grosso modo altijd tot een oppositiepartij - dan was dat door de andere partijen ervan te overtuigen dat dit of dat goed was, dat dit of dat best zou veranderen, enzovoort. Dit zijn dingen die moeilijk te realiseren zijn als je een tafelspringer bent want dan ben je veel te concurrentieel bezig.’
Een dossiervreter dus, zonder dit pejoratief te bedoelen.
‘Dat klinkt voor sommigen vrij negatief maar men beseft niet dat wanneer er wetten gemaakt moeten worden - en daar is het parlement toch voor - dat veel studiewerk vergt. Net zo min beseft men dat wanneer je de regering wil controleren - en nu blijkt toch hoe falikant het eindigt als je dat niet doet - je daar werk moet van maken. Mijn grote verwondering in het parlement was altijd te merken dat, wanneer het over begrotingen ging, er op een aantal van 212 mensen er nauwelijks 5 of 6 te vinden waren die die begroting ook konden lezen.’
Ook als algemeen voorzitter van het ANV was het u in eerste instantie om kennis van zaken te doen?
‘Een algemeen voorzitter moet weten wat er in zijn club, zijn vereniging omgaat. Hij moet alles op de voet volgen, hij moet van alles op de hoogte zijn. Dat is mijn systeem. En het is een werkbaar systeem.’
Voor sommigen kwam u autoritair over. Bent u het daarmee eens?
(Lacht) ‘Op de laatste Algemene Vergadering heeft Joep Baartmans gezegd dat ik een democraat in hart en nieren ben. Dat ben ik ook en dat heb ik herhaaldelijk bewezen. Langs de andere kant vind ik, als men iets wil bereiken, dat men ervoor moet zorgen dat de beslissingen ook uitgevoerd worden. Het volstaat niet van weet ik veel welke mooie utopische dingen voorop te stellen zonder dat er ook wat gebeurt. Voor het welzijn van de vereniging en voor de goede gang van zaken, gebeurde het wel eens dat ik aan geleide democratie deed.’
Een mooie omschrijving.
‘Ik wil iets bereiken, ik wil dat dingen veranderen. Men kan dat niet op tien manieren doen.’
De kersverse algemeen voorzitter zei ook dat u wat somber, vermoeid, bewolkt oogt. Bij de voorbereiding van dit gesprek herlas ik mijn verslag over de overhandiging van de koninklijke onderscheiding Commandeur in de Orde van Oranje Nassau en het trof me dat u toen in uw dankwoord een copla van J.W.F. Weremeus Buning aanhaalde: ‘Ik heb nog net drie druppels inkt/Ik weet hoe de wereld stinkt/Ik wou er mee schrijven in letters van goud/Hoeveel ik van de wereld houd.’ Wijst dit op een soort averechtse liefde voor het leven?
‘Het kan natuurlijk zijn dat ik wat gelaatsuitdrukkingen en houdingen betreft somber overkom, ik ben me daar zelf niet van bewust, maar als de anderen het zeggen - en die zijn de spiegel - dan zal het wel waar zijn. Maar ik hou wel van het leven, ik heb plezier in de dingen die ik doe. Ik besef maar al te goed dat men zonder de anderen het geluk niet kan nastreven, en zeker niet realiseren. Ik wens met de gemeenschap te leven, en in contact met anderen. Langs de andere kant maken de ondervindingen die ik van het politieke bedrijf heb - ik ben toch twintig jaar parlementslid geweest, en dat is een goede basis om bepaalde fenomenen in de maatschappij waar te nemen en soms grondiger te onderzoeken - de verleiding groot om me volledig cynisch op te stellen. Wie echter denkt, afgaande op mijn uiterlijk, dat dat zo is, vergist zich.’
Wat precies in dat politieke milieu veroorzaakt dat cynisch worden?
‘Het omgaan met de macht, de hypocrisie waar men mee moet leven, de onmacht om dingen te veranderen die zouden moeten veranderen, de enorme concurrentie die er bestaat tussen politici onderling, binnen dezelfde partij zelfs. Je moet bijna met ellebogen geboren zijn om daar stand te houden. Het leven in het politieke milieu is niet kameraadschappelijk. Politici, ook uit dezelfde partij, zijn in wezen geen vrienden. Dat heeft me altijd enorm ontgoocheld.’
Een van de belangrijkste realisaties van uw voorzitterschap is de fusie ANC-ANV geweest.
‘Die fusie was heel belangrijk. Het publiek van het ANC was nogal verschillend van dat van het ANV. Het waren allerlei mensen en vooral verenigingen die nogal begaan waren met de samenwerking op allerlei terreinen, dan wel met de eigenlijke culturele integratie die zeer kenmerkend is voor het ANV. Het samengaan van de twee had voor gevolg dat de thematiek van het ANV verbreed werd en er meer belangstelling kwam voor de maatschappelijke inbreng. Een aantal mensen van het ANC behoorde tot de jongere geledingen van de maatschappij. Het bijeenbrengen van die twee factoren moest voordeel brengen. Het is een belangrijke realisatie geweest. Ik heb geluk gehad maar ik heb er ook serieuze inspanningen voor moeten leveren.’
Andere realisaties van uw voorzitterschap?
‘Neerlandia daar hebben we het al over gehad. Dat kan iedereen de visu vaststellen. Wie het laatste nummer neemt en dat vergelijkt met een nummer van vier jaar geleden, die merkt het verschil wel. Ook verjonging en vervrouwelijking heb ik kunnen realiseren. Vooral het ANV was nogal een mannenclub. In het Dagelijks Bestuur zullen er op zes leden nu vier vrouwen zijn, - een unicum in de geschiedenis van het ANV. (Lacht.) Ik hoop dat deze aanpak de zaken mee in de goede richting stuurt. Wat verder ook belangrijk