Alternatieven niet ernstig onderzocht
Nochtans zijn er andere mogelijkheden. De noord-zuid-verbinding kan bv. ook gerealiseerd worden door in de Antwerpse haven onder de Schelde een tweede spoortunnel aan te leggen. Op die manier kan het goederenverkeer (via het vormingsstation van Merelbeke) naar Kortrijk geleid worden om daar de grens met Frankrijk te passeren. Dit vergt geen aanpassing of uitbreiding van spoorlijnen (met uitzondering van het Antwerpse havengebied), omdat die lijnen niet verzadigd zijn. Wanneer in de toekomst meer containertrafiek gegenereerd zal worden op de linkeroever (nieuw containerdok) zal die ontsluiting wel plaats moeten hebben. Het realiseren van zo'n tweede treintunnel en de afwikkeling via Merelbeke en Kortrijk maakt ruimte vrij op de bestaande spoorlijn Antwerpen-Lier. Bovendien mag niet vergeten worden dat het Antwerpse ringspoor vrij komt nadat de werken voor de noord-zuidtunnel naar Antwerpen-centraal (voor de HST) afgewerkt zijn. Het moderniseren van de lijn Antwerpen-Lier biedt dan voldoende mogelijkheden om de oostelijke goederenstroom af te leiden naar Herentals en de gemoderniseerde IJzeren Rijn zonder nieuwe spoorlijnen aan te leggen.
Een deel van de oostelijke ontsluiting kan ook via Nederland gebeuren. Door lijn 11 (Antwerpse haven - Bergen-op-Zoom) aan te leggen kan de dan vrijgekomen Brabantroute (dit verkeer wordt binnenkort allemaal afgeleid naar de nieuwe Betuwelijn) ook voor een korte verbinding Antwerpen - Ruhrgebied zorgen. Het is immers te gek dat voor de verbinding van de twee delta-havens (Rotterdam en Antwerpen) en het Duitse Ruhrgebied vier oost-west goederenverbindingen zouden komen te liggen (Betuwelijn, Brabantroute, IJzeren Rijn, Leuven-Montzen).
Uiteraard mogen bij het onderzoek naar de haalbaarheid van de alternatieven de milieu- en natuurgevolgen in Nederland (zowel voor de IJzeren Rijn als voor de Brabantroute) niet uit het oog verloren worden.
Al bij al is het huidige voorgestelde tracé geen goede oplossing en is de beslissing genomen zonder inspraak van de betrokkenen. Bond Beter Leefmilieu verwacht dan ook van de beleidsverantwoordelijken dat ze de beslissing herzien en alle alternatieven grondig onderzoeken om dan de ecologisch, sociaal én economisch beste oplossing uit te bouwen.
Johan Vandewalle is beleidsmedewerker bij Bond Beter Leefmilieu