Grafiek op de grens II
● Mark-Matthijs Kattenberg
Als er een grens loopt door het Nederlandse taalgebied, dan ligt die eerder bij de Moerdijk dan bij Roosendaal. Noord-Brabant en Limburg vormden langer een eenheid met hun Belgische tegenhangers dan met de Nederlandse staat. De overeenkomsten zijn, ook na driehonderd jaar scheiding, nog steeds zeer groot.
Hoewel er van oudsher altijd veel samenwerking is geweest in de Nederlands-Belgische grensstreek, bleef dit meestal toch vrij informeel en kleinschalig van aard. Door de Europese eenwording, maar vooral ook de federalisering van België, komt hier echter steeds meer verandering in.
Onder impuls van de Nieuwe Brabantse Kunst Stichting (in Breda) en de Administratie Kunsten van de Vlaamse Gemeenschap is door de werkgroep Cultuur het project Grafiek op de Grens opgezet. Vijf Nederlands-Vlaamse duo's van grafische kunstenaars lieten zich inspireren door de teksten van Nederlandse en Vlaamse auteurs over het thema grens.
Enkele van de kunstenaars die medewerking hebben verleend aan het project zijn Albert Daniels, winnaar van de Biënnale in Japan, Ton Slits, en Jos van de Sommen, winnaar van de Jan van Gemertprijs. Twee schrijvers die ik wil noemen zijn Gwij Mandelinck en Walter Van den Broeck. Kenmerkend voor de tentoonstelling is dat sommige kunstenaars de grens niet als scheidend, maar veeleer als verbindend element zien. De grens als een levend, natuurlijk fenomeen. Walter Van den Broeck schrijft: ‘een soepele en
poreuze scheiding tussen een binnen en een buiten waarop een levendige dialoog, een intensief en veelzijdig ruilverkeer plaatsheeft.’
Andere onderwerpen die aan de orde komen, zijn de dood (als meest onoverschrijdbare grens), herinnering (als grens met het verleden), de staatsgrens (als middel om ons te onderscheiden) en grenzen in de natuur (tussen water en land).
Het bijzondere van de tentoonstelling ligt hem in de zeer nauwe samenwerking tussen grafici en auteurs. De teksten zijn niet als losse uitgangspunten genomen, maar er is echt naar gestreefd de literatuur naar beeld te vertalen. Zo ontstaat er een ‘taal van het beeld’ die in sommige gevallen doeltreffender is dan de echte taal.
De tentoonstelling is op 12 december 1997 gestart in het Provinciaal Centrum voor Beeldende Kunst in Hasselt en op 14 december in de NBKS in Breda. Vanaf 28 februari 1998 zal ze te zien zijn in het Vlaams Cultureel Centrum de Brakke Grond in Amsterdam (opening om 18.00 uur). Zondag 29 maart, om 15.00 uur is er gelegenheid voor een uitgebreide rondleiding.