij af aan de Rijksuniversiteit Gent als licentiaat Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde. Inmiddels is Jan getrouwd en heeft hij twee dochters en een zoon, Jan jr.
Op verloren momenten gaat Jan Hoet boksen, richt hij wielerkoersen in voor universitairen en stampt hij de Westhoekacademie uit de grond voor dokters en advocaten die ook eens achter de ezel wilden kruipen. Maar in niet geringe mate bepalend voor het verdere verloop van zijn carrière, zijn de contacten van Jan Hoet met de Vereniging voor het Museum van Hedendaagse Kunst te Gent. Die VZW wordt in 1957 opgericht met als voornaamste doel het totstandkomen van het museum. Tegelijk begint wijlen advocaat Karel Geirlandt, de voorzitter van de VZW en artistieke mentor van Hoet, met de aankoop van relevante moderne kunstwerken.
Van dan af wordt Hoet een vurig bepleiter van de avantgardekunst. Armenzwaaiend en bevlogen redevoerend schopt hij het in augustus 1975 tot conservator van het gloednieuwe Museum van Hedendaagse Kunst. Dan nog zonder eigen onderdak, maar wel met een stevig cadeau van de Vereniging. De collectie die Geirlandt en zijn kompanen zorgvuldig samenstelden, wordt bij de geboorte van het museum permanent in bruikleen gegeven. In mei 1998, bij de omdoping tot SMAK en de oplevering van de ruwbouw in het voormalige casino, schenkt de huidige voorzitter Dirk Schutyser het leeuwendeel van de verzameling aan het museum. Tweeënnegentig werken van onder meer Marcel Broodthaers, Andy Warhol, Panamarenko, Michel Seuphor, Gerhard Richter, Thierry de Cordier en Joseph Kosuth, voor een totale waarde van meer dan honderd miljoen frank.