| |
Kroniek van de samenwerking
De kroniek en het ANV-nieuws werden samengesteld door:
Michel Backaert, Leo Camerlynck, Guido Logie, Hans Meulemans-Seelen, Rik Nauwelaerts, Mariken Oelen
| |
Criminaliteit
Drugscontrole
Op vrijdag 30 januari 1998 zetten zeventig rijkswachters en agenten van Belgische en Nederlandse politiediensten in het noorden van Belgisch-Limburg de grens af. Nederlandse agenten stonden bij de drugsverkooppunten de Belgen op te wachten die een voorraadje drugs kwamen inslaan over de grens. Ze speelden vervolgens de nummerplaten door aan hun Belgische collega's. De actie had tot doel de koffieshopbezoekers te waarschuwen. Voor de politiediensten sneed het mes aan beide kanten: overlast van de Belgische gebruikers in Nederland beperken en voorkomen dat de drugs België worden ingevoerd.
| |
| |
| |
Economie
Philips: kans op miljardenclaim
Het Nederlandse electronicaconcern Philips moet mogelijk 1,3 miljard gulden betalen aan de aandeelhouders van de opgedoekte Belgische videoverhuurketen Super Club. Het vonnis van de Mechelse rechtbank dat kleine beleggers een schadevergoeding van Phillips krijgen, wordt misschien ook toegepast op andere aandeelhouders. De rechtbank in Mechelen oordeelde dat Philips de kleine beleggers van Superclub bij de overname van de failliete videoketen in 1991 te weinig heeft betaald. Philips betaalde hun voor de stukken slechts 220 BF / fl. 12 terwijl grootaandeelhouder en toenmalig directeur, Maurits de Prins, per aandeel 2.500 BF ontving. Toen de kleine aandeelhoudrs hun aandelen destijds aan Philips verkochten, waren zij van dit verschil niet op de hoogte. De rechtbank oordeelde daarom dat het Nederlandse concern de minderheidaandeelhouders heeft misleid. De Belgische commissie voor het Bank- en Financiewezen (CBF) bekijkt momenteel of het vonnis van de rechtbank moet gelden voor alle aandeelhouders.
| |
Winst BBL hoger
De Nederlandse ING-Groep nam eind vorig jaar de derde grootste Belgische bank, Bank Brussel Lambert (BBL), over. Deze nieuwe Belgische ING-dochter verwacht voor 1997 een nettowinst van ruim 645 miljoen gulden, een stijging van 15 procent.
Voor 1998 denkt men eenzelfde groei te noteren. ‘Dit jaar is een aanloopperiode van de combinatie ING-BBL. Momenteel onderzoeken we hoe beide banken het beste op elkaar kunnen inspelen’, meldde een woordvoerder van de BBL. ‘Daarna moet de samenwerking met ING resulteren in extra winst’. De Belgische bank denkt, ondanks de belangen in Azië, dit jaar weinig last te ondervinden van de financiële crisis in het Verre Oosten.
| |
Vergelijking België-Nederland inzake arbeidsflexibiliteit
Nederland scoort beter dan België inzake contractuele flexibiliteit van de arbeid. Tijdelijke arbeid en deeltijds werken komen in Nederland vaker voor dan in België. Maar daar staat tegenover dat personeelsleden in Belgische bedrijven zich veel meer dan hun Nederlandse collega's moeten schikken in ploegenarbeid en afwijkende uren. Dit alles blijkt uit een onderzoek van de KU Leuven.
België hangt achteraan in het peleton als het gaat om arbeidsflexibiliteit en zou zich daarom moeten spiegelen aan het geroemde Nederlandse poldermodel. Dat is de stelling die o.m. de Oeso de jongste jaren huldigt. De Oeso dringt er daarom bij de Belgische regering op aan het volgens haar te ‘restrictieve ontslagrecht’ aan te passen. Maar Nederland en België scoren eigenlijk even goed inzake flexibiliteit. Dat gebeurt evenwel in beide landen wel op een andere manier.
Cijfermateriaal toont aan dat 62,2 procent van de Belgische loontrekkenden reguliere arbeid presteert. Dat betekent grosso modo een negen-tot-vijf job gedurende vele jaren bij dezelfde werkgever. In Nederland ligt dit percentage nog lager, nl. 55,6 procent. Bij de niet-reguliere arbeid blijkt dat tijdelijke arbeid (13,3%) en deeltijdse arbeid (36,7%) meer voorkomen in Nederlandse bedrijven dan in Belgische. Tijdelijke arbeid haalt er een aandeel van 5,9% en deeltijdarbeid 15,9%.
Maar de Leuvense onderzoekers menen dat ploegenarbeid en werken volgens afwijkende uren ook vormen van arbeidsflexibiliteit zijn. Dit komt duidelijk vaker voor in België dan in Nederland. Ploegenarbeid haalt in België een aandeel van 18,6% tegenover slechts 5,5% in Nederland. In België werkt 4,2% van de werknemers volgens afwijkende uren. In Nederland is dat maar 1,7%.
De ontslagregeling en de mogelijkheid van tijdelijke werkloosheid zijn volgens de onderzoekers twee verklaringen voor de verschillende vormen van flexibiliteit in de Lage Landen.
België kent bovendien een systeem van tijdelijke werkloosheid. Als er op een bepaald ogenblik minder werk is, kan een deel van het personeel tijdelijk op non-actief worden gesteld en is een werkloosheidsuitkering mogelijk. In Nederland bestaat deze mogelijkheid ook, maar ze wordt er nauwelijks toegepast. Nochtans laat dit systeem bedrijven toe om het aantal vaste werknemers af te stemmen op de gemiddelde of zelfs de maximale productiecapaciteit. ‘Nederlandse bedrijven lijken meer aangewezen op de minimumcapaciteit en pieken in het werkaanbod worden daarom opgevangen door de inschakeling van losse werkkrachten’, menen de onderzoekers.
| |
Marcel Minnaert-prijs
De uitreiking van de Marcel Minnaert-prijs door de Unie Nederland-Vlaanderen vindt plaats op zaterdag 21 maart in het Delbekehuis, Keizerstraat 9-11 te Antwerpen, en niet op 15 maart zoals eerder aangekondigd. Info (09) 230 91 31 (B.)
| |
| |
| |
Frans-Vlaanderen
50 jaar Komitee voor Frans-Vlaanderen (KFV) te boek
In het decembernummer van Neerlandia verscheen een bijdrage van Luc Verbeke over het Komitee voor Frans Vlaanderen, dat verleden jaar een halve eeuw jong was. Naar aanleiding van die vijftigste verjaardag van het ‘komitee’ werd de geschiedenis van deze periode geschreven door een redactie onder de leiding van Dirk Verbeke als een Jubileumboek 1947-1997.
In een eerste deel brengt Luc Verbeke een getuigenis, waarin hij schetst hoe de naoorlogse werking in Frans-Vlaanderen opnieuw op gang gebracht werd en wat de resultaten daarvan waren. In een tweede deel brengt hij een aantal Documenten uit het leven van het KFV in groei en evolutie van 1947 tot 1973 samen. Een belangrijk deel van het boek wordt ook gevormd door de uitvoerige bloemlezing van artikels, die in de sinds 1973 verschijnende KFV-Mededelingen gepubliceerd werden. In een volgend deel worden de portretten getekend van de opeenvolgende voorzitters van het KFV, André Demedts, Leo Vanackere, Daniël Merlevede en Cyriel Moeyaert én secretaris Luc Verbeke. Tenslotte biedt het boek een Bibliografie van 25 jaargangen KFV-Mededelingen (1973-1997) en een Bibliografie over Frans Vlaanderen en de Franse Nederlanden (1982-1997) aan. Het geheel wordt aangevuld met tal van foto's en documenten die de geschiedenis van het KFV mooi illustreren. Zodoende is dit boek een onmisbaar werkinstrument voor de historicus,
die ooit wil schrijven over de Vlaamse beweging in Zuid-Vlaanderen na de Tweede Wereldoorlog.
Aanbevolen.
Een halve eeuw werking voor en in Frans-Vlaanderen, Jubileumboek 1947-1997, uitgave KFV, Platanendreef 46, 8790 Waregem, 340 blz.
| |
Frans-Vlaamse Veertiendaagse in Nieuwpoort
Voor de 24e maal heeft in de IJzerstad Nieuwpoort, aan de Vlaamse Kust, de Frans-Vlaamse Veertiendaagse plaats. Samen met de cultuurdagen in Waregem en Belle (Bailleul) vormt deze activiteit de ontmoetingsplaats voor al wie belangstelling koestert voor het stukje van de Nederlanden over de Schreve, de volkse naam van de grens die Vlaanderen doorklieft in een West- en Frans-Vlaanderen.
In haast een kwarteeuw heeft Nieuwpoort onder impuls van Etienne Desaever, gesteund door een nijvere werkgroep, zich een degelijke en stevige faam weten te verwerven binnen de Nederlanden ‘van de Dollart tot de Zomme’. Honderden, zo niet duizenden, belangstellenden uit Frankrijk, België, Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië, Zuid-Afrika en elders vonden reeds de weg naar de IJzerstede.
De Veertiendaagse, die Boeschepe in de schijnwerper plaatst en de hop of hommelteelt centraal stelt, loopt van 4 tot en met 19 april 1998, en er is voor elk wat wils. In de feestzaal boven de Vismijn loopt gedurende de manifestatie een tentoonstelling over Frans-Vlaanderen. De plechtige opening heeft plaats op zaterdag 4 april 1998, om 16.00 uur in de feestzaal boven de Vismijn in Nieuwpoort-Stad. Er zijn voordrachten door Erik Duvoskeldt over De hop in 1998, door Philippe Despriet en door Leo Camerlynck (db-lid ANV) over Frans-Vlamingen aan de Kaap. Bovendien zijn er verschillende muzikale intermezzo's, toneel, en een zoektocht door Frans-Vlaanderen. Voor meer info: Toerisme Nieuwpoort, tel.: 058-22 44 44 (B).
| |
| |
| |
Media
NWT overgenomen
Einde januari 1998 maakte de redactie van het succesrijke Vlaamse literaire blad Nieuw Wereldtijdschrift (NWT) bekend dat het tijdschrift vanaf mei e.k. opnieuw zal verschijnen. De vorige uitgever, De Weekbladpers, had na het overlijden van hoofdredacteur Herman De Coninck vorig jaar afgehaakt omdat het blad sterk verliesgevend was. Het NWT zal uitgegeven worden door de Vlaamse krant De Morgen, de Nederlandse uitgeverij Atlas en de redactie. Daartoe wordt een coöperatieve vennootschap opgericht. Het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap doet zijn duit in het zakje met een overbruggingskrediet van twee miljoen frank.
Het literaire tijdschrift wordt een onafhankelijk maandblad, met tien nummers per jaar. Dichter Bernard Dewulf, verantwoordelijke van Café des Arts, de wekelijkse literaire bijlage van De Morgen, en auteur Frank Albers werden aangesteld als hoofdredacteuren. De oude redactie, met Piet Piryns, Benno Barnard, Paul de Wispelaere en Mark Schaevers, wordt opgenomen in de redactieraad.
| |
Onderwijs
Grenslandenbeleid
Vlaanderen heeft in de ontwerpbegroting voor onderwijs twaalf miljoen frank ingeschreven voor het grenslandenbeleid. Dit is een samenwerkingsinitiatief op het gebied van hoger onderwijs tussen Nederland, Vlaanderen, Noordrijn-Westfalen, Nedersaksen en Bremen. Sinds 1992 is men in het kader van deze overeenkomst bezig de onderwijssystemen met elkaar te vergelijken. De regering hoopt nu met het geld de instellingen te kunnen opporren voor bestuurlijke en onderwijskundige samenwerking.
| |
Nederlandse scholen Vlaams
De twee Nederlandse scholen in Vlaanderen, de Burgemeester Marnixschool in Schoten en de Prinses Julianaschool in Brussel, zijn Vlaams geworden. De Nederlandse minister Ritzen wilde de scholen kwijt: het onderwijssysteem in Belgie hoeft niet onder te doen voor het Nederlandse en dus was er geen geld meer beschikbaar voor de leerkrachten en de werking van de scholen. De Vlaamse overheid heeft nu de anciënniteit van de docenten overgenomen en de scholen ontvangen subsidie uit de Vlaamse onderwijspot.
| |
Overheid
Benelux-standpunt in EU
Op 26 januari 1998 protesteerde de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Hans van Mierlo mede in naam van zijn Belgische en zijn Luxemburgse collega tegen een Frans-Duits-Britse brief aan de Amerikaanse regering over het vredesproces in het Midden-Oosten. De Benelux-landen vinden dat zij door Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië onvoldoende betrokken worden bij de buitenlandse politieke initiatieven van de Europese Unie. Dat geldt onder meer ook voor de EU-missie naar Algerije.
| |
Politiek
Vergeet niet te lezen
Enerzijds wordt er hard gewerkt aan de eenwording van Europa, anderzijds proberen de regio's en de culturen zich krachtig te profileren. Niettegenstaande vele overduidelijke verschillen zijn Nederland en Vlaanderen veroordeeld tot samenwerking. O.a. goed begrepen eigenbelang in dit tijdperk van globalisering vereist dit. Maar België beleeft cruciale jaren. Waar gaat het met het Katholieke Koninkrijk aan de Noordzee, om een omschrijving van journalist Gaston Durnez te gebruiken, naartoe? Wordt België ‘een koninkrijk met twee republieken’ zoals gewezen ministerpresident Ruud Lubbers het ooit uitdrukte, of valt het landje in twee
| |
| |
stukken uiteen? Of overleeft het ook het huidige stormweer en blijft het toch overeind? De evolutie van België heeft uiteraard zijn weerslag op de (intensiteit van de) relatie met Nederland, maar eveneens op de uitbouw van de Benelux.
Onder de redactie van prof. dr. S.W. Couwenberg verschijnt in de maand april het boek Nederland en de toekomst van Vlaanderen (in Nederland bij Kok-Agora en in Vlaanderen bij Pelckmans). Werkten mee aan dit boek, behalve prof. Couwenberg: aan Vlaamse kant gewezen De Standaard hoofdredacteur Manu Ruys, prof. dr. Ludo Abicht en prof. dr. Ludo Beheydt, en aan Nederlandse kant drs. J.L.M. Baartmans-Van den Bogaard, P. Beugels, prof. dr. F. Drost en prof. dr A. Postma.
België en Nederland blijven vreemde buren. Zo denkt menigeen erover, en ook Derk Jan Eppink, al enkele jaren politiek redacteur bij De Standaard, voorheen bij NRC Handelsblad.
Onder die titel verschijnt van zijn hand een paperback van 300 bladzijden waarin hij de politiek van België en Nederland met elkaar vergelijkt. Op dat vlak verschillen beide buurlanden als dag en nacht, lezen we in de folder met de voorjaarsaanbieding van uitgeverij Contact. Dat belooft. In het volgende nummer van Neerlandia komen we op deze twee publicaties uitgebreid terug.
| |
Taal
Geschiedenis van het Nederlands
In december 1997 verscheen Geschiedenis van de Nederlandse taal, een wetenschappelijk werk waarin systematisch de geschiedenis van het Nederlands wordt beschreven vanaf de vroege Middeleeuwen tot nu. Het standaardwerk werd op de rails gezet onder impuls van prof. dr. P.C. Paardekooper, en kwam tot stand onder leiding van een vierkoppige redactie, met name prof. dr. M.C. van den Toorn (Katholieke Universiteit Nijmegen), dr. W.J.J. Pijnenburg (Instituut voor Nederlandse Lexicologie te Leiden), prof. dr. J.A. van Leuvensteijn (Vrije Universiteit Amsterdam) en dr. J.M. van der Horst (Katholieke Universiteit Leuven). De redactie werd logistiek gesteund door het Instituut voor Nederlandse Lexicologie te Leiden en het secretariaat van de vakgroep Taalkunde van de Letterenfaculteit van de Vrije Universiteit Amsterdam.
Het werk werd geschreven door diverse Nederlandse en Vlaamse taalkundigen, die elk of met zijn tweeën een hoofdstuk voor hun rekening namen. De auteurs kregen enkel een globale indeling opgelegd: in elk hoofdstuk wordt in een inleidende paragraaf de externe taalgeschiedenis behandeld, en daarna komt de interne ontwikkeling aan bod, respectievelijk fonologie, morfologie, syntaxis en lexicologie.
Het lijvige referentiewerk (697 pagina's) bestaat uit tien hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk is een inleiding. Vanaf het tweede hoofdstuk worden achtereenvolgens het Oudnederlands (tot circa 1200), het Vroegmiddelnederlands (circa 1200-1350), het Laatmiddelnederlands (circa 1350-1550), het Vroegnieuwnederlands (circa 1550-1650), het Nieuwnederlands circa 1650-1880, het Nieuwnederlands circa 1880-1920, het Nieuwnederlands circa 1920-nu, het Nederlands in België en het Afrikaans doorgelicht. Een lijst van afkortingen en een gedetailleerde inhoudsopgave gaan het inleidende hoofdstuk vooraf. Het geheel wordt afgerond met een bijzonder uitgebreide bibliografie (50 pagina's).
In hun woord vooraf wijzen de redacteuren op het specifieke karakter van hun boek. Recente werken over hetzelfde onderwerp als Geschiedenis van het Nederlands (Marijke van der Wal, in samenwerking met Cor van Bree, Het Spectrum, Utrecht) en Het Verhaal van een Taal / Negen Eeuwen Nederlands (Jan de Vries, Roland Willemyns en Peter Burger, Prometheus, Amsterdam) zijn volgens de
redacteuren bedoeld respectievelijk voor studerenden en een brede kring van geïnteresseerden, en opgezet als een lees- en kijkboek dat gericht is op een algemeen publiek. Geschiedenis van de Nederlandse Taal daarentegen is geschreven voor taalkundigen en bijzonder belangstellenden.
Geschiedenis van de Nederlandse Taal, onder redactie van M.C. van den Toorn, W.J.J. Pijnenburg, J.A. van Leuvensteijn en J.M. van der Horst, is een uitgave van Amsterdam University Press, Amsterdam (wordt in Vlaanderen verdeeld door Kritak, Leuven) ISBN 90 5356 234 6, gebonden, telt 697 pagina's, en kost fl. 99,50/1990 BF.
| |
| |
| |
K. Jaspaert nieuwe secretaris NTU
Op 9 januari 1998 maakte de Nederlandse Taalunie (NTU) via een persbericht bekend dat prof. dr. Koen Jaspaert per 1 april a.s. is aangesteld als algemeen secretaris van de NTU. Jaspaert werd benoemd door het comité van ministers van de Taalunie, op voordracht van een selectiecommissie waarin de secretarissen-generaal van het Nederlandse ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, het Vlaamse departement Onderwijs en het Vlaamse departement Cultuur zitting hadden.
Koen Jaspaert (41) is hoofddocent Nederlands aan de Katholieke Universiteit Leuven en directeur van het Steunpunt Nederlands als Tweede Taal. Hij was gedurende zes jaar verbonden aan de Katholieke Universiteit Brabant in Tilburg. In 1996 werd hij lid van het Platform Onderwijs Nederlands van de Taalunie. Sedert vorig jaar zetelt hij in de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren, het adviesorgaan van de NTU.
| |
Project Corpus Gesproken Nederlands
Per 1 januari 1998 is aan het Max Planck Instituut van de Katholieke Universiteit Nijmegen het project Corpus Gesproken Nederlands van start gegaan. In het kader van dit project wordt gedurende vijf jaar de Nederlandse spreektaal in kaart gebracht. Projectleider is prof. dr. Willem Levelt, hoogleraar psycholinguïstiek en directeur van het Instituut. Onderzoekers uit Nederland en Vlaanderen gaan een digitaal bestand samenstellen van tien miljoen gesproken woorden. Naast standaardtalige woorden met standaarduitspraak zullen ook de diverse regionale, en zelfs vreemde uitspraken en versprekingen in het bestand opgenomen worden. De eerste maanden wordt de opzet van het onderzoek uitgewerkt. Daarbij wordt gekeken naar een gelijkaardig onderzoek dat twee jaar geleden in Groot-Brittannië is gedaan. In de lente komt het veldonderzoek aan de beurt. Om en bij vijftig medewerkers zullen gedurende twee à drie maanden met bandrecordertjes spontane gesprekken opnemen. Het uit- en verwerken van de bandjes wordt een tijdrovende klus. Het uiteindelijke bestand van gesproken woorden zal als CD-ROM geconsulteerd kunnen worden.
De bedoeling van het project is drievoudig. Er is het taalkundige luik: een overzicht van het gesproken Nederlands bestaat nog steeds niet, maar wordt met dit project eindelijk gerealiseerd. De taalkundigen zitten daar echt op te wachten, want ze hebben dit instrument nodig om het wetenschappelijk onderzoek betreffende het gesproken Nederlands op te starten. Het basisonderzoek zal nog tijdens de projectperiode plaatsvinden. Zo zal geprobeerd worden de frequentie van woorden in de spreektaal te bepalen. Bovendien worden de persoonlijke, interpersoonlijke en regionale verschillen in de uitspraak onderzocht. Het tweede luik is van spraaktechnologische aard. Het tijdperk van de spraakgestuurde apparaten zit er aan te komen. Dergelijke apparaten bestaan al, maar hun computergestuurde spraakherkenners reageren meestal alleen op losse woorden. Dit projectluik moet een aanzet zijn voor de realisering van spraakherkenning van vloeiende zinnen. Na afronding van het project zullen de technologiebedrijven de kans krijgen het corpus uit te testen op hun spraakherken-ningsprogramma's. Het derde projectluik betreft het corpus als werkinstrument voor automatisch vertalen. Dit luik is van groot belang voor de positie van het Nederlands in een meertalige Europese Unie: talen die niet automatisch vertaald kunnen worden, zijn gedoemd te degraderen tot derderangstaal. Daarenboven zullen deze talen systematisch uit de boot vallen voor internationale contacten. Het onderzoek wordt inhoudelijk gedragen door een aantal Nederlandse en Vlaamse universiteiten en onderzoeksinstellingen. Het resultaat zal dus representatief zijn voor het hele Nederlandse taalgebied. Het project wordt gesteund door de Nederlandse Taalunie, het Instituut voor Nederlandse Lexicologie in Leiden en de bedrijven AND-software en Lernout & Hauspie Speech Products. Aan het project hangt een prijskaartje van ongeveer negen miljoen gulden / 166,5 miljoen BF. Wat de financiering betreft, wordt de traditionele
verdeelsleutel gehanteerd: de Nederlandse overheid betaalt tweederde van het totaalbedrag, de Vlaamse regering neemt eenderde voor haar rekening.
| |
Theater
Kunst jr.
Het Nederlandse festival voor jeugdtheater Kunst jr. zal vanaf volgend jaar afwisselend in Antwerpen en Den Bosch plaatshebben. De Antwerpse partner wordt Het Paleis. Het festival staat sinds 1996 onder de bezielende leiding van Marc Verstappen van Villanella, het Antwerpse Kinderkunstencentrum. Hij veranderde het klassieke jeugdtheaterfestival in een festijn waar allerlei kunstvormen aan bod kunnen komen. Onderwerpen als muziek, dans en beeldende kunst maken deel uit van het programma dat met de Antwerpse editie in 1999 inpikt op het Van Dyckjaar.
| |
| |
| |
Universiteit & Wetenschap
Afscheid van de laatste generalist
Er is een tijd van komen en een tijd van gaan. Het is een onverbiddelijke wet waar ook eminente professoren niet aan ontsnappen. Dit maar om te zeggen dat prof. dr. Marcel Janssens per 1 oktober 1997 toegelaten werd tot het emeritaat. Op Sinterklaasdag gaf hij in de nokvolle promotieraad van zijn K.U. Leuven zijn publiek afscheidscollege: De roep van een hoogleraar. ‘Ik ben de laatste generalist geweest,’ zei hij. Zijn leeropdracht werd inmiddels over een zevental professoren verdeeld.... Met veel humor en grote aandacht voor de relativiteit der dingen blikte hij op zijn carrière aan de universiteit terug. Uitgaande van de vraag: ‘Heb ik wel een eigen stem gehad?’, was zijn lezing een soort gewetensonderzoek. De prof. ‘Europese letterkunde’ parafraseerde de bekende uitspraak van August Vermeylen: ‘Europeaan, ja, zelfs wereldburger zijn om Vlaming te worden.’ Zo niet dreigen Vlamingen folklore-Vlamingen te worden. Prof. Janssens, bezorgd om de toekomst, confronteerde rector Oosterlinck met diens eigen woorden: ‘Hoed u voor zoiets als human resources management’. (Janssens had die opmerkelijke uitspraak op een of andere vergadering uit de mond van zijn rector genoteerd). Marcel Janssens is niet iedereen. Dat bleek die middag overduidelijk uit wat medeprofessoren over hem getuigden. Behalve een bezield en bezielend literatuurprof., was hij ook beleidsman binnen en buiten de universiteit, criticus, essayist, voordrachtgever, cultureel ambassadeur. Hij doceerde aan tal van buitenlandse universiteiten, van Lublin tot Kaapstad. Hij ontving verschillende eredoctoraten aan buitenlandse universiteiten, o.a. aan die van Potchefstroom, uit handen van de gewezen president W.F. Deklerk. Rector Oosterlinck overhandigde prof. Janssens het eerste exemplaar van het Festschrift Extra muros, langs de wegen. Een mooie titel die enerzijds naar de grote
schrijver Stijn Streuvels verwijst en anderzijds het onvermoeibare wereldwijde ambassadeurschap van Janssens aangeeft. Het boek bevat vooral bijdragen van buitenlandse Neerlandici. De biografische schets van de professoren H. van Gorp en D. de Geest kreeg als titel mee Janssens en Janssens, of: een meervoudig hij-verhaal. De bibliografie in dat feestboek van M. Janssens beslaat zo'n 20 bladzijden!
Hugo Weckx, voormalig Vlaams minister van Cultuur en Media, blikte terug op de periode dat prof. Janssens zijn adviseur voor letteren was (1992-1995). Hij erkende dat de prof. ‘bijzonder waardevolle elementen’ aanbracht voor de allereerste beleidsbrief letteren die hij in 1993 in het Vlaamse parlement deponeerde. Weckx schetste ook nog tal van andere activiteiten van Janssens: zijn bijzondere inzet voor het vertaalbeleid, zijn medewerking aan het Europa van de culturen, het Europa van de regio's... En verder is niets menselijks de prof. vreemd: tv-kijken, naar film en theater gaan, voetbal volgen... Nu prof. Marcel Janssens emeritus is geworden, nam hij een nieuwe uitdaging aan: het voorzitterschap van de Literaire Vereniging en Uitgeverij Davidsfonds / Clauwaert.
| |
Varia
Johan Cruijf en Paul Van Himst Verrichtten loting EK 2000
De Lage Landen koesteren hoge ambities op voetbalgebied. België en Nederland zijn samen gastland voor Euro 2000, het Europees kampioenschap (EK) voetbal in dat jaar. Johan Cruijf en Paul Van Himst verrichtten op zondag 18 januari jl. in Gent de loting voor de kwalificatieronde van het EK voetbal 2000. Als gastlanden zijn Nederland en België al automatisch geplaatst voor de eindronde.
De kwalificaties worden gespeeld in negen groepen van totaal 49 landen. De kwalificatie voor het EK gaat via hetzelfde systeem dat de wereldvoetbalbond FIFA voor de voorronde van het WK in Frankrijk hanteerde. De groepswinnaars en de beste nummer twee van de negen groepen zullen zich rechtstreeks plaatsen. De overige landen die als tweede zullen eindigen, spelen een barrage.
| |
| |
| |
Hulst lonkt naar inwoners van Doel
De Vlaamse regering besloot dat het polderdorp Doel, gelegen op de linker Scheldeoever ten noorden van Antwerpen, moet verdwijnen om ruimte te maken voor de Antwerpse haven. De oorspronkelijke dorpskom van Doel is door de nabijheid van de haven en de kerncentrale nu al nauwelijks meer pittoresk te noemen. De geplande bouw van een nieuwe containerterminal en een vuilverbrandingsoven betekent het definitieve einde van het 850 inwoners tellende dorp. De containerterminal moet in 2010 gereed zijn en met twee Doeldokterreinen aan ruim vierduizend mensen werk gaan bieden.
De burgemeester van de Zeeuws-Vlaamse grensgemeente Hulst, Antoine Kessen, tracht voordeel te trekken uit de plannen om Doel op te heffen. Hij nodigt alle Doelenaren uit om zich in zijn dorp te vestigen. Kessen hoopt wel dat de Vlaamse deelregering ‘Europees zal denken’ en gul zal zijn met de vergoedingen voor herhuisvesting.
Kessen noemt zijn invitatie een daad van goed nabuurschap. ‘Aan de Doelenaars biedt de uitnodiging het voordeel dat ze in de regio kunnen blijven wonen. Het verruimt voor hen bovendien het aanbod van herhuisvestingsmogelijkheden. Voor Hulst ligt het voordeel in het feit dat wij bouwgrond kunnen verkopen en dat wij ons dalende aantal inwoners kunnen opkrikken’, aldus Kessen. In Hulst heeft nu al zo'n 15 procent van de inwoners de Belgische nationaliteit.
| |
Verkeer
De IJzeren Rijn opnieuw in gebruik?
De IJzeren Rijn is de spoorwegverbinding tussen Antwerpen en het Roergebied, die in 1878 werd aangelegd maar intussen niet meer wordt gebruikt en zelfs zwaar verwaarloosd is. Over de modernisering van de spoorwegverbinding wordt al jaren gesproken. Maar tot concrete actie is het tot nu toe niet gekomen. Toch is de noodzaak daartoe groter dan ooit, zo zei Luc Meurrens, voorzitter van de Antwerpse Kamer van Koophandel en Nijverheid, onlangs. Een steeds groter wordend deel van de 13 miljoen ton goederen die jaarlijks tussen Antwerpen en Nordrhein-Westfalen worden vervoerd, wordt op vrachtwagens geladen. Nu is dat al 35 procent. Maar de wegen raken meer en meer verzadigd, zodat er naar alternatieven moet worden gezocht. Het spoor zou een uitstekend milieuvriendelijk alternatief zijn, ware het niet dat de verbinding te wensen overlaat. Treinen doen nu tien uur over het traject dat via Montzen en Aken loopt, terwijl een vrachtwagen in drie uur van Antwerpen naar het Roergebied rijdt. Modernisering van de IJzeren Rijn, die via Weert en Roermond in Nederland loopt, zou de reistijd tot viereneenhalf uur verkorten. Dat is belangrijk om Antwerpen aantrekkelijk te houden. De reistijd tussen de Duitse zeehavens en het Roergebied bedraagt immers ook viereneenhalf uur. En wanneer de Nederlandse Betuwelijn klaar zal zijn, wordt ook de afstand naar Rotterdam in die tijdspanne overbrugd.
Gezien de concurrentiepositie Antwerpen-Rotterdam is het niet verrassend dat vooral de Nederlanders dwarsliggen in het dossier van de IJzeren Rijn. Het project zou niet alleen veel investeringen vergen en bovendien een natuurgebied doorsnijden, maar ook de positie van Rotterdam als belangrijkste havenstad voor het Roergebied mogelijk aantasten. Volgens de Antwerpse havenschepen (wethouder) Leo Delwaide kan Nederland echter niet anders dan akkoord gaan met de modernisering van de IJzeren Rijn. De spoorlijn werd immers aangelegd op basis van het Scheidingsverdrag uit 1839, dat België het recht toekende om op eigen kosten een verbinding aan te leggen over Nederlands grondgebied tot aan de Duitse grens. Dit doortochtrecht, waarvan gebruik gemaakt werd bij de aanleg van de IJzeren Rijn, is nog altijd van kracht. België kan daarom de modernisering van de IJzeren Rijn vorderen, zij het op eigen kosten.
Begin vorig jaar had een woordvoerder van schepen Delwaide het over bedragen van 7 miljard frank voor twee sporen en totale electrificatie; 3 miljard frank voor een enkelsporig dieseltracé. In eerste instantie zou gekozen worden voor deze laatste variant, die binnen een jaar te realiseren zou zijn.
Kan het traject van de IJzeren Rijn eventueel korter? De Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen (NMBS) bestudeert in elk geval een voorstel van het kabinet van Vlaams minister-president Luc Van den Brande, om de kortste spoorverbinding tussen de Antwerpse haven en de Roer nog korter te maken. Bij het knooppunt in Ranst in de provincie Antwerpen zou een aftakking komen van de tweede spoortoegang. Het spoor loopt langs de E313 en sluit bij Herentals aan op het bestaande baanvak Lier-Herentals. Deze investering bedraagt drie tot vier miljard frank. Het kabinet-Van den Brande maakt Vlaams vervoerminister Eddy Baldewijns warm voor dit ‘toekomstgerichte’ voorstel.
Een Nederlands voorstel laat het
| |
| |
tracé gaan over Eindhoven en Venlo, omzeilt een Stiltegebied in Nederlands-Limburg maar brengt hogere kosten met zich mee en vertraagt het in gebruik nemen ervan.
Minister-president Van den Brande zet spoed achter de heractivering van de IJzeren Rijn. De realisering is uiteindelijk afhankelijk van besprekingen, die de Belgische verkeersminister Daerden met zijn Nederlandse ambtgenoot Jorritsma zal moeten voeren.
| |
Bouw tunnel onder Westerschelde van start gegaan
DeNederlandse minister van Verkeer en Waterstaat, Annemarie Jorritsma, zette onlangs in Terneuzen een graafmachine in gang en gaf daarmee de officiële start voor de bouw van een tunnel onder de Westerschelde. De nieuwe tunnel wordt 6,6 kilometer lang en verbindt Terneuzen met de gemeente Borssele op Zuid-Beveland. Het diepste punt ligt 60 meter beneden de waterspiegel.
De boorwerkzaamheden aan de Westerschelde-tunnel beginnen pas over een jaar. Tot die tijd is men bezig met het klaarmaken van de bouwputten. De tunnel bestaat uit 45.000 ringelementen, die tien ton per stuk wegen. Gedurende 27 maanden wordt er geboord, en wel zes dagen per week, 24 uur per dag. Dagelijks wordt twaalf meter afgelegd.
De tunnel krijgt twee kokers die ieder een diameter van 11,3 meter hebben; in beide richtingen komen twee rijstroken voor snelverkeer. Het hele project kost, inclusief de aansluitende wegen, ruim 1,8 miljard gulden (ongeveer 32 miljard Belgische frank). Eind 2002 zouden de eerste auto's door de toltunnel rijden. Het gemiddelde tarief is voorlopig vastgesteld op 11,75 gulden (ongeveer 240 frank).
Deskundigen verwachten dat dagelijks 12.000 auto's van de tunnel gebruik zullen maken. De tunnel is berekend op maximaal 27.000 voertuigen per dag.
Over het gigantische tunnelproject wordt al zestig jaar gepraat. Nu zorgen veerboten - tussen Breskens en Vlissingen en Perkpolder - nog voor de verbinding tussen beide oevers van de Westerschelde. De veerdiensten zetten gemiddeld per dag 7.500 voertuigen over. In verband met de veiligheid in de tunnel worden er dubbel zoveel dwarsverbindingen aangelegd en een dikkere brandwerende beschermingslaag, waardoor de bouw van de Westerscheldetunnel 155 miljoen gulden duurder wordt. ‘Een pittig bedrag maar het spreekt vanzelf dat we geen risico nemen met de veiligheid van mensen’, aldus minister Jorritsma. De vaste oeververbinding tussen Zeeuws-Vlaanderen en de rest van Zeeland is ook van grote betekenis voor de regio Gent. Verkeersdeskundigen verwachten tegen 2002 een grote verkeerstoename die de Kennedylaan en de R4 op de linkerkanaaloever extra zal belasten.
| |
Havens van Vlaanderen en Zeeland gebaat bij samenwerking
De havens in het Scheldemondgebied moeten nauwer gaan samenwerken. De Antwerpse havenschepen, Leo Delwaide, vindt dat de ‘Gouden Delta’ ongekende kansen biedt. Hij heeft ‘één groot havengebied’ voor ogen, van de Scheldemonding tot de Antwerpse haven. De Zeeuwse havens en Gent en Antwerpen moeten, om daarvan optimaal te profiteren, de handen ineenslaan.
‘Over een aantal jaren zal die intensieve samenwerking tussen de havens aan de Schelde een logisch gegeven zijn. Als ik het heb over één groot havengebied calculeer ik natuurlijk wel het behoud van de natuur in. Wat mij voor ogen staat is geen droom, maar de realiteit. De grenzen zullen wegvallen en bij het beheer van de havens zullen wij vervolgens automatisch naar elkaar toe worden gedreven.’, voorspelt Delwaide. Hij sluit zelfs niet uit dat de expansie van ‘zijn’ haven ooit de grens met Nederland zal overschrijden.
Delwaide is meer dan gelukkig met het besluit van de Vlaamse regering toestemming te verlenen voor de aanleg van een containerterminal op de linker Scheldeoever bij Doel én met de beslissing fikse bedragen uit te trekken voor het vertrek van de Doelenaren. ‘De haven van Antwerpen kan met die uitbreiding tot na de eeuwwisseling uit de voeten. Of met de aanleg van die terminal en de nieuwe industriezone daaromheen het einde van de expansie in het zicht komt, durf ik niet beweren. Als bestuurder moet je wel zorgen dat je de zaken voor de volgende eeuw alvast veilig stelt.’
| |
Zuiden van Nederland wordt eldorado voor pleziervaart
De Belgisch-Nederlandse grensstreek tussen Bergen op Zoom en Maastricht moet binnen enkele jaren uitgroeien tot een eldorado voor de kleinere pleziervaart.
In het gebied is op de bestaande waterwegen en plassen een doorgaande route uitgezet van zevenhonderd kilometer. Daarop komen een aantal kleinere vaarlussen uit, die alles bij elkaar ook nog eens een lengte hebben van ongeveer duizend kilometer. Het is de bedoeling dat er overal op een onderlinge afstand van vier uur varen aanlegplaatsen gebouwd worden. De toeristische organisaties in het gebied gaan een speciale vaarkaart uitgeven met nautische en toeristische informatie. Het plan vergt de komende drie jaar een investering van 12,6 miljoen gulden bij een economisch stimuleringsproject. |
|